CO 4.3 Verschil tussen kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd

Verschil tussen kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Verschil tussen kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd

Slide 1 - Tekstslide

Verschil tussen kalenderleeftijd
en ontwikkelingsleeftijd

Slide 2 - Woordweb

Inhoudsopgave
Voorkennis

Doelen + stellingen
Kalenderleeftijd, biologische leeftijd, en ontwikkelingsleeftijd, wat betekent het?
Factoren die de ontwikkeling bepalen
Ontwikkelingsfase, ontwikkelingstaken en ontwikkelingsachterstand
Onderscheid in ontwikkelingsaspecten
Filmpje
IQ
Quiz


Kaas

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Na deze les weet je meer over kalenderleeftijd en leeftijd op verschillende ontwikkelingsaspecten
Je weet wat een disharmonisch intelligentieprofiel is. 

Slide 4 - Tekstslide

Iemand met een ontwikkelingsleeftijd van 4 jaar moet je ook als een kind van 4 behandelen
EENS
ONEENS

Slide 5 - Poll

Iemand met een ontwikkelingsleeftijd van 3 jaar is nooit seksueel actief
EENS
ONEENS

Slide 6 - Poll

Iemand met een ontwikkelingsleeftijd van 1 jaar kan niet lopen
EENS
ONEENS

Slide 7 - Poll

Leeftijd

Kalenderleeftijd
Biologische leeftijd
Ontwikkelingsleeftijd
IQ



Slide 8 - Tekstslide

Factoren die de ontwikkeling bepalen
Interne factoren
  •  Erfelijke eigenschappen, sekse, aanleg, persoonlijkheid
 
Externe factoren
  •  De directe omgeving
  •   Sociale en economische factoren
  •  Culturele factoren
  •  Ingrijpende levensgebeurtenissen
  •  Zelfbepaling
  •  Eigen regie
Methodiek MZ, A.C, Verhoef

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingsfase + ontwikkelingstaken

Ongeboren kind - 40 weken
Zuigeling - 0 – 18 Maanden
Peuter - 0 – 18 Maanden
Kleuter - 4 – 6 jaar
Schoolkind - 6 – 12 jaar
Puber - 12 – 17 jaar
Adolescent - 17 – 25 jaar
Volwassene - 25 – 67 jaar
Oudere mens - 67 jaar en ouder








Kaas

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkelingsachterstand
- Motoriek (bewegen)
- Taal en spreken
- Cognitie (denkvermogen)
- Gedrag/sociaal-emotioneel

https://www.radboudumc.nl/expertisecentra/expertisecentra-zeldzame-aandoeningen/zeldzame-aangeboren-ontwikkelingsstoornissen/bijzondere-zorg-voor-bijzondere-kinderen/wat-is-een-ontwikkelingsachterstand

Slide 11 - Tekstslide

Onderscheid in ontwikkelingsaspecten 
Lichamelijke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Sexuele ontwikkeling

Verhoef, A.C, Schrijnemakers, A.M.C & De Koning, C.J. (2017). Methodiek MZ. (Eerste druk, derde oplage). Rotterdam, Nederland: ThiemeMeulenhoff.
Persoonlijke communicatie gedragskunde Severinus, 2021
Kaas

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welke factor bepaalt niet de ontwikkeling?
A
Externe factoren
B
Competentie factoren
C
Zelf bepaling
D
Interne factoren

Slide 14 - Quizvraag

wat valt niet onder de grove motoriek?
A
Puzzelen
B
Sjoelen
C
Tikkertje spelen
D
Bal overgooien

Slide 15 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort bij de ontwikkelingsfase van een kleuter?
Kaas
A
3-5 jaar
B
5-7 jaar
C
4-6 jaar
D
6-8 jaar

Slide 16 - Quizvraag

Wat valt niet onder de fijne motoriek?
A
Kleuren
B
Zwemmen
C
Veters strikken
D
Kleien

Slide 17 - Quizvraag

Wat hoort er niet bij de sociale ontwikkeling?
A
Samen werken/samen spelen
B
Een gesprek voeren met een ander
C
Sociale contacten onderhouden
D
Gevoelens van anderen begrijpen

Slide 18 - Quizvraag

Seksuele ontwikkeling en motorische ontwikkeling vallen onder hetzelfde ontwikkelingsaspect?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

De waarden en normen van je ouders kunnen invloed hebben op je ontwikkeling?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

IQ-test voor kinderen
Het verschil tussen verbaal IQ en performaal IQ komt naar voren in de veelgebruikte Weschler Intelligence Test for Children (WISC-III test).

Het verbale IQ verwijst naar taalvaardigheid en algemene ontwikkeling, terwijl het performale IQ betrekking heeft op handelen, toepassen van kennis, en ruimtelijk inzicht. Deze subtests vormen samen de basis voor de berekening van het totale IQ.

Slide 21 - Tekstslide

 Een disharmonisch profiel :
ontstaat wanneer de scores op het verbale en performale deel sterk uiteenlopen. Dit betekent dat een kind bijvoorbeeld zeer goed kan zijn in het begrijpen van teksten en taalvaardig is, maar moeite heeft met het toepassen van kennis en het plannen en organiseren. Het omgekeerde komt ook voor, waarbij een leerling praktisch vaardig is maar moeite heeft met schoolse kennis en zich verbaal uitdrukken.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag met de opdracht 

Slide 23 - Tekstslide