Uitleg examen CE Rekenen 2F

CE Rekenen 2F 2022/2023
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

CE Rekenen 2F 2022/2023

Slide 1 - Tekstslide

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Van breuk naar procent
1/5 is ...
Schrijf het procent
A
25%
B
15%
C
20%
D
10%

Slide 4 - Quizvraag

Afronden
€ 4,5799 wordt
A
€ 4,57
B
€ 4,59
C
€ 4,56
D
€ 4,58

Slide 5 - Quizvraag

Driekwart in procenten=.....
A
0,75
B
3/4
C
75/100
D
75%

Slide 6 - Quizvraag

De oppervlakte van een muur meet je in:
A
liter
B
vierkante meter
C
kubieke meter
D
centimeter

Slide 7 - Quizvraag

oppervlakte is .....
A
4 m²
B
8 m²
C
1 6 m²
D
16 vierkante meter

Slide 8 - Quizvraag

Hoe lang duurt een wandeling van 1,8 km ongeveer?
A
30 minuten
B
15 minuten
C
20 minuten
D
40 minuten

Slide 9 - Quizvraag

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 10 - Quizvraag

welke breuk is dit?
A
1/8
B
3/8
C
4/8
D
6/8

Slide 11 - Quizvraag

Wat is in deze breuk de noemer?
A
3
B
2
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

De eenheid van inhoud is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 13 - Quizvraag

Je treinreis duurt 1 uur en 10 minuten.
Om 15:00 uur moet je op Schiphol zijn. Hoe laat pak je uiterlijk de trein?
A
14:50 uur
B
13:50 uur
C
14:10 uur
D
13:10

Slide 14 - Quizvraag

Mevrouw Huizinga krijgt sondevoeding via een pomp: 1800 ml per 24 uur. Vannacht heeft ze 6 uur geen voeding gekregen vanwege een verstopping.
Je wilt de gemiste voeding inhalen over de resterende tijd van de dag. Daarnaast krijgt ze 4 keer per dag 20 ml van een antibioticasiroop. De fles bevat 400 ml.
De arts wil ook weten hoeveel voeding ze daadwerkelijk binnen heeft gekregen tot nu toe.

A
75 ml/uur
B
60ml/uur
C
80ml/uur
D
130ml/uur

Slide 15 - Quizvraag

Mevrouw Huizinga krijgt sondevoeding via een pomp: 1800 ml per 24 uur. Vannacht heeft ze 6 uur geen voeding gekregen vanwege een verstopping.
Je wilt de gemiste voeding inhalen over de resterende tijd van de dag. Daarnaast krijgt ze 4 keer per dag 20 ml van een antibioticasiroop. De fles bevat 400 ml.
De arts wil ook weten hoeveel voeding ze daadwerkelijk binnen heeft gekregen tot nu toe.
A
450 Ml
B
400ML
C
300Ml
D
250ML

Slide 16 - Quizvraag

Mevrouw Huizinga krijgt sondevoeding via een pomp: 1800 ml per 24 uur. Vannacht heeft ze 6 uur geen voeding gekregen vanwege een verstopping.
Je wilt de gemiste voeding inhalen over de resterende tijd van de dag. Daarnaast krijgt ze 4 keer per dag 20 ml van een antibioticasiroop. De fles bevat 400 ml.
De arts wil ook weten hoeveel voeding ze daadwerkelijk binnen heeft gekregen tot nu toe.
A
200 ml/uur
B
160 ml/uur
C
90 ml/uur
D
100 ml/uur

Slide 17 - Quizvraag

Meneer Scholten krijgt insuline via een injectiepen. Hij moet 45 IE krijgen. De voorraad bevat 100 IE/ml.
Daarnaast gebruik je een zuurstoffles van 15 liter op 180 bar. Zijn zuurstofverbruik is 5 liter per minuut.
De dienst duurt 10 uur. Je wil zeker weten of je voldoende zuurstof hebt.

A
0,50 ml
B
0,45 ml
C
0,35 ml
D
0,23 ml

Slide 18 - Quizvraag

Meneer Scholten krijgt insuline via een injectiepen. Hij moet 45 IE krijgen. De voorraad bevat 100 IE/ml.
Daarnaast gebruik je een zuurstoffles van 15 liter op 180 bar. Zijn zuurstofverbruik is 5 liter per minuut.
De dienst duurt 10 uur. Je wil zeker weten of je voldoende zuurstof hebt.

A
1500 liter
B
700 liter
C
1200 liter
D
1400 liter

Slide 19 - Quizvraag

Meneer Scholten krijgt insuline via een injectiepen. Hij moet 45 IE krijgen. De voorraad bevat 100 IE/ml.
Daarnaast gebruik je een zuurstoffles van 15 liter op 180 bar. Zijn zuurstofverbruik is 5 liter per minuut.
De dienst duurt 10 uur. Je wil zeker weten of je voldoende zuurstof hebt.
A
9 uur en 0 minuten
B
8 uur en 30 minuten
C
5 uur en 40 minuten
D
10 uur en 20 minuten

Slide 20 - Quizvraag

Mevrouw De Leeuw krijgt 3x daags 1,5 tablet van 0,5 mg oxazepam. De arts verhoogt tijdelijk de dosering met 25%.
De tabletten mogen alleen in kwartjes gebroken worden. Daarnaast krijgt ze 1000 ml vocht via hypodermoclyse in 10 uur. 1 ml = 20 druppels.

Slide 21 - Open vraag

Mevrouw De Leeuw krijgt 3x daags 1,5 tablet van 0,5 mg oxazepam. De arts verhoogt tijdelijk de dosering met 25%.
De tabletten mogen alleen in kwartjes gebroken worden. Daarnaast krijgt ze 1000 ml vocht via hypodermoclyse in 10 uur. 1 ml = 20 druppels.

Slide 22 - Open vraag

Mevrouw De Leeuw krijgt 3x daags 1,5 tablet van 0,5 mg oxazepam. De arts verhoogt tijdelijk de dosering met 25%.
De tabletten mogen alleen in kwartjes gebroken worden. Daarnaast krijgt ze 1000 ml vocht via hypodermoclyse in 10 uur. 1 ml = 20 druppels.

Slide 23 - Open vraag