Proeftoets GHZ per 10

Kennis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kennis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de onderstaande casus

Rob werkt als begeleider gehandicaptenzorg in een GVT. Een van de cliënten, Mette, eet sinds kort alleen nog maar brood met hagelslag en weigert warm eten. 
De begeleiders hebben Mette uitgelegd dat ze meer voedingsstoffen nodig heeft dan er in brood en hagelslag zitten. Ze blijft echter weigeren. 
Dan besluiten de begeleiders dat het voor haar bestwil nodig is om Mette tot eten te dwingen. Rob gaat met Mette aan tafel zitten en dwingt haar te blijven zitten tot haar bord leeg is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een relatie tussen de cliënt en de begeleider heeft verschillende kenmerken, welke uitspraak is juist over de situatie in de casus?
A
Het probleem van deze situatie is vooral machtsmisbruik en daarmee komt vooral het aangaan van een gelijkwaardige relatie in het geding.
B
Het probleem van deze situatie is vooral machtsmisbruik en daarmee komt vooral de ondersteunende relatie in het geding.
C
Het probleem van deze situatie is vooral onzelfstandigheid en daarmee komt vooral het aangaan van een gelijkwaardige relatie in het geding.
D
Het probleem van deze situatie is vooral onzelfstandigheid en daarmee komt vooral het aangaan van een ondersteunende relatie in het geding

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak over begeleiden bij activiteiten is juist?
A
Beheertaken zoals het beheer van voorraden van gebruiks- en spelmaterialen, kunnen onderdeel zijn van het werk van een persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg.
B
Iemand die voor een dagactiviteitencentrum subsidie aanvraagt met e-herkenning, is persoonlijk aansprakelijk voor de subsidie.

Slide 4 - Quizvraag

eHerkenning is de manier van inloggen voor ondernemers. Hiermee logt u op één manier veilig in bij ruim 450 organisaties. eHerkenning: onmisbaar, betrouwbaar, overal inzetbaar.
Als begeleider moet je de waarden van de zorginstelling als uitgangspunt nemen. Die waarden gaan vóór jouw eigen waarden of die van de cliënt.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een conflict tussen ouders en partijen, zoals een voogd of zorgkantoor, kun je als begeleider de ouders ontlasten door zelf in gesprek te gaan met de voogd of het zorgkantoor
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Familieparticipatie wil zeggen dat ouders – of andere familie – mede zorg dragen voor de verzorging, begeleiding en/of opvoeding van hun familielid met een beperking.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Familieraden hebben als belangrijkste taak het opkomen voor de belangen van familieleden en relaties van cliënten, en – in mindere mate – voor die van cliënten zelf.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De persoonlijk begeleider (pb’er) is de contactpersoon voor de ouders (familie) van de cliënt. Ouders (familie) hebben zelf geen contact met andere begeleiders.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ...... brengt de mogelijkheden en wensen van een cliënt in kaart met als doel een passende baan en werkgever te zoeken.
Een ..... stelt samen met de cliënt en zijn werkgever een coachingsplan op. Hierbij legt hij alle werkzaamheden die de cliënt gaat verrichten en afspraken over de begeleiding vast.
jobcoach
re-integratieconsulent

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het syndroom van Down is er sprake van een combinatie van een verstandelijke beperking en lichamelijke symptomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de baby- en peuterleeftijd valt een lichte verstandelijke beperking nog niet zo op.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het fragiele-X-syndroom is het gevolg van alcoholgebruik door de moeder tijdens de zwangerschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Foetaal Alcohol Syndroom, of FAS, is een hersenaandoening veroorzaakt door alcohol tijdens de zwangerschap
Mensen met een matige verstandelijke beperking redden zich meestal goed in de maatschappij. Zij hebben in principe geen ondersteuning nodig en kunnen goed zelfstandig wonen.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen verantwoordelijkheid op zich nemen en plannen maken
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roodheid en wondjes aan de huid als gevolg van doorliggen.
Een verstopping van de darmen waardoor de ontlasting harder is.
moedwillig ophalen van (gedeeltelijk) onverteerd voedsel uit de maag door het omkeren van de peristaltiek van de slokdarm, om dit vervolgens te herkauwen of uit te spugen
Het onvermogen om de urine en/of ontlasting op te houden
rumineren
decubitus
obstipatie
incontinentie

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak over iemand met een zeer ernstige verstandelijke beperking is juist?
A
Drie syndromen die een (zeer) ernstige verstandelijke beperking tot gevolg hebben en die geregeld voorkomen, zijn het syndroom van Down, het FAS-syndroom en het syndroom van Prader-Willi.
B
Om contact te maken met een cliënt met een zeer ernstige verstandelijke beperking kun je het best lichamelijk contact maken. Met verbale communicatie bereik je veel minder.

Slide 17 - Quizvraag

Genoemde passen bij lichte of matige verstandelijke beperking.
Juist hierbij zijn:
Rettsyndroom, Angelmansyndroom en Prader-Willi
Dit is een ernstige psychiatrische toestand waarbij iemand de wereld anders waarneemt dan die werkelijk is en de greep op zichzelf heeft verloren.
A
schizofrenie
B
bipolaire stoornis
C
psychose
D
obsessieve-compulsieve stoornis

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ernstige psychiatrische ziekte, waarbij kenmerkend is de duidelijke verslechtering in het sociale, verstandelijke en verbale functioneren.
A
psychose
B
schizofrenie
C
bipolaire stoornis
D
obsessieve-compulsieve stoornis

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een aandoening waarbij manische en depressieve perioden afwisselend optreden. Niet alleen stemming maar ook het energieniveau schommelt tussen 2 uitersten.
A
obsessieve-compulsieve stoornis
B
psychose
C
bipolaire stoornis
D
schizofrenie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De cliënt denkt steeds aan iets terwijl hij dat niet wil, of de cliënt moet steeds iets doen terwijl hij dit niet wil
A
schizofrenie
B
bipolaire stoornis
C
psychose
D
obsessieve-compulsieve stoornis

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn verschillende mogelijkheden om het sociale netwerk van een cliënt met een matige verstandelijke beperking te vergroten, noem er 3.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies