6.3

Paragraaf 6.3
Neerslag

3TK1/3M1 13-06-2022 / 10-06-2022

Werkboek en lesboek open op paragraaf 6.3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.3
Neerslag

3TK1/3M1 13-06-2022 / 10-06-2022

Werkboek en lesboek open op paragraaf 6.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je in voor de klas
code 3M1: oixow
code 3TK1: anhpr

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn juiste eenheden van luchtdruk?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
N/m2
B
N/cm2
C
Pa
D
hPa

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zal de wind vandaan komen?
A
Noordoost
B
Zuidoost
C
Zuidwest
D
Noordwest

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Kennen:
- Hoe regen ontstaat
- Hoe sneeuw ontstaat

Kunnen:
- Bepalen of het gaat sneeuwen of regenen!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denken jullie aan bij neerslag?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het als water in een wolk van een gasvormige naar een vloeibare vorm gaat? (vraag 5)
A
Stollen
B
Rijpen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het dauwpunt is de temperatuur waarbij ...
(vraag 11)
A
een bepaalde hoeveelheid waterdamp in de lucht begint te condenseren
B
een bepaalde hoeveelheid water begint te verdampen
C
ijs begint te smelten
D
water begint te stollen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de onderstaande tekst
Door condensatie van de waterdamp in de lucht ontstaan er kleine waterdruppeltjes, die in de lucht blijven zweven. Veel van die druppeltjes vormen samen een wolk. Gebeurt de  condensatie vlak boven de grond, dan ontstaat mist. Condensatie wordt versneld als de lucht condensatiekernen bevat, zoals roet en stof. Op deze deeltjes kan waterdamp condenseren. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan hier condensatie ontstaan?
(vraag  13)
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

journaal 2 april??
Hoe heet het als water in een wolk van een waterdamp naar ijs gaat?
(vraag 24)
A
Stollen
B
Rijpen
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0ver het ontstaan van sneeuw worden vier uitspraken gedaan. Kruis de juiste uitspraak aan (vraag 25)
A
Sneeuwvlokken ontstaan als regendruppels bevriezen klonteren in een wolk
B
Sneeuwvlokken ontstaan onder een wolk als waterdamp condenseert
C
Sneeuwvlokken ontstaan uit ijskristallen tijdens het rijpen van waterdamp een wolk
D
Sneeuwvlokken zijn samengesmolten ijskristallen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak vraag 9, 12, 21 en 26
Klaar? Start paragraaf 6.4 (vraag 9, 14, 15)
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak foto's van je werkboek, paragraaf 6.3

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies