Troefkaart 2 - Vragen voor alle vakken

Troefkaart 1
Kaart 2: Je drijfveren
Je hebt de kaarten al in handen!
Schoolbrede reflectievragen
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesLevensbeschouwing+25Middelbare schoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOISK

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Instructies

Troefkaart 2: Je drijfveren

Leerdoelen:
Ik kan vertellen welke activiteiten of situaties mij aanzetten en mij energie geven.
Ik herken de zes verschillende drijfveren en kan uitleggen wat ze (voor mij) betekenen.
Ik kan voorbeelden geven van hoe mijn drijfveren zichtbaar zijn in mijn gedrag, keuzes of interesses.
Voorbereiding
Neem de handleiding door.
Neem de slides door.
Zorg dat je voor aanvang de eventuele werkbladen hebt uitgeprint en verdere benodigdheden klaar hebt liggen.
Benodigdheden 
Centraal scherm om de les te tonen.
Wanneer naast het scherm ook andere benodigdheden vereist zijn, vind je dat in de notities bij de desbetreffende slide.

Met devices:
Werk je met devices? Vink dan 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan. De leerlingen krijgen de vraag dan in dezelfde layout op hun device.
Heeft u een pro-account? Dan worden de antwoorden van alle leerlingen opgeslagen en deze zijn terug te lezen in de rapportage.

Zonder devices:
Wanneer je leerlingen geen devices gebruiken, dan staat er bij iedere interactieve slide aangegeven hoe je deze vraag klassikaal kan inzetten.
Of maak gebruik van de pdf's in de bijlage. Door de opdrachten in deze methode in een map te bundelen, krijgen de leerlingen (en hun ouders/verzorgers) een compleet beeld van de inzichten die verworven zijn tijdens dit traject. 

Onderdelen in deze les

Troefkaart 1
Kaart 2: Je drijfveren
Je hebt de kaarten al in handen!
Schoolbrede reflectievragen

Slide 1 - Tekstslide

Voor de docent

Schoolbrede reflectievragen Troefkaart 1
Naast de kant-en-klare lessen, heeft Troef een eenvoudige gesprekstool gemaakt om schoolbreed met LOB-onderwijs bezig te zijn.

De open vragen maken het eenvoudig om LOB-onderwijs in jouw vak te integreren. Je helpt leerlingen bewust te worden van hun kwaliteiten, drijfveren en versterkt daarmee de motivatie. Daarnaast wordt het je zo makkelijker gemaakt om gesprekken over de toekomst op een betekenisvolle manier aan te gaan.

Ieder thema van Troef heeft zijn eigen 5 vragen. Als vakdocent voeg je die vraag aan je les toe, die het meest aansluit bij jouw vak of jouw persoonlijkheid.

De vragen voeg je eenvoudig aan je les toe door:
  1. In het lesoverzicht rechtsboven in de miniatuur slide te klikken op het driehoekje en op 'Gebruik in mijn les'. De slide staat dan direct in de les die je op dat moment aan het maken bent.
  2. - Sla de les op en open deze in de lesbewerker.
    - Vervolgens klik je boven in de menubalk op het sterretje. Zo voeg je de slide toe aan je favorieten.
    - Wil je de slide in je les plakken, klik dan op 'Voeg toe' en vervolgens op 'Favorieten' (de blauwe knop rechtsboven in het menu).
Hoe gebruik je deze tool als docent?
  • Voeg een van de vragen toe aan je les. 
  • Neem de antwoorden bewust op en stel gerichte vervolgvragen.
  • Maak het gesprek, wanneer mogelijk, persoonlijk. En vertel ook over je eigen ervaringen.
  • Documenteer de belangrijkste inzichten die een leerling deelt. Dit kan helpen om het gesprek later voort te zetten.

Welke drijfveer zorgt ervoor dat je toch door blijft gaan,
ook als het lastig wordt in dit vak?
Welke drijfveer zorgt ervoor dat je toch door blijft gaan,
ook als het lastig wordt in dit vak?
Troefkaart 2 - Drijfveren

Slide 2 - Open vraag

Voor de docent
Doel van deze opdracht:
De reflectievragen helpen de leerlingen om het belang van de kwaliteitentest te begrijpen. Ze worden gevraagd dieper na te denken over de resultaten en hoe hoe ze deze kunnen inzetten voor hun toekomst. 
Door bewust stil te staan bij hun sterke en minder sterke kanten, krijgen leerlingen meer inzicht in hun eigen ontwikkeling. Dit helpt hen bij het maken van betere keuzes voor studie en carrière.

Hoe in te zetten:
  • Laat leerlingen eerst individueel de reflectievragen beantwoorden.
    Werk je op devices? Geef de leerlingen dan per vraag de tijd een antwoord te geven. Laat ze de 5 vragen in 1 antwoord zetten. Vraag ze daarbij hun antwoorden te nummeren.
    Werk je zonder devices? Laat de leerlingen hun antwoorden opschrijven in hun schrift. Of print voor iedere leerling het werkblad 'Reflectievragen' uit de bijlage uit.
  • Bespreek de antwoorden eerst in tweetallen of kleine groepjes om ervaringen te delen.
  • Bespreek klassikaal enkele opvallende inzichten om de groep te inspireren.
Tip:
  • Stimuleer leerlingen om concrete vervolgstappen te bedenken op basis van hun reflectie.
  • Deze test kan worden gebruikt als basis voor een klassengesprek over talenten.
  • Je zou de resultaten de basis kunnen laten zijn voor individuele gesprekken, waarbij je de leerlingen begeleidt bij het vertalen van hun talenten naar mogelijke studie- en beroepsrichtingen.

Wanneer merk je dat je in dit vak extra gemotiveerd
bent? Wat zegt dat over jouw drijfveren?
Wanneer merk je dat je in dit vak extra gemotiveerd
bent? Wat zegt dat over jouw drijfveren?
Troefkaart 2 - Drijfveren

Slide 3 - Open vraag

Voor de docent
Doel van deze opdracht:
De reflectievragen helpen de leerlingen om het belang van de kwaliteitentest te begrijpen. Ze worden gevraagd dieper na te denken over de resultaten en hoe hoe ze deze kunnen inzetten voor hun toekomst. 
Door bewust stil te staan bij hun sterke en minder sterke kanten, krijgen leerlingen meer inzicht in hun eigen ontwikkeling. Dit helpt hen bij het maken van betere keuzes voor studie en carrière.

Hoe in te zetten:
  • Laat leerlingen eerst individueel de reflectievragen beantwoorden.
    Werk je op devices? Geef de leerlingen dan per vraag de tijd een antwoord te geven. Laat ze de 5 vragen in 1 antwoord zetten. Vraag ze daarbij hun antwoorden te nummeren.
    Werk je zonder devices? Laat de leerlingen hun antwoorden opschrijven in hun schrift. Of print voor iedere leerling het werkblad 'Reflectievragen' uit de bijlage uit.
  • Bespreek de antwoorden eerst in tweetallen of kleine groepjes om ervaringen te delen.
  • Bespreek klassikaal enkele opvallende inzichten om de groep te inspireren.
Tip:
  • Stimuleer leerlingen om concrete vervolgstappen te bedenken op basis van hun reflectie.
  • Deze test kan worden gebruikt als basis voor een klassengesprek over talenten.
  • Je zou de resultaten de basis kunnen laten zijn voor individuele gesprekken, waarbij je de leerlingen begeleidt bij het vertalen van hun talenten naar mogelijke studie- en beroepsrichtingen.

Hoe kan jouw drijfveer een kracht zijn in samenwerking
met anderen bij groepswerk?
Hoe kan jouw drijfveer een kracht zijn in samenwerking
met anderen bij groepswerk?
Troefkaart 2 - Drijfveren

Slide 4 - Open vraag

Voor de docent
Doel van deze opdracht:
De reflectievragen helpen de leerlingen om het belang van de kwaliteitentest te begrijpen. Ze worden gevraagd dieper na te denken over de resultaten en hoe hoe ze deze kunnen inzetten voor hun toekomst. 
Door bewust stil te staan bij hun sterke en minder sterke kanten, krijgen leerlingen meer inzicht in hun eigen ontwikkeling. Dit helpt hen bij het maken van betere keuzes voor studie en carrière.

Hoe in te zetten:
  • Laat leerlingen eerst individueel de reflectievragen beantwoorden.
    Werk je op devices? Geef de leerlingen dan per vraag de tijd een antwoord te geven. Laat ze de 5 vragen in 1 antwoord zetten. Vraag ze daarbij hun antwoorden te nummeren.
    Werk je zonder devices? Laat de leerlingen hun antwoorden opschrijven in hun schrift. Of print voor iedere leerling het werkblad 'Reflectievragen' uit de bijlage uit.
  • Bespreek de antwoorden eerst in tweetallen of kleine groepjes om ervaringen te delen.
  • Bespreek klassikaal enkele opvallende inzichten om de groep te inspireren.
Tip:
  • Stimuleer leerlingen om concrete vervolgstappen te bedenken op basis van hun reflectie.
  • Deze test kan worden gebruikt als basis voor een klassengesprek over talenten.
  • Je zou de resultaten de basis kunnen laten zijn voor individuele gesprekken, waarbij je de leerlingen begeleidt bij het vertalen van hun talenten naar mogelijke studie- en beroepsrichtingen.

Welke opdracht of activiteit in dit vak sluit goed aan bij
jouw drijfveren? En welke juist niet? Waarom?
Welke opdracht of activiteit in dit vak sluit goed aan bij
jouw drijfveren? En welke juist niet? Waarom?
Troefkaart 2 - Drijfveren

Slide 5 - Open vraag

Voor de docent
Doel van deze opdracht:
De reflectievragen helpen de leerlingen om het belang van de kwaliteitentest te begrijpen. Ze worden gevraagd dieper na te denken over de resultaten en hoe hoe ze deze kunnen inzetten voor hun toekomst. 
Door bewust stil te staan bij hun sterke en minder sterke kanten, krijgen leerlingen meer inzicht in hun eigen ontwikkeling. Dit helpt hen bij het maken van betere keuzes voor studie en carrière.

Hoe in te zetten:
  • Laat leerlingen eerst individueel de reflectievragen beantwoorden.
    Werk je op devices? Geef de leerlingen dan per vraag de tijd een antwoord te geven. Laat ze de 5 vragen in 1 antwoord zetten. Vraag ze daarbij hun antwoorden te nummeren.
    Werk je zonder devices? Laat de leerlingen hun antwoorden opschrijven in hun schrift. Of print voor iedere leerling het werkblad 'Reflectievragen' uit de bijlage uit.
  • Bespreek de antwoorden eerst in tweetallen of kleine groepjes om ervaringen te delen.
  • Bespreek klassikaal enkele opvallende inzichten om de groep te inspireren.
Tip:
  • Stimuleer leerlingen om concrete vervolgstappen te bedenken op basis van hun reflectie.
  • Deze test kan worden gebruikt als basis voor een klassengesprek over talenten.
  • Je zou de resultaten de basis kunnen laten zijn voor individuele gesprekken, waarbij je de leerlingen begeleidt bij het vertalen van hun talenten naar mogelijke studie- en beroepsrichtingen.

Wanneer voelde jij vandaag: “Ja, dit past echt bij mij”?
Waarom denk je dat?
Wanneer voelde jij vandaag: “Ja, dit past echt bij mij”?
Waarom denk je dat?
Troefkaart 2 - Drijfveren

Slide 6 - Open vraag

Voor de docent
Doel van deze opdracht:
De reflectievragen helpen de leerlingen om het belang van de kwaliteitentest te begrijpen. Ze worden gevraagd dieper na te denken over de resultaten en hoe hoe ze deze kunnen inzetten voor hun toekomst. 
Door bewust stil te staan bij hun sterke en minder sterke kanten, krijgen leerlingen meer inzicht in hun eigen ontwikkeling. Dit helpt hen bij het maken van betere keuzes voor studie en carrière.

Hoe in te zetten:
  • Laat leerlingen eerst individueel de reflectievragen beantwoorden.
    Werk je op devices? Geef de leerlingen dan per vraag de tijd een antwoord te geven. Laat ze de 5 vragen in 1 antwoord zetten. Vraag ze daarbij hun antwoorden te nummeren.
    Werk je zonder devices? Laat de leerlingen hun antwoorden opschrijven in hun schrift. Of print voor iedere leerling het werkblad 'Reflectievragen' uit de bijlage uit.
  • Bespreek de antwoorden eerst in tweetallen of kleine groepjes om ervaringen te delen.
  • Bespreek klassikaal enkele opvallende inzichten om de groep te inspireren.
Tip:
  • Stimuleer leerlingen om concrete vervolgstappen te bedenken op basis van hun reflectie.
  • Deze test kan worden gebruikt als basis voor een klassengesprek over talenten.
  • Je zou de resultaten de basis kunnen laten zijn voor individuele gesprekken, waarbij je de leerlingen begeleidt bij het vertalen van hun talenten naar mogelijke studie- en beroepsrichtingen.
Troefkaart 1
Je hebt de kaarten al in handen!

Slide 7 - Tekstslide

Voor de docent

Schoolbrede reflectievragen Troefkaart 1
Naast de kant-en-klare lessen, heeft Troef een eenvoudige gesprekstool gemaakt om schoolbreed met LOB-onderwijs bezig te zijn.

De open vragen maken het eenvoudig om LOB-onderwijs in jouw vak te integreren. Je helpt leerlingen bewust te worden van hun kwaliteiten, drijfveren en versterkt daarmee de motivatie. Daarnaast wordt het je zo makkelijker gemaakt om gesprekken over de toekomst op een betekenisvolle manier aan te gaan.

Ieder thema van Troef heeft zijn eigen 5 vragen. Als vakdocent voeg je die vraag aan je les toe, die het meest aansluit bij jouw vak of jouw persoonlijkheid.

De vragen voeg je eenvoudig aan je les toe door:
  1. In het lesoverzicht rechtsboven in de miniatuur slide te klikken op het driehoekje en op 'Gebruik in mijn les'. De slide staat dan direct in de les die je op dat moment aan het maken bent.
  2. - Sla de les op en open deze in de lesbewerker.
    - Vervolgens klik je boven in de menubalk op het sterretje. Zo voeg je de slide toe aan je favorieten.
    - Wil je de slide in je les plakken, klik dan op 'Voeg toe' en vervolgens op 'Favorieten' (de blauwe knop rechtsboven in het menu).
Hoe gebruik je deze tool als docent?
  • Voeg een van de vragen toe aan je les. 
  • Neem de antwoorden bewust op en stel gerichte vervolgvragen.
  • Maak het gesprek, wanneer mogelijk, persoonlijk. En vertel ook over je eigen ervaringen.
  • Documenteer de belangrijkste inzichten die een leerling deelt. Dit kan helpen om het gesprek later voort te zetten.