verpleegkundig proces

Het verpleegkundig proces
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Het verpleegkundig proces

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al?

Slide 2 - Woordweb

Wat weet jij al?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Stap 1

Gegevens verzamelen


Slide 5 - Tekstslide

Gegevens verzamelen stap 1
Je hebt kennis van functiestoornissen, beperkingen, ziektebeelden, handicaps, therapieën, wetten en beroepscode. 

Je leest het zorgdossier (indien aanwezig) of de casus. 
Je stelt aanvullende vragen aan de zorgvrager/naasten. 
Je verzamelt informatie over functiestoornissen en beperkingen bij andere disciplines. 
Je observeert (zintuigelijk waarnemen). 
Je voert metingen uit (bloeddruk, gewicht, temperatuur, risicosignalering etc.).  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

11 gezondheidspatronen

Marjory Gordon was een verpleegkundig theoretica en professor in de verpleegkunde. Ze heeft bijgedragen aan het standaardiseren van het verpleegjargon.

Ze was de eerste president van de North American Nursing Diagnosis Association (NANDA). In 1977 werd ze lid van de American Academy of Nursing. Marjory Gordon heeft tot aan haar dood gewerkt als gepensioneerd professor verpleegkunde.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2
Stellen van de verpleegkundige diagnose

Slide 10 - Tekstslide

Stap 2 verpleegkundige diagnose
-Je ordent de verzamelde gegevens en beschrijft deze objectief volgens een ordeningsprincipe 
-Je stelt aanvullende vragen. Verpleegkundigen kunnen alleen doelgericht een anamnese afnemen als zij weten wat normaal / abnormaal is en wat de risicofactoren zijn.  
-Je beoordeelt welke gezondheidspatronen functioneel en dysfunctioneel zijn.  
-Je zoekt naar mogelijke verbanden tussen problemen, signalen en symptomen.  
-Je zoekt uit welke aanvullende gegevens je nodig hebt voor het stellen van de hypothese (voorlopige diagnose). 
 

Slide 11 - Tekstslide

PES
Elke verpleegkundige diagnose wordt volgens de PES-structuur omschreven: 

1 Probleem
2 Etiologie
3 Symptomen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Soorten diagnosen
1 Actuele (nu)
2 Risico diagnose(toekomst)
3 Welzijnsdiagnose
4 Syndromen (meerdere vpk diagnosen)
5 Multidisiplinaire problemen 

Slide 14 - Tekstslide

stap 3 Beoogd resultaat
vaststellen van het beoogde resultaat

NOC (Nursing Outcome Classification) is een classificatie van zorgresultaten. Hiermee kunnen verpleegkundigen en andere zorgverleners de toestand beoordelen en de voortgang volgen van patiënten

Slide 15 - Tekstslide

Stap 3 Beoogd resultaat
SMART:

Specifiek 
Meetbaar 
Acceptabel / Aanvaardbaar 
Realistisch 
Tijdgebonden 

Slide 16 - Tekstslide

stap 4 interventies
verpleegkundige interventies:

NIC (Nursing Intervention Classification) is een classificatie van verpleegkundige interventies (handelingen en verrichtingen).  Een verpleegkundige interventie is elke behandeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel en klinische kennis uitvoert

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4 Interventies
ACCEPTABEL  
VERPLEEGKUNDIG 
RELEVANT 
UITVOERBAAR 
EENDUIDIG  
DUIDELIJK 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

stap 5
uitvoeren en monitoren van de actie's
en rapporteren van de interventies

Slide 20 - Tekstslide

Rapportage
 op basis van het verpleegplan worden rapportages geschreven (objectief)

Slide 21 - Tekstslide

stap 6
evaluatie van het zorgresultaat en de verpleegkundige interventies

Slide 22 - Tekstslide

Product en Proces
Productevaluatie: evaluatie op het beoogd zorgresultaat: 
-Beoogd zorgresultaat bereikt? Ja of nee?  

 Procesevaluatie: evaluaties op de interventies:  
-Zijn de juiste interventies op de juiste manier uitgevoerd?
- Hoe heeft de zorgvrager de interventies ervaren?  
-Acceptabel, relevant en uitvoerbaar 

Slide 23 - Tekstslide