Rekenen les 3

Welkom
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Rekenen met breuken
Je leert vereenvoudigen
Je leert helen uit breuken halen
Je leert optellen, aftrekken en vermenigvuldigen met ongelijke noemers

Waarvoor gebruiken we het?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Rekenen met breuken
Je leert vereenvoudigen
Je leert helen uit breuken halen
Je leert optellen, aftrekken en vermenigvuldigen met ongelijke noemers

Waarvoor gebruiken we het?
bij koken, meten, naaien, timmeren

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Rekenen met breuken
Je leert vereenvoudigen
Je leert helen uit breuken halen
Je leert optellen, aftrekken en vermenigvuldigen met ongelijke noemers

Als je weet van jezelf dat je hier goed in was op de basisschool
Dan mag je vast aan de slag! Je werkt wel IN STILTE!

Slide 4 - Tekstslide

terugblik vorige les
Vragen?

Slide 5 - Tekstslide

Welk deel is hier gekleurd?


Welk deel is gekleurd?

Slide 6 - Tekstslide

Breuken
Wat is de noemer?
Wat is de teller? 
Kan je deze breuken vereenvoudigen? 
128
2118

Slide 7 - Tekstslide

Helen eruit halen
Hoeveel helen noemers zitten in de teller? 
412
315

Slide 8 - Tekstslide

Helen eruit halen
Hoeveel helen  zitten er in? 
Hoeveel stukjes hou je over? 
418
915

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent dit?

Slide 10 - Tekstslide

Samen oefenen
Kleiner dan, groter dan

54
52
52
82
93
32

Slide 11 - Tekstslide

Zijn deze breuken gelijk? 

Slide 12 - Tekstslide

Zijn deze breuken gelijk? 
93
128
84
63
53
159

Slide 13 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken
1. Alleen waarbij noemer (onderkant) gelijk is
2. De teller (bovenkant) tel je bij elkaar op. 

Voorbeeld: 

62+63=

Slide 14 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken
Zelf oefenen:

51+52=

Slide 15 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken
Maar wat als de noemer ongelijk is? 


Voorbeeld: 

52+153=

Slide 16 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken
Maar wat als de noemer ongelijk is? 
iets


Zelf oefenen

71+32=

Slide 17 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken
Maar wat als de noemer ongelijk is? 


Zelf oefenen

61+42=

Slide 18 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken
En als er helen voorstaan?


Zelf oefenen

181+262=

Slide 19 - Tekstslide

Breuken vermenigvuldigen
Heel getal met een breuk

Vermenigvuldig het hele getal met de teller

Voorbeeld: 

283=

Slide 20 - Tekstslide

Breuken vermenigvuldigen
1. Vermenigvuldig de tellers met elkaar.
2. Vermenigvuldig de noemers met elkaar.

Voorbeeld: 

7253=

Slide 21 - Tekstslide

Samen oefenen
6543=
8554=

Slide 22 - Tekstslide

Hoe werkt dit?
265343=
485254=

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
Rekenen met breuken
Je leert vereenvoudigen en helen uit breuken halen
Je leert optellen, aftrekken en vermenigvuldigen

Waarvoor gebruiken we het?
Bij koken, meten, naaien, timmeren

Huiswerk: opdracht 19 en 21 (blz 113 , 114)
Extra oefenen met tafels: installeer de volgende apps tafelmonster, rekenkoning

Slide 24 - Tekstslide