Herhalen H1 Learnbeat

Herhalen H1







Scheidingsmethoden
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalen H1







Scheidingsmethoden

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Herhalen klas 2
Fases
faseovergang
stofeigenschap
brander

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent dit symbool?
A
Gevaar gezondheid
B
Giftige stoffen
C
Gevaar milieu
D
Schadelijke of irriterende stoffen

Slide 3 - Quizvraag

Dit symbool betekent:
A
corrosief
B
ontvlambaar
C
irriterend
D
ontplofbaar

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet het hiernaast afgebeelde glaswerk
A
Erlenmeyer
B
Maatkolf
C
Maatcilinder
D
Bekerglas

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het glaswerk hiernaast?
A
Erlenmeyer
B
Reageerbuisje
C
Maatcilinder
D
Bekerglas

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de vlam naar de goede afstelling.
pauzevlam
geen vlam
ruizende blauwe vlam
geen vlam

Slide 7 - Sleepvraag

Welke faseaanduiding hoort er bij welke fase?
Vast
Vloeibaar
Gas
Opgelost in water
(l)
(aq)
(s)
(g)

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.
1
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 9 - Sleepvraag

stofeigenschap
geen stofeigenschap
volume
massa
dichtheid
smeltpunt
poeder
elastisch
goed oplosbaar in water
temperatuur
fase bij kamertemperatuur
kleur
geur

Slide 10 - Sleepvraag

1.2
mengsel/zuivere stof
soorten mengsels

Slide 11 - Tekstslide

Welk plaatje geeft een mengsel aan en welke een zuivere stof
Mengsel
Zuivere stof

Slide 12 - Sleepvraag

dit mengsel is:
het is dus een:
dit mengsel is:
het is dus een:
helder
troebel
oplossing
suspensie

Slide 13 - Sleepvraag

Suspensie
Emulsie
Oplossing
Omschrijving
Voorbeeld
Rook
Nevel
Vaste stof die niet oplost in vloeistof
Vloeistof die niet oplost in vloeistof
Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof
Krijt in water
Zout in water
Mayonaise
Vloeistofdruppels fijn verdeeld in een gas
Vaste deeltjes fijn verdeeld in een gas
Deodorant spray
Roetwolk uit een uitlaat van een auto

Slide 14 - Sleepvraag

1.3
filtreren
bezinken en afgieten
centrifugeren (en afgieten)

Slide 15 - Tekstslide

Een zuivere stof kun je scheiden met een scheidingsmethode
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Hieronder zie je drie modellen van processen. Welk van de processen stelt scheiden voor?
A
B
C

Slide 17 - Quizvraag

Een suspensie kan ik scheiden met behulp van ...
A
Destilleren
B
Adsorptie
C
Filtratie
D
Extraheren

Slide 18 - Quizvraag

Waar staat de juiste omschrijving
A
A = filter B= filtraat C = residu
B
A = filtraat B = filter C = residu
C
A = filter B = residu C = filtraat
D
A = filtraat B = residu C = filter

Slide 19 - Quizvraag

Bezinken berust op hetzelfde verschil in stofeigenschappen als de scheidingsmethode:
A
Filtreren
B
Zeven
C
Centrifugeren
D
Adsorberen

Slide 20 - Quizvraag

Kun je een oplossing scheiden door filtreren?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

1.4
extraheren/extractie
adsorberen/adsorptie

Slide 22 - Tekstslide


Welke scheidingsmethode berust op een verschil in aanhechtingsvermogen.
A
Filtratie
B
Extraheren
C
Indampen
D
Adsorptie

Slide 23 - Quizvraag

Op welk verschil in stofeigenschappen berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 24 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode wordt gebruikt in een gasmasker om giftige gassen tegen te houden?
A
filtratie
B
extractie
C
centrifugeren
D
adsorptie

Slide 25 - Quizvraag

Zand lost niet op in water, zout wel. Je kunt deze stoffen van elkaar scheiden door verschil in oplosbaarheid. Dit heet...
A
adsorberen
B
bezinken
C
centrifugeren
D
extraheren

Slide 26 - Quizvraag

Adsorptie berust op een verschil in de stofeigenschap:
A
Oplosbaarheid
B
Dichtheid
C
Aanhechtingsvermogen
D
Deeltjesgrootte

Slide 27 - Quizvraag

Welke van deze twee plaatjes laat adsorptie zien?
A
Het linker plaatje
B
Het rechter plaatje
C
Geen idee
D
Allebei

Slide 28 - Quizvraag

1.5
indampen
destilleren
destillatie-opstelling

Slide 29 - Tekstslide

Indampen is gebaseerd op het verschil in de stofeigenschap:
A
kookpunt
B
oplosbaarheid
C
kooktraject
D
deeltjesgrootte

Slide 30 - Quizvraag

Hoe noem je dat wat achterblijft in het indampschaaltje na het indampen?
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor soort mengsel kunnen we scheiden met extraheren?
A
Kleurstoffen
B
Vaste stoffen
C
Suspensie
D
Oplossing

Slide 32 - Quizvraag

scheiden mengsel twee vloeistoffen
Destillatie-opstelling





Slide 33 - Tekstslide

Bij een destillatie-opstelling wordt koelwater gebruikt.
Waarom wordt dat gebruikt?

A
Om het mengsel af te koelen
B
Om het kookproces te verbeteren
C
Om de damp te condenseren
D
Voor het opvangen van het destillaat

Slide 34 - Quizvraag

1.6
Chromatografie/ chromatograferen

Slide 35 - Tekstslide

Bij chromatografie: Als een stof goed oplost in de mobiele fase eindigt hij .... op het chromatogram
A
hoog
B
laag

Slide 36 - Quizvraag

Op welke stofeigenschappen berust chromatografie?
A
oplosbaarheid en kookpunt
B
aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid
C
kookpunt en aanhechtingsvermogen
D
deeltjesgrootte en oplosbaarheid

Slide 37 - Quizvraag

Bij chromatografie: Als een stof goed hecht aan de stationaire fase eindigt hij .... op het chromatogram
A
hoog
B
laag

Slide 38 - Quizvraag

De mobiele fase bij gas chromatografie is dus
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas

Slide 39 - Quizvraag

Alles door elkaar

Slide 40 - Tekstslide

Dichtheid
Adsorberen
Destilleren
Bezinken en afgieten
Kookpunt
Oplosbaarheid
Verbranden
Deeltjesgrootte
Indampen
Extraheren
Filtreren

Slide 41 - Sleepvraag

Filtreren
Adsorberen
Indampen
Destilleren
Extraheren

Slide 42 - Sleepvraag

Filtreren
Extraheren
Bezinken en afgieten
Chromatograferen
Adsorberen
Destilleren
Indampen
Centrifugeren
Suspensie
Oplossing
Mengsel van vaste stoffen

Slide 43 - Sleepvraag