6.4 Staatsvorming

6.4 Staatsvorming
Na deze les:
- begrijp je de definitie van het kernconcept.
- Ken je kenmerken van een staat
- Weet je wat interne en externe soevereiniteit is
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6.4 Staatsvorming
Na deze les:
- begrijp je de definitie van het kernconcept.
- Ken je kenmerken van een staat
- Weet je wat interne en externe soevereiniteit is

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? H6
Macht
Formele/informele macht
Politieke/sociale institutie
Theorie van pluralisme/machtselitetheorie
Kenmerken van de staat
Soevereiniteit, intern en extern
Geweld/belasting monopolie
Staatsvorming

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.4 Staatsvorming
gebrek aan samenwerking         



 behoefte aan regels/afspraken                 



Creëerden van staten






Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een staat
- een groep mensen
- met een grondgebied
- er is een geweldsmonopolie en een belastingmonopolie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monopolie
Geweldsmonopolie
Belastingmonopolie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soevereiniteit
Interne soevereiniteit = de staat voldoet 
aan de drie kenmerken van de staat 
(zie hierboven)

Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten. (non-interventie beginsel = staten bemoeien zich niet met de politiek van andere staten)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak
opdr. 14, 16, 17

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie bepaalt regels voor de Nederlandse boeren, dit tast de ..... van Nederland aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 9 - Quizvraag

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
De Trump-aanhangers zorgen er met geweld voor dat de Senaat in het Capitool niet kan vergaderen en beslissen, dit tast de..... van de VS aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 10 - Quizvraag

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
Mark Rutte wint in 2021 met de VVD opnieuw de verkiezingen, dit tast de .... van Nederland aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 11 - Quizvraag

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
Geweldsmonopolie betekent
A
alleen de politie mag geweld gebruiken
B
alleen het leger mag geweld gebruiken
C
alleen de staat/overheid mag geweld gebruiken
D
alleen de ME mag geweld gebruiken

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belastingmonopolie betekent
A
alleen rijke mensen betalen belasting
B
alleen de staat/overheid mag burgers belasting laten betalen
C
alleen mensen die werken betalen belasting
D
alle voorgaande antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies