Les 9 Luisteren en luisterhouding

In deze les...
Luistervaardigheden
Aandachtspunten effectief luisteren


Test je kennis over luisteren: Luisteren en luisterhouding

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

In deze les...
Luistervaardigheden
Aandachtspunten effectief luisteren


Test je kennis over luisteren: Luisteren en luisterhouding

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

DE 8 LUISTERVAARDIGHEDEN
  1. Aandachtgevend gedrag
  2. Vragen stellen
  3. Samenvatten en ordenen
  4. Analyseren
  5. Gevoelsreflectie
  6. Confronteren
  7. Geruststellen
  8. Zelfonthulling

Slide 3 - Tekstslide

1. Aandachtgevend gedrag
  • Non-verbaal aandachtgevend gedrag
  • Verbaal aandachtgevend gedrag


Aandachtgevend gedrag is ook een stilte durven laten vallen in een gesprek. Waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Toch voelt een stilte laten vallen vaak als ongemakkelijk. Waarom is dat?

Slide 6 - Tekstslide

2. Vragen stellen
Er zijn goede en slechte vragen.

Vragen moeten aansluiten op het verhaal van de spreker. Maar dit geldt niet altijd, een vraag kan ook bedoeld zijn om de spreker weer op het juiste 'vertelpad' te krijgen.

We lezen de casus op blz. 75 in het boek.

Slide 7 - Tekstslide

3. Samenvatten en ordenen
Als luisteraar kun je de spreker laten merken dat je goed luistert door af en toe even op een rijtje te zetten wat er zoal is besproken.

Bijv.: "We hebben vooral over je werk gesproken. Je hebt verteld dat je het niet zo naar je zin hebt, omdat je telkens hetzelfde moet doen. Heb je daar al met iemand over gesproken?"

Slide 8 - Tekstslide

4. Analyseren
Soms is het nodig om het verhaal van de ander te analyseren.

Analyseren betekent: ontleden, uitpluizen, onderzoeken. Het betekent dat je als luisteraar dieper op een bepaald punt ingaat, bijv. om oorzaken te achterhalen of om verbanden te leggen. 

Bijv.: Wat betekent dat precies? Hoe werkt dat dan bij jou? Wat wil je daar precies mee zeggen? Kun je dat ook uitleggen?

Slide 9 - Tekstslide

... 4. Analyseren
Analyseren kan ook inhouden dat je iets opvallends vaststelt en dat voorlegt aan de spreker.

Bijv.  "We hebben nu een aantal keren gesproken over je werk. Het valt me op dat je de ene keer heel enthousiast bent en de andere keer juist erg moppert. Herken je dat?"

Belangrijk: Leg je analyses voor aan de ander. Helpt om beter inzicht te krijgen in eigen gedrag.

Slide 10 - Tekstslide

5. Gevoelsreflectie
Reflecteren betekent: terugkaatsen, overdenken.

Wanneer je als luisteraar de gevoelens van de spreker reflecteert, geef je in eigen woorden weer welke gevoelens in zijn boodschap doorklinken.

Bijv.:
  • "Voel je je teleurgesteld, omdat het telkens maar niet wil lukken?"
  • (spreker bloost en kijkt weg) "Vind je het moeilijk om hierover te praten?"
  • "Ik kan me voorstellen dat je er erg van bent geschrokken"

Slide 11 - Tekstslide

6. Confronteren
Confronteren betekent: tegenover elkaar stellen.

Belangrijk: neutrale en vriendelijke toon

Bijv.:
  • "Je zegt dat het je niets uitmaakt, maar je komt er iedere keer toch weer op terug. Je maakt je er dus toch druk om"
  • "Je zegt dat je de verhuizing heel graag wilt, maar ik zie je somber kijken"

Slide 12 - Tekstslide

7. Geruststellen
Belangrijk om voorzichtig te zijn met geruststellen.
Te veel geruststellen = de ander niet serieus nemen.
Ook valse geruststelling werkt niet! (zelfs schadelijk voor vertrouwen)

Bijv.: "Ik weet zeker dat je een manier zult vinden om hiermee om te gaan. Dat zeg ik niet zomaar. Toen je je broer verloor heb ik gezien hoe goed je omging met je verdriet". 

Slide 13 - Tekstslide

8. Zelfonthulling
Met zelfonthulling geef je informatie over jezelf, waarmee je je eigen kwetsbaarheid toont. Dit kunnen gevoelens en/of ervaringen zijn.

Vraag jezelf af: Wil je deze informatie delen? Heeft de ander behoefte aan deze persoonlijke informatie? Is de informatie nuttig voor de ander?

Doel = geruststelling
Bijv.:"Ik heb zelf ook wel eens gedroomd dat ik iemand vermoordde. De eerste keer schrok ik daar ook enorm van".

Slide 14 - Tekstslide

Welke luistervaardigheden herken je?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide