étape 3 les vêtements/ les accessoires/ les couleurs

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Traduis F-N:
le vêtement
A
het kledingstuk
B
de kleding
C
de kledingkast
D
de kleren

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 4 - Open vraag


Welk Frans kleding-
merk heeft een haan
als logo?
A
Petit Bateau
B
Le Coq Sportif
C
Lacoste
D
Esprit

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 7 - Open vraag

4) la taille
A
de kledingmaat
B
de winkel
C
het model
D
de dag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 10 - Open vraag

Kies de goede vertaling van:
j'ai besoin de vêtements.
A
Ik heb kleding nodig.
B
Ik koop kleding.
C
Ik ga kleding passen.
D
Ik wil nieuw kleding.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 13 - Open vraag

Wat is geen kleding ?
A
le pull
B
la veste
C
le pantalon
D
la voiture

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 16 - Open vraag

Welk woord is geen kleding?
A
la robe
B
le pull
C
vert
D
la basket

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 25 - Open vraag

Wat is geen accessoire ?
A
les lunettes de soleil
B
la ceinture
C
la couleur
D
le sac

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 32 - Open vraag

Je wilt graag weten wat je klasgenoot van je kleding vindt. Wat vraag je?
A
Tu fais quelle taille?
B
Ils coutent combien, ces vêtements?
C
Tu veux l'acheter?
D
Comment tu trouves mes vêtements?

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 35 - Open vraag

Qu'est-ce que tu aimes porter?
A
Wat draag je voor kleding?
B
Wat vind je leuk om te dragen?
C
Wat draagt hij graag?
D
Wat vind je niet leuk om te dragen?

Slide 36 - Quizvraag

acheter des vêtements
A
winkelen
B
kleding kopen
C
naar de stad gaan
D
een jurk passen

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 39 - Open vraag

le pull
A
de kleding
B
een kledingstuk
C
een trui
D
de trui

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Qu' est-ce que c' est?

Slide 42 - Open vraag

Quelles sont les couleurs
du drapeau belge?
A
bleu, blanc, rouge
B
noir, jaune, rouge
C
orange, blanc, vert
D
noir, rouge, jaune

Slide 43 - Quizvraag

Les couleurs du drapeau français sont:
A
rouge, blanc, bleu
B
bleu, blanc, rouge
C
bleu, rouge, blanc

Slide 44 - Quizvraag