verpleegkundig proces

Het verpleegkundig proces
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het verpleegkundig proces

Slide 1 - Tekstslide

Gegevens verzamelen stap 1
Je voert bij opname een anamnesegesprek, vaak gebaseerd op een classificatiesysteem
Je observeert de zorgvrager(zintuigelijk waarnemen). 
Je voert metingen uit (bloeddruk, gewicht, temperatuur, risicosignalering etc.).  
Je bekijkt aanwezige informatie uit overdracht (lab.uitslagen)
Je bent op de hoogte van de geldende protocollen binnen de instelling
Evt. gegevens van andere disciplines

*****Welke gegevens mis je nog?

Slide 2 - Tekstslide

WAT IS EEN CLASSIFICATIESYSTEEM
Een systeem om gezondheidsproblemen te herkennen en beschrijven .
Hierin staan alle mogelijke gezondheidsproblemen beschreven (binnen het verpleegkundig beroepsdomein) 

Slide 3 - Tekstslide

11 gezondheidspatronen

Marjory Gordon was een verpleegkundig theoretica en professor in de verpleegkunde. Ze heeft bijgedragen aan het standaardiseren van het verpleegjargon.


Slide 4 - Tekstslide

Gezondheidspatronen van GORDON

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2
Stellen van de verpleegkundige diagnose

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2 verpleegkundige diagnose
1 Je ordent de verzamelde gegevens en beschrijft deze objectief volgens een ordeningsprincipe (bijv. GORDON)

2 Je stelt aanvullende vragen. Verpleegkundigen kunnen alleen doelgericht een anamnese afnemen als zij weten wat normaal / abnormaal is (NORMAALWAARDEN WETEN)
 
3 Je zoekt naar mogelijke verbanden tussen problemen, signalen en symptomen.  
-Je zoekt uit welke aanvullende gegevens je nodig hebt voor het stellen van de hypothese (voorlopige diagnose). 
 

Slide 7 - Tekstslide

Verpleegkundige diagnose stellen
- welke symptomen en verschijnselen zie je bij je patiënt?

Slide 8 - Tekstslide

PES
Elke verpleegkundige diagnose wordt volgens de PES-structuur omschreven: 

1 Probleem
2 Etiologie
3 Symptomen

Slide 9 - Tekstslide

Soorten diagnosen
  • Actuele (wat speelt er nu bij je patiënt?)
  • Risico diagnose (wat kan er tijdens je dienst gebeuren met je patiënt)
  • Welzijnsdiagnose (zelfzorg en mantelzorg)
  • Multidisciplinaire problemen (moet je er nu meteen wat mee?)

Slide 10 - Tekstslide

Stap 3 : Doelen, wat wil je bereiken?
SMART:
Specifiek 
Meetbaar 
Acceptabel / Aanvaardbaar 
Realistisch 
Tijdgebonden 

Slide 11 - Tekstslide

stap 4 interventies
Een verpleegkundige interventie is elke behandeling die je bij je patiënt uitvoert en waar jij je klinische kennis en deskundige oordeel voor gebruikt. 

Slide 12 - Tekstslide

Stap 4 Interventies: RUMBA
Controle of  je opgestelde vp-problemen haalbaar zijn
R elevant (belangrijk en realistisch voor je patiënt en voor de vpk)
U nderstandabel (begrijpelijk en duidelijk, iedereen moet het begrijpen)
M easurable (meetbaar, concreet waar te nemen, geen vage omschrijving)
B ehavioral (duidelijk omschrijven wat actiepunten zijn en wat patiënt moet kunnen laten zien)
A ttainable (haalbaar en realistisch, is het doel te groot, dan opsplitsen in kleine doelen)

Slide 13 - Tekstslide

stap 5 RESULTATEN
  • uitvoeren van de activiteiten/interventies door patiënt en verpleegkundige 
  • rapporteren van de interventies, hoe is het gegaan?

Slide 14 - Tekstslide

Rapportage
  •  op basis van je opgestelde verpleegproblemen wordt de rapportage geschreven (objectief)

Slide 15 - Tekstslide

Methodisch volgens SOAP
Subjectief:   Wat zegt je patiënt over zijn eigen belevingen (of wat zegt familie)?

 Objectief:  Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de patiënt zoals jij dit ziet

Analyse: wat geeft de patiënt aan? Wat zie je zelf? Wat denk je dat er aan de hand is? 

Plan:  Wat ga je aanpassen? Wat is de reactie van de patiënt hierop? 

Slide 16 - Tekstslide

stap 6 evaluatie
Evaluatie van de resultaten en de verpleegkundige interventies, dus wat kan de patiënt laten zien en wat heb je zelf gezien bij je patiënt?

Slide 17 - Tekstslide