Mijn proefles

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vind je gamen leuk?

Slide 2 - Open vraag

Opdracht pg 2&3
Vaardigheden
Wat kan je al?
Waar wil je verder op oefenen?

Slide 3 - Tekstslide

schooltaalwoorden
Worden alleen gebruikt in school
Worden overal gebruikt
Om opdrachten beter te begrijpen

Slide 4 - Poll

Opdracht
Ga op zoek naar de onderstaande woorden in je cursus, markeer ze in het groen, en noteer de betekenis in eigen woorden.

Slide 5 - Tekstslide

mar·ke·ren (markeerde, heeft gemarkeerd)
merken, stempelen
aanduiden; het belang aangeven van
betekenen: het einde van de oorlog markeerde een nieuw begin

Slide 6 - Poll

no·te·ren (noteerde, heeft genoteerd)
A
aantekenen, optekenen, opschrijven
B
een prijs, koers bereiken: de dollar noteert € 1,21
C
(sport) behalen: ze noteerde de derde tijd
D
Geen van alles

Slide 7 - Quizvraag

ver·ge·lij·ken (vergeleek, heeft vergeleken)
A
minnelijke schikking: een vergelijk treffen
B
vergelijkend onderzoek
C
vergeleken met vroeger is er veel veranderd
D
vergeleken met (of: bij) goud is zilver niet duur

Slide 8 - Quizvraag

ali·nea (de; v; meervoud: alinea's)
A
een geschreven tekst
B
beginnend op een inspringende regel
C
tekstgedeelte tussen twee inspringingen of tussen twee regels wit
D
de woorden van een geschreven stuk

Slide 9 - Quizvraag

be·re·ke·nen (berekende, heeft berekend)
A
door rekenen bepalen
B
in rekening brengen
C
met getallen werken
D
in aanmerking nemen

Slide 10 - Quizvraag