Onregelmatige werkwoorden (willen/zullen)

Werkwoorden oefening
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden oefening

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
Ik weet  wat de tegenwoordige tijd is van van sommige onregelmatige werkwoorden.
Onregelmatige werkwoorden worden niet vervoegd volgens de regels.

Werkwoord: Mogen
Ik vorm -    Ik mag
Hij vorm -  Hij mag
Wij vorm - Wij mogen


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide



De slager ..... graag een cadeau.
Werkwoord: willen
A
wil
B
wilt
C
willen

Slide 5 - Quizvraag



Jij ..... graag een cadeau.
Werkwoord: willen
A
wil
B
wilt
C
willen

Slide 6 - Quizvraag



De boeven .... niet naar de gevangenis.
Werkwoord: willen
A
wil
B
wilt
C
willen

Slide 7 - Quizvraag



Ik .... de afwas doen.
Werkwoord: zullen
A
zal
B
zult
C
zullen

Slide 8 - Quizvraag



Mijn broer .... mij helpen.
Werkwoord: zullen
A
zal
B
zult
C
zullen

Slide 9 - Quizvraag



Jij .... wel wat anders denken.
Werkwoord: zullen
A
zal
B
zult
C
zullen

Slide 10 - Quizvraag



Ik .... niet liegen.
Werkwoord: zullen
A
zal
B
zult
C
zullen

Slide 11 - Quizvraag



De mensen .... niet liegen.
Werkwoord: zullen
A
zal
B
zult
C
zullen

Slide 12 - Quizvraag