hst 4 kracht en beweging

pulsar hst 4 kracht en beweging
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

pulsar hst 4 kracht en beweging

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Drie effecten waaraan je ziet dat er kracht is
  1. De richting van een voorwerp veranderd 
  2. De snelheid van een voorwerp veranderd
  3. De vorm van een voorwerp veranderd 
    




De grootheid Kracht (F) meet je in de eenheid (N=newton)

Slide 2 - Tekstslide

Welke krachten ken je. Noem er minstens 3

Slide 3 - Open vraag

soorten krachten 
  • zwaartekracht Fz (Fz op aarde = m x 10)
                             werkt naar aarde toe
  • spankracht      Fs (in een touw) werkt tegengesteld aan Fs  = -Fz  
  • normaalkracht Fn (voorkomt dat je door vlak dat ondersteunt zakt)Fn= -Fz
  • wrijvingskracht Fw (tegenwerkende kracht van lucht/ondergrond)
  • veerkracht       Fv (tegenwerkende kracht in elastische voorwerpen)
  • verder: spierkracht, kleefkracht, magnetische kracht, windkracht, waterkracht, elektrische kracht enz.

Slide 4 - Tekstslide

Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.
Deze pijl heeft net als een kracht een :
  - aangrijpingspunt (1) (punt waar kracht op het voorwerp werkt)
  - richting (2) (richting waarin de kracht werkt)
  - lengte (3)(grootte van de kracht)
Krachtenschaal: geeft aan met hoeveel Newton 1cm overeenkomt.
b.v. 1,0 cm ^  20 N of 1,0 cm = 20 N                  
1
2
3:  l = ? cm
_

Slide 5 - Tekstslide

Krachtmeter= veerunster
  • De veer in de krachtmeter wordt gelijkmatig uitgerekt door de kracht        
  • Een stugge veer rekt weinig uit -> groot meetbereik
  • Een slappe veer rekt veel uit -> klein meetbereik 

Slide 6 - Tekstslide

  • F netto bepalen: tel alle krachten die in dezelfde richting werken bij elkaar op en haal alle tegenwerkende krachten er vanaf
     
  • Als de spierkracht  groter is dan de totale wrijvingskracht is de netto kracht positief
     
  •  -> Er is een verandering van snelheid  versnelling als Fnetto >0 N  of vertraging als nettokracht negatief  is (dus tegen beweging in) Fnetto < 0 N
Nettokracht = het totaal van alle krachten bij elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Evenwicht als nettokracht nul is
  • Twee krachten zijn in evenwicht als ze evengroot en tegengesteld zijn.
  • Als de twee krachten in evenwicht zijn is de nettokracht gelijk aan nul.
  • -> Een voorwerp staat stil of blijft
    met dezelfde snelheid bewegen

Slide 9 - Tekstslide

4.2  kracht en versnelling 
  • Een eenparige snelheid = Een constante snelheid
    (of stilstand) 
  •  De nettokracht is 0 N
  • Een versnelde beweging = Je gaat steeds sneller
  •   De nettokracht > 0 N          dus meewerkend 
  • Een vertraagde beweging = Je gaat steeds langzamer
  •   De nettokracht < 0 N 
       dus tegenwerkend  

Slide 10 - Tekstslide

4.2 kracht en versnelling 
met deze formule kun je de versnelling berekenen:
 Fnetto = m x a  




Valversnelling g op aarde ongeveer  10 m/s   
 Fz = m x g  

Slide 11 - Tekstslide

4.3 Snelheid = v
  • Meestal is een snelheid niet
    constant.
  • Je berekent dan de
    gemiddelde snelheid met 
gem
gem

Slide 12 - Tekstslide

snelheid-tijd (= v-t ) en afstand tijd(= s-t ) diagram
(t altijd horizontaal, noteer grootheden en eenheden)
Eenparige beweging: 
v = constant 
Eenparige versnelde beweging: 
v = neemt elke sec evenveel toe
Aflezen moet je kunnen, tekenen dit jaar niet!

Slide 13 - Tekstslide

programma 14-4
  • samen nakijken en bespreken+ verbeteren 4.4: opdr 3, 4, 5, 8 (leg ook uit waarom), 11,12 
  • in je schrift oefenopdrachten maken
  • toets hst 4 op 12 mei  (in toetsweek hst 1,2 + klein stukje van hst 6)
  • volgende week les van Dhr. Oorthuizen
  • hw: leren hst 4 en maken een tabel met alle namen en afkortingen van grootheden en eenheden en alle formules die erbij horen zie voorbeeld volgende slide
  • inleveropdracht PTA pract hst 4 (uitleg volgende week) op dinsdag 9 mei
  • evt nog inzage hst 3 toets (niet voor Bas!()

Slide 14 - Tekstslide

grootheid 
afkorting
eenheid
afkorting
formule
kracht 
Newton
N
massa
m
kilogram
kg
versnelling 
a
meter per
seconde kwadraat
m/s2
F = m x a

snelheid
v
meter per 
seconde
m/s
v gem =   s  
                 t
afstand
s
meter
m
tijd
t
seconde
s
lengte (arm)
l
meter
m
F1 x l1 = F2x l2
bij evenwicht

Slide 15 - Tekstslide

grootheid 
afkorting
eenheid
afkorting
formule
kracht 
Newton
N
massa
m
kilogram
kg
versnelling 
a
meter per
seconde kwadraat
m/s2
F = m x a

snelheid
v
meter per 
seconde
m/s
v gem =   s  
                 t
afstand
s
meter
m
tijd
t
seconde
s
lengte (arm)
l
meter
m
F1 x l1 = F2x l2
bij evenwicht

Slide 16 - Tekstslide

4.4 Hefbomen
  • Hefboom bestaat uit: 
  1. arm 1, 
  2. arm 2,
  3. draaipunt. 
  • Bij hefboom in evenwicht geldt hefboomregel: Links en rechts van draaipunt moeten gelijk zijn
  •                                                                                                     kracht 1 x arm 1 = kracht 2 x arm 2
                                                                                                                               F1 x l1 = F2 x l2
                                                                                  
      ( eenheden:                  N x m  = N x m )

Functiehefboom = vergroten van (spier)kracht

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link