6.2 Bestuiving

Welkom 
Denk om…
 

  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Denk om…
 

  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen!
Vandaag:

* Lezen 
* Wat weten we nog?
* Uitleg 6.2 Bestuiving
* Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je uitleggen wat bestuiving is.
  • Kun je het verschil tussen windbloemen en insectenbloemen uitleggen.
  • Kun je het verbrand tussen biodiversiteit en insecten uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen basisstof 6.2 Bestuiving
Begin met lezen van basisstof 6.2 op:
Blz. 154 t/m 156.


*Ondertussen loop ik een rondje voor het huiswerk*
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 6.2

  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is

  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen

Slide 5 - Tekstslide

Bloemen voor voortplanting


Waarvoor waren de gekleurde kroonbladeren aan een bloem?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Nectar en stuifmeel
Insecten worden aangetrokken door de gekleurde kroonbladeren.

De meeste bloemen maken 
ook nog nectar.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Bestuiving
Een bij die op een bloem landt, krijgt stuifmeel op zich van de meeldraden.

Dat stuifmeel neemt hij 
mee naar een andere bloem.

Als stuifmeelkorrels terechtkomen op de 
stempel van een bloem van dezelfde soort vindt er bestuiving plaats.

Slide 10 - Tekstslide

Bestuiving
  • Bij bestuiving worden de stuifmeelkorrels van de meeldraden over gebracht op de stempel van de stamper van dezelfde soort. 
NB:
  • Door insecten of wind!

Slide 11 - Tekstslide

Vruchten
  • Vruchten ontstaan uit het vruchtbeginsel, in de vruchten zitten de zaden van de plant. 

  • Vruchten kunnen alleen ontstaan door bestuiving.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Insectenbloemen
Bloemen waarbij insecten voor de bestuiving zorgen, heten insectenbloemen.


Slide 14 - Tekstslide

Insectenbloem
  • Bestuiving door insecten
  • fel gekleurde bloemen
  • Plant maakt nectar 
  • stuifmeel is ruw en plakkerig
  • stuifmeel plakt aan de insecten.

Slide 15 - Tekstslide

Windbloemen
Bij windbloemen blaast de wind stuifmeel weg.

Het stuifmeel kan dan per toeval op de stempel van een bloem van dezelfde soort komen.

Slide 16 - Tekstslide

windbloem
  • Meeldraden ver buiten bloem
  • wind vervoert stuifmeel
  • stuifmeel is licht en glad
  • Hele grote stempels
  • Geen nectar!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Biodiversiteit
  • 70% van alle bloemen zijn insectenbloemen.
  • Hoe meer verschillende soorten planten, hoe meer verschillende soorten insecten. (Hoge biodiversiteit)
  • Afhankelijk van elkaar
  • Geen insecten = geen planten = geen voedsel!

Slide 19 - Tekstslide

Bijensterfte
  • 360 soorten in NL. 
  • 50% met uitsterven bedreigd
  • Mijten/andere insecten
  • Afname biodiversiteit
  • bestrijdingsmiddelen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Vrouwelijke bloem
Mannelijke bloem
Meeldraden
Stamper

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Zaad beginsel

Slide 23 - Sleepvraag

lokken van insecten
mannelijk 
stuifmeel
vrouwelijk
hier ontwikkelen vrucht en zaden
beschermt de bloem in de knop

Slide 24 - Sleepvraag

Opdrachten bij deze basisstof:

Opdracht 4:
tekening van insectenbloem 
en 
windbloem
Maak opdracht:
1 t/m 8

Dit is huiswerk!
Klaar?
Maak een mooie tekening van een bloem

Slide 25 - Tekstslide

Volgende les:

Heb je opdracht 1 t/m 8 af van basisstof 6.2

Gaan we:
Beginnen met samenvatten
Nakijken in het werkboek

Slide 26 - Tekstslide