Vaardigheden 2

Bij het einde van de timer
  • Stil
  • Ipad plat op tafel
  • Mobieltje weg
Klassenregels:
1. Tijdens de les luisteren we naar de docent
2. We doen wat de docent van ons vraagt
3. Blijven van elkaar en elkaars spullen af
4. Iedereen hoort erbij
5. We reageren niet de hele tijd op elkaar
timer
5:00
H.O.P.E






Leerdoelen; aan het einde van de les weet je:
  • Welke oorzaken er voor de opstand waren
  • Hoe het verloop van de opstand verliep


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bij het einde van de timer
  • Stil
  • Ipad plat op tafel
  • Mobieltje weg
Klassenregels:
1. Tijdens de les luisteren we naar de docent
2. We doen wat de docent van ons vraagt
3. Blijven van elkaar en elkaars spullen af
4. Iedereen hoort erbij
5. We reageren niet de hele tijd op elkaar
timer
5:00
H.O.P.E






Leerdoelen; aan het einde van de les weet je:
  • Welke oorzaken er voor de opstand waren
  • Hoe het verloop van de opstand verliep


Slide 1 - Tekstslide

Waarom kijken we bij geschiedenis alleen naar 'historie' en de niet de prehistorie?
A
De prehistorie is minder interessant omdat er minder mensen op aarde woonden
B
Er valt meer te leren uit de historie, omdat er toen veel meer gebeurde
C
Bij geschiedenis wordt gekeken naar visies en die waren er niet in de prehistorie
D
De historie staat nou eenmaal dichter bij onze tijd.

Slide 2 - Quizvraag

Fragment uit de Prehistorie
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 3 - Quizvraag

Potscherf uit Griekenland
A
Primair
B
Secundair

Slide 4 - Quizvraag

Bron 2: ”Stel je eens voor dat er niemand meer zou wonen in Sparta en dat alleen de tempels en de fundamenten van gebouwen er nog waren. Dan zou niemand toch geloven dat ze ooit zo machtig waren als in de verhalen over hen verteld wordt”.
A
Mening
B
Feit

Slide 5 - Quizvraag

1. Columbus ontdekt Amerika.
2. Midden- en Zuid-Amerika worden geteisterd door ziektes.

A
Zin 1 is oorzaak, zin 2 gevolg
B
Zin 1 is gevolg, zin 2 oorzaak

Slide 6 - Quizvraag

Hiërogliefen schrift
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 7 - Quizvraag

Bron 4: “De productie van witte lakens was aan strenge regels en kwaliteitsnormen gebonden. Het eindproduct werd gekeurd door door de stad aangestelde keurmeesters. Die voorzagen de lakens van een kwaliteitszegel.”
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quizvraag

Viking Fibula (replica)
A
Primair
B
Secundair

Slide 9 - Quizvraag

Vaardigheid 7: Gebonden aan tijd en plaats
Cortez (1520): afschuwelijk
Wij (2019): vies, raar, etc.
Azteken (1520): normaal, hoort bij het geloof...

Ik zie op de afbeelding: Mensen die iets uit een man snijden.
Dit betekent: Dat er een soort offer wordt gemaakt.
Hieruit concludeer ik dat deze bron gebonden is aan tijd en plaats, omdat Voor de Azteken was dit een ritueel dat bij hun geloof hoorde
Waarom is het in die tijd normaal?

Slide 10 - Tekstslide

Op de afbeelding: 'Heksenverbranding in Keulen (circa 1600)'

Waarom is dit in die tijd normaal?

Slide 11 - Open vraag

'Arabische kaart van het universum met de Aarde in het midden'

Waarom is dit in die tijd normaal?

Slide 12 - Open vraag

'Christenvervolging in het Colosseum in het Romeinse rijk'

Waarom is dit in die tijd normaal?

Slide 13 - Open vraag

Vaardigheid 8: betrouwbaarheid van bronnen
1.    Wanneer is de bron gemaakt: Hoe minder tijd tussen de gebeurtenis en de bron, hoe betrouwbaarder.

2.    Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen: Hoe minder tussen personen des te betrouwbaarder is de bron.

3.    Wat is de bedoeling van de bron:  Hoe zakelijker en onpartijdiger, des te betrouwbaarder is de bron.

Slide 14 - Tekstslide

Tacitus is een Romeinse schrijver, hij ging vaak met de troepen mee en schreef zo nauwkeurig mogelijk op wat hij zag.


Is deze bron betrouwbaar? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Arabische generaal onder leiding van Saladin (circa ~1300). Geschreven gedurende de kruistochten 1000-1500.

Is deze bron betrouwbaar? leg je antwoord uit

Slide 16 - Open vraag

Vaardigheid 9: tijdvakken

Slide 17 - Tekstslide