H4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4 | ik maak contact

STARTKLAAR

GA OP JE PLEK ZITTEN, PAK JE SPULLEN & LEES BK 04.01

L E S P L A N N I N G

4e uur

• Planner + stempelkaart
  
• Uitleg deel 1 §1
  
• Aan de slag:

1. Maak planning met partner (practica, taakverderling dossier etc.)
2. Start OK 04.01

5e uur

• Uitleg deel 2 §1
• Aan de slag:

1. Afronden OK 04.01
2. Maken keuzeopdrachten 04.01

nieuwe planner & stempelkaart

• verplicht = verplicht
• compenseren mag niet
• individueel of team
  
• onderstreepte opdrachten
• geen stempel als verslag onderdeel ontbreekt
• leerdoelen uitwerken
• §2 slaan we over

T O E T S I N G

• SO                 2x      04.01 t/m 04.03 
• Repetitie    5x      alles van H4 (BK, KK, OK, PK)
• Dossier       2x      cijfer dossier + gemiddelde van testjezelf

Testjezelf?

-> aan het einde van elke paragraaf kleine test voor een cijfer

-> overleggen met je partner mag

§ 04.01  

leerdoelen 04.01

• Het proces van prikkel naar actie kunnen beschrijven.
  
• Je kan aangeven wat een prikkel is, wat een impuls is en wat de relatie tussen beide is.
  
• Je kan uitleggen hoe een impuls wordt verwerkt in je hersenen en hoe er een actie ontstaat.
  
• Je kan uitleggen hoe het zenuwstelsel is opgebouwd.
• Je kan de begrippen, afbeeldingen en de schema’s uitleggen.
• Je kan de zintuigen in je huid benoemen en werking ervan omschrijven.
• Je kan de begrippen, afbeeldingen en de schema’s uitleggen.

PRIKKELS 

Onze omgeving bestaat uit informatie. Deze informatie wordt ook wel een prikkel genoemd.

voorbeelden van prikkels:

• geluiden
• licht
• geuren
• warmte

Hoe vangen mensen deze prikkels op?

1. Het licht springt op groen
   
2. De steel van de pan is heet
3. De deurbel gaat
4. Je hond blaft
5. Je krijgt een appje

Hoe vangen mensen deze prikkels op?

1. Het licht springt op groen
   
2. De steel van de pan is heet
3. De deurbel gaat
4. Je hond blaft
5. Vieze sokken die 3 weken onder 

       je bed hebben geleefd

Prikkel:

1. licht
   
2. verwarming van huid
   
3. trillingen
   
4. trillingen
   
5. geurstoffen
   

Zintuigencel in orgaan

1. Staafjes en kegeltjes in ogen 
2. Warmte/kou/pijnzintuig in huid
3. Slakkenhuis in de oren 
4. Slakkenhuis in de oren
5. Reukzintuigcel in de neus

Zintuigen vangen prikkels op, waarnemen gebeurt pas in de hersenen.

Wat doen zintuigen vervolgens met die prikkels?

• Het licht springt op groen

1. Het zintuig ( in ogen) zet de prikkel (licht) om in een elektrisch stroompje: impuls
2. Deze impuls wordt via de zenuwen naar je hersenen vervoerd. Je wordt je van bewust dat het licht groen is.
3. De hersenen bepalen wat er moet gebeuren: de impulsen gaan naar de spieren in je benen en je begint met trappen. 

L E S P L A N N I N G

4e uur

• Planner + stempelkaart
  
• Uitleg deel 1 §1
  
• Aan de slag:

1. Maak planning met partner (practica, taakverderling dossier etc.)
2.  Start looproute docent
3. Start OK 04.01

5e uur

• Uitleg deel 2 §1
• Aan de slag:

1. Start looproute docent
2. Afronden OK 04.01
3. Maken keuzeopdrachten 04.01

het zenuwstelsel

De hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen in je lichaam vormen samen het zenuwstelsel.

• De hersenen regelen alles wat er in het lichaam gebeurt. Hierbij maken ze gebruik van de informatie afkomstig van een netwerk van zenuwen.

• De zenuwen zijn de verbinding tussen je hersenen en de zintuigen, de spieren en de klieren.
  

Het zenuwstelsel kun je verdelen in:

• Het centrale zenuwstelsel

-> hersenen + zenuwen in het ruggenmerg

• Het perifere zenuwstelsel

-> overige zenuwen (ook in de schedel)

Gewenning

- de kleren die je aan hebt voel je na een tijd niet meer

- de geur die je opdoet ruik je later niet meer

Je hersenen raken gewend aan deze prikkels

Hoe meer de informatie uit en zintuig afwijkt van datgene dat je gewend bent, hoe belangrijker deze impulsen voor je hersenen zijn.

En als je voor de toets moet leren, hoe onthouden de hersenen informatie?

• Je hersenen bestaan o.a. uit de hersenschors, die bestaat uit miljarden zenuwcellen. 
• Deze cellen kunnen verbinding aangaan met elkaar.
• Tijdens het onthouden worden deze verbinden steeds verder uitgebreid. 
• Er ontstaat een geheugenspoor
• Dit wordt weer opgeslagen in het geheugen. 

Door verschillende leertechnieken kun je het geheugenspoort versterken!

• Verdeeld leren
• voorkennis ophalen
• Samenvatting maken
• In eigen woorden uitleggen 
• Herhalen
• Overhoren
• Toetsvragen bedenken 

L E S P L A N N I N G

4e uur

• Planner + stempelkaart
  
• Uitleg deel 1 §1
  
• Aan de slag:

1. Maak planning met partner (practica, taakverderling dossier etc.)
2.  Start looproute docent
3. Start OK 04.01

5e uur

• Uitleg deel 2 §1
• Aan de slag:

1. Start looproute docent
2. Afronden OK 04.01
3. Maken keuzeopdrachten 04.01

§ 04.03  

L E S P L A N N I N G

1e uur

• Uitleg §3 
• Aan de slag:

1. Maak planning met partner voor deze les
2.  Start looproute docent
3. Start 04.03 OK

2e uur

• Aan de slag:

1. Start looproute docent
2. Afronden OK 04.03
3. Maken keuzeopdrachten 04.03

Ben je klaar? 

Ga verder met 04.04

leerdoelen 04.03

• Je kan uitleggen hoe het orgaan oor is opgebouwd.
  
• Je kan de route beschrijven van een geluidsprikkel naar het uiteindelijke ‘horen’.
  
• Je kan de begrippen, afbeeldingen en de schema’s uitleggen.
  

Wat weten jullie al over geluid?

Geluid 

Geluid is de trilling van lucht

Een geluidprikkel opvangen 

Het oor bestaat uit drie delen 

deurbel tot de hersenen van Marit

1. Oorschelp

2. Gehoorgang

3. Trommelvlies

4. Hamer

5. Aambeeld

6. Stijgbeugel

7. Slakkenhuis

8 Gehoorzenuw

STARTKLAAR

GA OP JE PLEK ZITTEN

Beschrijf het proces van prikkel tot actie voor het volgende geval:

L E S P L A N N I N G

1e uur

Aan de slag:

1. Maak planning met partner voor deze les
2.  Start looproute docent
3. Start 04.03 OK

2e uur

Aan de slag:

1. Start looproute docent
2. Afronden OK 04.03
3. Maken keuzeopdrachten 04.03
4. Testjezelf 14:50

Ben je klaar? 

Ga verder met 04.04

§ 04.04  

STARTKLAAR

GA OP JE PLEK ZITTEN

LEES BK 04.01

leerdoelen 04.04

• Je kan uitleggen wat geluid is en hoe het ontstaat.
• Je kan uitleggen hoe geluid zich voortplant en wat een tussenstof is.
• Je kan uitleggen wat lage en hoge tonen zijn.
• Je kan uitleggen wat geluidssterkte is.
• Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met trillingstijd en frequentie.
• Je kan rekenen met frequentie en trillingstijd.
• Je kan de begrippen, afbeeldingen en de schema’s uitleggen.

§ 04.05  

STARTKLAAR

GA OP JE PLEK ZITTEN

LEES BK 04.01

leerdoelen 04.05

• Je kan uitleggen hoe het oog werkt.
  
• Je kan de onderdelen en de werking van het oog uitleggen.
  
• Je kan de begrippen, afbeeldingen en de schema’s uitleggen.
  

§ 04.06  

STARTKLAAR

GA OP JE PLEK ZITTEN

LEES BK 04.01

leerdoelen 04.06

• Je kan uitleggen wat een lichtbron, reflecteren en absorberen is.
  
• Je kan uitleggen uit welke kleuren wit licht is opgebouwd.
  
• Je kan uitleggen hoe je iets in een bepaalde kleur kunt zien.
  
• Je kan uitleggen waarom je een voorwerp bij een bepaalde lichtkleur een bepaalde kleur lijkt te hebben.