6.5 Energie

6.5 Energie
Bladzije 97
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

6.5 Energie
Bladzije 97

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag leren?
-wat is vermogen
-hoe berekenen we de energie?
-hoe berekenen we de energie kosten?

Slide 2 - Tekstslide



We lezen samen pagina 97 & 98


Slide 3 - Tekstslide

Vermogen
..





Slide 4 - Tekstslide

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 5 - Quizvraag

Maak opdracht 86 t/m 91
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Energieverbruik berekenen
We lezen samen blz 98 af

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.
A
Kleiner
B
Ongeveer hetzelfde
C
Groter
D
Kan je niet weten

Slide 9 - Quizvraag

Het symbool van vermogen is ........
en de eenheid van vermogen is .........

A
P en W
B
U en V
C
I en A
D
P en mA

Slide 10 - Quizvraag

Kijk filmpje Noordhof
Maak opdrachten 92 t/m 99
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Energie kosten berekenen
Kosten = Verbruikte energie (kWh) * prijs van energie leverancier  (Euro)

We kijken samen naar voorbeeld 2


Slide 12 - Tekstslide

De magnetron staat 1 uur en 45 minuten aan. De magnetron heeft een vermogen van 800W. 1 kWh kost 23 eurocent. Bereken de elektriciteitskosten van de magnetron. Gebruik de vijf stappen.

Slide 13 - Open vraag

Je zit op je kamer 3 uur huiswerk te maken.
Je hebt 3 lampen van elk 60 watt, Een computer van 400 watt, een stereo installatie van 200 watt en een elektrische kachel van 1000 watt aanstaan.
Één kWh kost 0,15 euro.
Wat kost 3 uur huiswerk maken aan elektrische energie.

A
1,78 euro
B
5,34 euro
C
0,80 euro
D
0.75 euro

Slide 14 - Quizvraag

zelf aan de slag
Maak 86 t/m 107 af!
Klaar: Nakijken + laten zien!
Klaar: Je mag wat voor jezelf doen
timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide

Schakelschema
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp. 


Slide 16 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen
Schakelschema
  • Batterij
  • Lampje
  • Schakelaar
  • snoeren

Slide 17 - Tekstslide

succes met leren voor het practicum/toets!

Slide 18 - Tekstslide