In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Voorbereiding L1 (2 havo)
Meer dan lezen §1 en 2
Slide 1 - Tekstslide
'De afgelopen jaren is het klimaat sterk veranderd door toename van broeikasgassen zoals CO₂. Hierdoor smelten de ijskappen, stijgt de zeespiegel en worden weersomstandigheden extremer. Wereldwijd zoeken landen naar oplossingen om deze problemen aan te pakken.' Wat is het onderwerp van deze korte tekst?
A
Stijging van de zeespiegel
B
Oplossingen voor klimaatverandering
C
De gevolgen van broeikasgassen
D
Externe weersomstandigheden
Slide 2 - Quizvraag
'Dieren in het wild hebben het steeds moeilijker door de vernietiging van hun leefgebied. Bossen worden gekapt, rivieren vervuild, en steden breiden zich uit. Hierdoor verdwijnen er steeds meer diersoorten. Wetenschappers waarschuwen dat dit ook gevolgen heeft voor mensen.' Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
Het kappen van bossen
B
erdwiVjnen van diersoorten door verlies van leefgebied
C
De vervuiling van rivieren
D
Wetenschappelijke waarschuwingen voor de toekomst
Slide 3 - Quizvraag
'In veel grote steden zorgt verkeer voor ernstige luchtvervuiling. Vooral auto's en vrachtwagens stoten veel schadelijke stoffen uit. Overheden stimuleren daarom alternatieven, zoals fietsen, elektrisch rijden en het openbaar vervoer. Hiermee hopen ze de luchtkwaliteit te verbeteren.' Wat is het onderwerp?
A
De verbetering van luchtkwaliteit in steden
B
de toename van elektrisch rijden
C
het gebruik van fietsen in grote steden
D
de uitstoot van vrachtwagens
Slide 4 - Quizvraag
In de binnenstad van Basel (Zwitserland) wordt een test gedaan met een autovrije binnenstad. Als er iets uitgeprobeerd wordt, wordt dat ook wel een ... genoemd
A
Experiment
B
Proefwerk
C
Toets
D
Start-up
Slide 5 - Quizvraag
'mwah, ik ben niet dolenthousiast'. Dit is een voorbeeld van een:
A
Enthousiaste reactie
B
Boze reactie
C
Lauwe reactie
D
Gepassioneerde
Slide 6 - Quizvraag
'Het was gisteren erg koud; daarom bleven we de hele dag binnen. We maakten warme chocolademelk en keken een film.' Benoem het verband en het bijbehorende signaalwoord.
A
Oorzaak-gevolg, signaalwoord: "daarom".
B
Tegenstelling, signaalwoord: "gisteren
C
Conclusie, signaalwoord: "en".
D
Vergelijking, signaalwoord: "warme".
Slide 7 - Quizvraag
Je moet goed opletten in de klas, want anders mis je belangrijke informatie. Als je niet oplet, kan dat later problemen geven bij het maken van je huiswerk.
Welk tekstverband wordt hier gebruikt, en wat is het signaalwoord?
A
Conclusie, signaalwoord: "later"
B
Oorzaak-gevolg, signaalwoord: "anders".
C
Oorzaak-gevolg, signaalwoord: "problemen".
D
Tegenstelling, signaalwoord: "maar"
Slide 8 - Quizvraag
Eerst kook je de pasta in ruim water met een beetje zout. Vervolgens bak je de saus met groenten en vlees. Tot slot meng je alles door elkaar en kun je eten. Wat geven de woorden 'eerst', 'vervolgens' en 'tot slot' aan?
A
Tijd
B
Tegenstelling
C
Conclusie
D
Toelichting
Slide 9 - Quizvraag
Een hoofdgedachte vertelt wat een schrijver denkt over het onderwerp. Het is dus een hele zin. Welke van onderstaande vier zou een hoofdgedachte kunnen zijn van een tekst over parken?
A
Parken en bosjes
B
Wandelpaden door groen
C
Groen in de stad
D
Door woningbouw en wegen verdwijnen steeds meer parken
Slide 10 - Quizvraag
in het weekend maak ik nooit huiswerk. Ik doe dan alleen leuke dingen, zoals afspreken met vrienden, gamen en boeken lezen. Aan welk signaalwoord herken je dat er een toelichting wordt gegeven over de 'leuke dingen' die deze persoon doet in het weekend?
A
Maak
B
Leuke
C
Zoals
D
Gamen
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel signaalwoorden vind je in dit stukje tekst: 'al met al leek het ons destijds geen goed idee om bijvoorbeeld te gaan voetballen'
Hint: signaalwoorden kunnen ook meerdere woorden zijn, bijvoorbeeld 'neem nou'.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quizvraag
leren voor de toets
Tot einde van de les leren voor de toets, dit kan door: