GHZ Thema 15: Begeleidingsmethoden

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

verschillende begeleidingsvormen

vandaag:

-begeleidingsvormen die aansluiten op ontwikkelingsniveau

-begeleidingsvormen op relationele basis.

Hoe zat het ook al weer met de ontwikkelingsniveaus bij mensen met een verstandelijke beperking? (tip: het zijn er vier!)

Ernstig verstandelijk beperkt

*Weinig begrip van geschreven taal, getallen, hoeveelheden, tijd en geld.

*Gedurende het hele leven uitgebreide ondersteuning nodig bij het oplossen van problemen

*Gesproken taal is sterk beperkt en gericht op het hier en nu en op dagelijkse gebeurtenissen

*Begrip is mogelijk van eenvoudig geformuleerde uitingen en communicatie met behulp van gebarentaal

vervolg

*Relaties met gezinsleden en bekende anderen kunnen een bron van plezier en ondersteuning zijn

*Ondersteuning nodig voor alle dagelijkse activiteiten zoals maaltijden, aankleden en wassen maar het is mogelijk een *verscheidenheid aan vrijetijdsvaardigheden te ontwikkelen

*Een IQ tussen de 20 en 35

zeer ernstig verstandelijke beperking

*Niet in staat om voorwerpen doelgericht te gebruiken voor zelfzorg, werk en vrijetijdsactiviteiten

*Nauwelijks inzicht in symbolische communicatie, gesproken taal of gebarentaal maar begrip van enkele eenvoudige instructies of gebaren is mogelijk

*Wensen en emoties worden vooral geuit door non-verbale, niet-symbolische communicatie

*Genieten van relaties met vertrouwde familieleden, verzorgers en bekende anderen en reageren met gebaren en emotionele signalen

vervolg

*Afhankelijk van anderen voor alle aspecten van de persoonlijke verzorging, gezondheid en veiligheid

*Zonder ernstige lichamelijke beperking en met ondersteuning van anderen is het mogelijk om te helpen bij dagelijkse taken thuis of plezier ervaren in het luisteren naar muziek of wandelen

*Een IQ onder de 20

Er zijn twee begeleidingsvormen die aansluiten op laagste niveaus van ervaringsordening, welke twee?

Basale stimulatie:

- aanbieden van eenvoudige prikkels

- wereld moet continue tastbaar, zichtbaar en ruikbaar zijn.

-veilig gevoel creëren.

- wordt wel eens verward met snoezelen.

Het verschil tussen snoezelen en basale stimulatie zit hem in:

1. Snoezelen gaat om een vorm van communicatie
2. Basale stimulatie gaat om een vorm van communicatie
3. Beide zijn een vorm van ontspannen
4. Beide zijn een vorm van communicatie

Uitgangspunt basale stimulatie

Door bewust uitvoeren van (verzorgende) handelingen en het bewust omgaan met bewegingen, bij de zorgvrager met een verstandelijke beperking, leidt tot actief uitoefenen van invloed.

Bijv. meer controle over het eigen lichaam (hoofd rechtop houden)

Het verschil tussen basale stimulatie en zintuigelijke stimulatie is:

zintuigelijke stimulering

- ontwikkeld door Nilsen

-vergelijkt ontwikkeling met kinderen zonder verstandelijke beperking

-gaat uit van mogelijkheden, niet van beperking

-ontwikkeling gaat altijd door

-buitenwereld leren kennen door ik besef.

Begeleidingsvormen op relationele basis gaan uit van het principe van:

1. Relatie
2. Probleemgedrag
3. Hechting
4. Vriendschap

Hechtingstheorie van Bowlby

Bowlby

- toont belang van hechting en aanwezigheid van warme en zorgende relaties in kinderjaren.

-Wanneer dit niet aanwezig is kan er gedragsproblematiek ontstaan.

Waarom hebben mensen met een verstandelijke beperking in een instelling meer risico op hechtingsproblematiek?

Tender love and caring komt voor uit:

1. Belang van moeder-kind relatie in de eerste levensjaren
2. liedje van Elvis Presley..''love me tender''
3. De liefde en zorgzaamheid van de mensen in het vak

Zelf aan de slag:

*Groep 1:  Schrijf een begeleidingsplan ADL op basis van basale stimulatie.

*Groep 2: beschrijf wat voor een competenties de verpleegkundige nodig heeft bij zintuigelijke stimulering.

*Groep 3: beschrijf de vier fases in de ontwikkeling van gehechtheid volgens Bowlby.

*Groep 4: Beschrijf op welke wijze je een ADL moment verzorgd volgens de tender love and caring attitude

Vrijdag:

*Begeleidingsvormen bij gedragsproblemen.

*Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE)

Boek: Gehandicapten zorg

blz. 282 t/m 288