H4 - TH7 - E&M - BS5

thema 7 - ecologie en milieu
BS 5
kringlopen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 7 - ecologie en milieu
BS 5
kringlopen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS 5
7.5.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.

7.5.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Kringlopen in BS5
koolstofkringloop
stikstofkringloop

Slide 3 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Opdeling in twee verschillende groepen organismen: autotrofe en heterotrofe organismen.

Autotrofe organismen kunnen uit anorganische stoffen organische stoffen maken. Hierbij maken ze gebruik van chloroplasten en lichtenergie.

Heterotrofe organismen: organische stoffen uit andere organische stoffen. Voor de organische stoffen zijn zij afhankelijk van autotrofe organismen.
Dode resten en andere afvalproducten van organismen heet detritus of afval. Dit wordt afgebroken door dierlijke afvaleters en reducenten tot CO2, dat weer door autotrofe organismen opgenomen kan worden.

Slide 4 - Tekstslide

koolstofkringloop
CO2 wordt 
  • vastgelegd
(assimilatie)
  •  komt weer vrij
(dissimilatie)

Slide 5 - Tekstslide

koolstofkringloop
CO2 wordt 
  • vastgelegd
(assimilatie)
fotosynthese 


Slide 6 - Tekstslide

koolstofkringloop
CO2  

  •  komt weer vrij
(dissimilatie)
(de aerobe)

Slide 7 - Tekstslide

Assimilatie & dissimilatie
Assimilatie heeft te maken met opbouw. Fotosynthese is een vorm van koolstofassimilatie. 

In de voortgezette assimilatie wordt door de dier/plant glucose omgezet in eiwitten, vetten en koolhydraten.

Dissimilatie heeft te maken met afbraak: organische stoffen worden weer afgebroken.

Slide 8 - Tekstslide

autotroof v.s. heterotroof

Slide 9 - Tekstslide

let op legenda:
groen = producent
blauw = consument
bruin = reducent

Slide 10 - Tekstslide

verstoorde koolstofkringloop
koolstof is opgeslagen in 
gesteente
fossiele brandstoffen

door deze te verbranden 
komt er extra CO2 in de 
atomsfeer 

Slide 11 - Tekstslide

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 12 - Tekstslide

Kringlopen in BS5
koolstofkringloop
stikstofkringloop

Slide 13 - Tekstslide

Stikstofkringloop

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Stikstofkringloop
let op legenda:
groen = producent
blauw = consument
bruin = reducent

Slide 16 - Tekstslide

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
interactive BiNaS tabel van de stikstofkringloop 

Slide 17 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Organisch gebonden stikstof komt vooral voor in eiwit, nucleotiden en nucleïnezuren. Stikstof komt ook voor in afvalproducten als ureum.
  • Producenten nemen stikstof op via NO3- of NH4+. Stikstoffixerende bacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in bruikbare stikstof voor planten. Dit kan alleen anaeroob. Vandaar dat deze bacteriën in symbiose leven met planten. 
  • Consumenten halen stikstof alleen uit plantaardige eiwitten.
  • Reducenten zetten via ammonificatie stikstofhoudende verbindingen om in NH3. De ammoniak (NH3) wordt door nitrificerende bacteriën omgezet in nitriet en vervolgens in nitraat.
  • Bij denitrificatie wordt nitraat door bacteriën omgezet in stikstofgas. 

Slide 18 - Tekstslide

kringlopen
let op:
ook fosfor, zwavel, kalium en ijzer hebben een kringloop

start: opname uit de bodem via producenten (planten)
via: consumenten
einde: door reduceren weer terug de bodem in

Slide 19 - Tekstslide

opdrachten 
Maak opdrachten:
30 tm 38 + Testjezelf BS5

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video