Hoe maak ik een begroting-het financiele plan

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een begroting maken.
Weet je wat de verschillen in de diverse begrotingen zijn.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een begroting maken.
Weet je wat de verschillen in de diverse begrotingen zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
waarom een begroting maken?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom begroten?
Om de haalbaarheid van een onderneming of project te toetsen.

Vertaal je dromen in geld.

Maakt de consequenties van je beslissingen inzichtelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een begroting?
  • De uitwerking van je financieel plan.
  • Een begroting is een overzicht van de verwachte
      inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode.
  • Toont aan of je plannen haalbaar zijn.

Begroot altijd excl. BTW


Slide 4 - Tekstslide

Geef een duidelijke definitie van wat een begroting is.
Soorten begrotingen- de belangrijkste
Investeringsbegroting:
- welke uitgaven komen bij jouw plannen

Exploitatiebegroting:
- wat zijn de te verwachtten omzet/ kosten  (= resultaten rekening

Financieringsbegroting:
- Hoe wil jij geplande investeringen financieren



Slide 5 - Tekstslide

Geef een duidelijke definitie van wat een begroting is.
En dan is er ook nog
Liquiditeitsbegroting:
- overzicht van je geldstromen (Cashflow)

Persoonlijke begroting:
- overzicht van je privé geldstromen 

Slide 6 - Tekstslide

Geef een duidelijke definitie van wat een begroting is.
Tips bij opstellen begroting
  • Begin klein: opstellen per maand -> jaar.
  • Ambities zijn je basis: bedrijfsplannen voor de komende periode als uitgangspunt.
  • Een goede administratie: een deugdelijke boekhouding als bron.
  • Kijk naar je orderportefeuille: zijn je inkomsten te voorspellen?



Slide 7 - Tekstslide

Geef een duidelijke definitie van wat een begroting is.
Grondregel
Een begroting is opgemaakt in bedragen excl. BTW.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een begroting belangrijk?
Een begroting helpt je om je geld beter te beheren en te plannen.

Begroot altijd excl. BTW

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de voordelen van het maken van een begroting.
Basis van de boekhouding
Maak onderscheid tussen:
kosten en opbrengsten >  van invloed op waarde bedrijf,
bepalen winst of verlies

uitgaven en inkomsten> betrekking op portemonnee en bankrekening, kas & bank = liquide middelen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgaven
Maak een lijst van al je uitgaven, die je denkt te moeten doen bij de uitwerking van jou project?

Uitgaven: hebben betrekking op je portemonnee en bankrekening

=cashflow, bedragen die door je handen gaan

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat uitgaven zijn en geef voorbeelden.
Inkomsten
Maak een lijst van al je inkomsten, die je denkt te behalen met de uitwerking van jou project?

Inkomsten: hebben betrekking op je portemonnee en bankrekening

=cashflow, bedragen die door je handen gaan

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat inkomsten zijn en geef voorbeelden.
Kosten
Van invloed op waarde van je bedrijf.

Bepalen of je winst maakt.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat uitgaven zijn en geef voorbeelden.
Opbrengsten
Van invloed op waarde van je bedrijf

Bepalen of je winst maakt

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat uitgaven zijn en geef voorbeelden.
 Kostensoorten
Er zijn verschillende kostensoorten, zoals :

  • vaste kosten,
  • variabele kosten,
  • directe kosten en indirecte kosten.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste kosten
Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen, niet afhankelijk zijn van de productie- of omzet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste kosten
Huurkosten.
Hypotheekkosten.
Rentelasten.
Administratiekosten.
Softwarekosten.
Afschrijvingskosten van auto's.
Afschrijvingskosten van machines.
Kosten voor vast personeel.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variabele kosten
Variabele kosten zijn kosten die pas ontstaan als er geproduceerd of verkocht wordt.

Hoe hoger de omzet, hoe hoger het jaarlijks bedrag van de variabele kosten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variabele kosten
Materiaal in een productiebedrijf, de inkoopwaarde van artikelen: verpakking, vervoer, grondstof,
de elektriciteit 



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe kosten
Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan een specifiek product of project, zoals grondstoffen voor een productieproces.

Kan een ondernemer de kosten wel of niet direct aan een bepaald artikel toerekenen?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe kosten
Bedrijf T-shirts verkoopt:
de kosten voor de stof en de inkt die worden gebruikt om de
 T-shirts te maken.
Arbeidskosten voor werknemers die direct betrokken zijn bij de productie van een product of het verlenen van een dienst,
 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte kosten
Indirecte kosten zijn kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product of project, zoals algemene administratiekosten.

Kan een ondernemer de kosten wel of niet direct aan een bepaald artikel toerekenen?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte kosten
 salariskosten voor management en administratie,
kosten voor verzekeringen,
huurkosten voor kantoorruimte
kosten voor marketing- en verkoopinspanningen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe - Indirecte kosten
Variabele kosten zijn meestal directe kosten.
- is er omzet (werk), zijn er variabele kosten.

Vaste kosten zijn meestal indirecte kosten.
-is er geen omzet (werk) zijn er toch vaste kosten.
Dit noemen we bedrijfskosten in exploitatieoverzicht.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financieel plan 
Hier komen de volgende vijf begrotingen aan bod:

-Investeringsbegroting;
-Financieringsbegroting;
-Exploitatiebegroting;
-Liquiditeitsbegroting;
-Persoonlijke begroting.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maak je een financieel plan
  • Vergroot de slagingskans van je onderneming. 
  • Je bereidt je goed voor op de financiering van je bedrijf. 
  • Met een goede onderbouwing van je financiën vergroot je de kans om externe financiering te krijgen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financieel plan opstellen verplicht?
  • Is niet verplicht voor zzp'ers. (wel BV,CV,NV)
  • Bij externe financiering nodig, financieel plan noodzakelijk. 
  • Het is belangrijk om altijd een financieel plan te maken. 
  • Geeft je inzicht in de levensvatbaarheid van je onderneming.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor een financieel plan
  1. Maak onderscheidend financieel plan- steek boven de massa uit
  2. Harde cijfers in je financiële plan-benadrukken waar kansen ziet.
  3. Onderbouw motivatie-hoe/termijn) lening denkt te gaan terugbetalen. 
  4. Haastige spoed-eigen geld, lenen/financiële middelen niet toereikend zijn. 
  5. Bedrijfsovername kan gunstig zijn
  6. Onzekerheden wegnemen met je financieel plan
  7. Ken je cijfers-liquiditeitsbegroting (in/uit)
  8. Eigen salaris niet vergeten
  9. WOW factor





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Investeringsbegroting
Een overzicht van alle investeringen voor de komende jaren
Welke investeringen zijn noodzakelijk en wat kosten ze?

Zet op een rij welke bedrijfsmiddelen je moet aanschaffen voor de start van je onderneming en
hoeveel geld je daarvoor nodig hebt.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Investeringsbegroting
Bereken je kapitaalbehoefte:
  • Vaste activa
  • Dit zijn de middelen die je langer dan een jaar in je bedrijf gebruikt, zoals een laptop, machines, gereedschap of meubilair.
  • Vlottende activa
  • Deze middelen zijn korter dan een jaar in je bedrijf, zoals voorraad en geld dat je nog van klanten krijgt.
  • Liquide middelen
  • Dit is geld waar je direct over kunt beschikken. Denk aan wat je in kas hebt of op je zakelijke bankrekening staat.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfsmiddelen
Gaan langer dan 1 jaar mee= vaste activa
-kosten spreiden over aantal jaren = afschrijven

- Afschrijven: min. termijn 5 jaar (= eis belastingdienst)
Behalve Goodwill 10 jaar, gebouwen 25 jaar-50 jaar
- bedrijfsmiddel afdanken voor einde afschrijvingstermijn, dan verschil afboeken als winst.

Slide 31 - Tekstslide

Toon een eenvoudige formule om het netto-inkomen te berekenen.
Financieringsbegroting
Nadat investeringsbegroting is gemaakt:
- Je weet nu wat alles kost.
- Hoe ga je aan het geld komen om dit te betalen?

Dat komt in de financieringsbegroting.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financieringsbegroting
  • Hoe ga je de investeringen uit de investeringsbegroting betalen?
  • Dit kan zowel met eigen geld als middels externe financiering. 
  • Denk hierbij aan een lening van de bank of zakelijke investeerders.

Eigen geld noemen we in de financieringsbegroting ook wel 'eigen vermogen', terwijl externe financiering 'vreemd vermogen' wordt genoemd.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financieringsbegroting
  • Eigen vermogen: spaargeld, bedrijfsmiddelen die je zelf al hebt.
  • Lang vreemd vermogen: een lening met lange looptijd (>1 jaar)
  • Kort vreemd vermogen: schulden < 1 jaar terug te betalen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exploitatiebegroting
Een schatting van de verwachte omzet en kosten in een bepaalde periode (1-3 jaar). 

Maakt inzichtelijk of je winst/ verlies maakt.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exploitatiebegroting
Bevat:

  • Verwachte omzet
  • Verwachte inkoopwaarde (je inkopen)
  • Verwachte kosten
  • Verwachte belastingen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liquiditeitsbegroting
De liquiditeitsbegroting van je financieel plan is een periodiek overzicht van de inkomsten en uitgaven.

  • Hiermee maak je inzichtelijk wat je maandelijks uitgeeft en ontvangt.
  • Leer je steeds beter in te schatten welke maanden of periodes geschikt zijn om investeringen te doen en om een financiële buffer op te bouwen. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil tussen investeringsbegroting en exploitatiebegroting
Het belangrijkste verschil tussen een investeringsbegroting en exploitatiebegroting is dat een investeringsbegroting betrekking heeft op vaste activa (tastbare kapitaalgoederen),

terwijl een exploitatiebegroting betrekking heeft op dagelijkse bedrijfsactiviteiten. ( direct leiden tot opbrengsten en kosten in de winst-en- verliesrekening)

Slide 38 - Tekstslide

Vaste activa die betrekking hebben op tastbare kapitaalgoederen. Voorbeelden van materiële vaste activa zijn: grond, woningen en bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken, vervoermiddelen, machines, installaties en apparatuur, in cultuur gebrachte flora en fauna (bomen, vee).
Persoonlijke begroting
Bereken hoeveel geld je privé nodig hebt om rond te komen.
 Zo weet je welk bedrag je minimaal moet overhouden om rond te kunnen komen en het voortbestaan van de onderneming niet in gevaar te brengen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volg je begroting
Houd je inkomsten en uitgaven bij om te controleren 
of je je aan je begroting houdt.

-Post onvoorzien
-Rond bedragen af

Slide 40 - Tekstslide

Leg uit hoe belangrijk het is om je begroting regelmatig te controleren en aan te passen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies