les 2 - stroomkringen/serie parallel/schakelingen

stroomkringen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

stroomkringen

Slide 1 - Tekstslide

stroomkringen
schakelingen
/serie parallel 

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
  • Elektriciteit stroomt uitsluitend in 
        een gesloten kring, de stroomkring.
  • Een stroomkring bestaat minimaal uit:
       - Een spanningsbron,
       - Een elektrisch apparaat en
       - Aansluitdraden (koper)
  • Uitschakelen: Als je de stroomkring ergens onderbreekt.

Slide 3 - Tekstslide

Stroomkring
1. Spanningsbron
2. Draadjes
3. Gebruiker
  • Lampje
  • Computer
  • Strijkijzer
4. Spanningsbron


Open of gesloten stroomkring

Slide 4 - Tekstslide

Gesloten stroomkring

Slide 5 - Tekstslide

Onderbroken stroomkring

Slide 6 - Tekstslide


Goed

Fout
Met een schakelaar kan je een stroomkring sluiten.
In een serie- schakeling heeft elke vertakking een aparte stroomkring
Plastic is een isolator
Met een dynamo kan je stroom opwekken, met een generator ook.
Stroom meet je met een voltmeter.
75 mA = 0,075 A
Kortsluiting ontstaat als teveel elektrische apparaten tegelijk aan staan.

Slide 7 - Sleepvraag

vul de ontbrekende woorden in. 
Stroom kan alleen lopen door ................................................ stroomkring


Een elektrische apparaat haalt zijn energie uit een ..........................................


Spanning wordt gemeten in ............................................


Stroomsterkte wordt gemeten in ................................................


Materialen die stroom geleiden noemen we een ...........................................


open
gesloten
spanningsbron
stroomkring
Volt
ampere
isolator
geleider

Slide 8 - Sleepvraag

Parallel en serie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Serie/parallel
Serie: 
alle apparaten zitten in één stroomkring. 

Parallel: 
Elk apparaat heeft zijn eigen stroomkring.

Slide 11 - Tekstslide

Schakeling tekenen
1
2

Slide 12 - Tekstslide

Als je schakelingen gaat tekenen, moet je de symbolen weten. 



Slide 13 - Tekstslide

Als je schakelingen gaat tekenen, moet je de symbolen weten. 



Slide 14 - Tekstslide

Hoe is de huisinstallatie geschakeld?
A
In serie
B
Parallel

Slide 15 - Quizvraag

Waar zie je een schakeling waar de lampjes serie en parallel geschakeld zijn?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Is dit een serie- of
parallelschakeling?
A
serie
B
parallel

Slide 17 - Quizvraag


Welke schakeling zie je hier?
A
Parallel
B
Serie

Slide 18 - Quizvraag

Hoe is de schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel

Slide 19 - Quizvraag