De vier paradigma's: begrijpen en toepassen

De vier paradigma's: begrijpen en toepassen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De vier paradigma's: begrijpen en toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de vier paradigma's herhalen en toepassen in een specifieke context.

Slide 2 - Tekstslide

Leg het leerdoel uit en vertel waarom het belangrijk is voor de studenten om dit te leren.
Wat weet je al over de vier paradigma's?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn paradigma's?
Een paradigma is een manier van denken, een referentiekader dat je gebruikt om de wereld te begrijpen. Het beïnvloedt hoe je dingen waarneemt, analyseert en interpreteert.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een definitie van paradigma's en maak duidelijk dat ze van invloed zijn op ons denken en handelen.
De vier paradigma's
1. Functionalistisch paradigma
2. Conflict paradigma
3. Symbolisch interactionistisch paradigma
4. Postmodern paradigma

Slide 5 - Tekstslide

Noem de vier paradigma's en leg uit dat de studenten deze moeten kunnen herhalen en begrijpen.
Functionalistisch paradigma
Dit paradigma gaat ervan uit dat de samenleving een systeem is dat bestaat uit onderling afhankelijke onderdelen die bijdragen aan het behoud van het geheel.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat het functionalistisch paradigma inhoudt en geef voorbeelden van hoe dit van toepassing kan zijn.
Conflict paradigma
Dit paradigma gaat ervan uit dat de samenleving bestaat uit groepen mensen die strijden om schaarse hulpbronnen en macht.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat het conflict paradigma inhoudt en geef voorbeelden van hoe dit van toepassing kan zijn.
Symbolisch interactionistisch paradigma
Dit paradigma gaat ervan uit dat mensen betekenis geven aan de wereld om hen heen door middel van symbolen en taal.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat het symbolisch interactionistisch paradigma inhoudt en geef voorbeelden van hoe dit van toepassing kan zijn.
Postmodern paradigma
Dit paradigma gaat ervan uit dat er geen objectieve waarheid bestaat en dat alles subjectief is. Het benadrukt de rol van taal, macht en verschil in ons begrip van de wereld.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat het postmodern paradigma inhoudt en geef voorbeelden van hoe dit van toepassing kan zijn.
Toepassen van de paradigma's
Hoe kun je de paradigma's toepassen op een specifieke context? Denk na over welk paradigma het best past bij de situatie en analyseer de situatie vanuit dat perspectief.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe de studenten de paradigma's kunnen toepassen in een specifieke context en geef voorbeelden. Laat ze oefenen met het toepassen van de paradigma's in groepjes.
Kritisch denken
Het begrijpen en toepassen van de paradigma's vereist kritisch denken. Je moet in staat zijn om de sterke en zwakke punten van elk paradigma te begrijpen en te beoordelen welke het beste past bij de situatie.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe kritisch denken van belang is bij het begrijpen en toepassen van de paradigma's en geef voorbeelden van hoe je kritisch kunt denken.
Samenvatting
De vier paradigma's zijn: functionalistisch, conflict, symbolisch interactionistisch en postmodern. Om ze te begrijpen en toe te passen moet je kritisch kunnen denken en in staat zijn om ze toe te passen op een specifieke context.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en leg uit waarom deze belangrijk zijn om te onthouden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.