Herhalingsles H4 en H5 van havo 4 boek BVJ

Herhalingsles H4 en H5 BVJ
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles H4 en H5 BVJ

Slide 1 - Tekstslide

H4: Erfelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke begrippen H4
Genotype: de verzameling genen in een cel.
In erfelijkheidsvraagstukken; Gg of gg of XkY, etc

Fenotype: waarneembare eigenschappen van een individu.
In erfelijkheidsvraagstukken: 'Kleurenblind, jongen'

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke begrippen H4
Gen: deel van het chromosoom dat codeert voor één erfelijke eigenschap (bijvoorbeeld oogkleur)

Allel: mogelijke invulling van een gen.
Gen: 'oogkleur', Allel: 'blauw of bruin of groen'.

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijke begrippen H4
Dominant allel: komt altijd tot uiting komt in het fenotype.

Recessief allel: komt alleen maar in het fenotype tot uiting komt als er geen dominant allel is.

Onvolledig dominant allel: komt deels tot uiting in het fenotype.
Voorbeeld: allel voor rood en allel voor wit samen levert roze op.

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke begrippen H4
Homozygoot: twee dezelfde allelen
bv. GG of gg

Heterozygoot: twee verschillende allelen
bv. Gg

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke begrippen H4
X-chromosomaal / geslachtschromosomaal: de eigenschap is gelegen op het geslachtschromosoom.
Voorbeeld: kleurenblindheid. XKXk of XkY

Autosomaal: op een 'normaal' chromosoom gelegen (alles behalve het geslachtschromosoom) gelegen.
Voorbeeld: oorlelvorm. LL of Ll of ll

Slide 7 - Tekstslide

Overervingssystemen
1 Dominant-recessief (Gg)
2 Intermediair (RW)
3 Multipele allelen (IA, IB en i) / (VA, Va en v)

Binnen deze systemen kan ook nog sprake zijn van:
- Autosomale overerving of X-chromosomale overerving
- Letale combinaties van allelen of gekoppelde overerving.

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet je kunnen?
Je moet zélf een kruising kunnen uitschrijven, op de manier die ik je vorig jaar heb aangeleerd, met elke van de genoemde systemen. Ook in de vorm van een stamboom.

Vraag kan zijn: "Wat is de genotype- en fenotypeverdeling in de F1-generatie bij de volgende kruising...". Of: "Leidt uit de F1 uit wat het genotype van de ouders moet zijn". Etc.

Slide 9 - Tekstslide

Dominant-recessief systeem
Een voorbeeld, uitgewerkt door Stefan

Horens = dominant, autosomaal = H
Geen horens = recessief, autosomaal = h

Slide 10 - Tekstslide

Intermediair systeem
Een voorbeeld, uitgewerkt door Stefan.

Rood = intermediair, autosomaal = R
Wit = intermediair, autosomaal = W

Slide 11 - Tekstslide

Multipele allelen: co-dominantie
Een voorbeeld, uitgewerkt door Stefan.
bloedfactor A = co-dominant, autosomaal = IA
bloedfactor B = co-dominant, autosomaal = IB
géén bloedfactor = recessief, autosomaal = i

Slide 12 - Tekstslide

Letale factor

Een voorbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Gekoppelde genen

Slide 14 - Tekstslide

Bouw van chromosoom/DNA
Zie bioplek:

https://www.bioplek.org/animaties/erfelijkheidsleer/chromosoom2x.html

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Mutaties
Mutatie = toevallige verandering van DNA

Meestal geen grote uitwerking
Soms wel: in geslachtscel, zygote, embryo, stamcel

Slide 17 - Tekstslide

Evolutie
Zie prezi (volgende slide)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link