3M week 35 les 2

Present perfect
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Present perfect

Slide 1 - Tekstslide

3M
Please sit down, put your books on the table
 and start reading in your reading books. If you have not listed your readingbook yet please do so. 

Slide 2 - Tekstslide

Unit 1
Let's finish lesson 1. We are going to check excercise 7.

Slide 3 - Tekstslide

Present perfect
Wanneer gebruik je hem?
1. Begonnen in het verleden en nu nog steeds bezig. 
I have lived in Duiven since 2012. 
2. Ervaringen tot nu toe. 
I have never seen a Harry Potter movie
3. Iets waar het effect nu nog zichtbaar van is. 
Karl feels sick. He has eaten too much.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?
Have/Has + voltooid deelwoord (3e vorm of ww+ed)

I have not studied for the test yet.

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke personen gebruik je 'has'?

Slide 6 - Open vraag

Karen ___________ (answer)
my e-mail.

Slide 7 - Open vraag

They _________ already _________
their rucksacks. (to pack)

Slide 8 - Open vraag

I _______ just _______ my bike. (to clean)

Slide 9 - Open vraag

Emily _______ her room. (to paint)

Slide 10 - Open vraag

Lisa and Colin ____________ to a concert. (to go)

Slide 11 - Open vraag

I _____________ at the pet shop. (to be)

Slide 12 - Open vraag

Signaalwoorden
Fyne Jas
For 
Yet
Never
Ever
Just
Already
Since

Slide 13 - Tekstslide

finish lesson 1
Now we will do excercise 8'.

Slide 14 - Tekstslide

Start lesson 2
do excercises 10a/b to 13

Slide 15 - Tekstslide

SOME / ANY

SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat 
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)
                                                                           Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
                                                                     Every day I buy some sweets in the canteen.
                                                           Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
                                                                        My brother can't eat any nuts, he's allergic.


Slide 16 - Tekstslide

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 17 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 18 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 19 - Tekstslide

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 20 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 21 - Quizvraag

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 22 - Quizvraag

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Extra oefenen met 
some / any?



Slide 25 - Tekstslide

little/few
Little/few = weinig

little: bij ontelbare dingen / enkelvoud
I have little money in my wallet.

Few: bij telbare dingen / meervoud
I have few books at home.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

much/many
little/few
a little/ a few 

Slide 28 - Tekstslide

much: veel
bij niet telbare zelfstandige naamwoorden

- was there much rain in the afternoon?
-no, i didn't get much money this month


many: veel
bij telbare zelfstandige naamwoorden

- how many friends did you bring to the party?
- she doesn't have many things to do


Slide 29 - Tekstslide

few: weinig/ bijna geen
telbare zelfstandige naamwoorden

- oh no! I only have few dollars in my pocket



little: weinig/ bijna geen
niet-telbare zelfstandige naamwoorden

- Too bad I found little gold in that lake 


Slide 30 - Tekstslide

a few: paar/ een beetje
telbare zelfstandige naamwoorden

- Don't worry guys. I have a few dollars in my pocket



a little: paar/ een beetje
niet-telbare zelfstandige naamwoorden

- yeah! I found a little gold in the river


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

bijna geen + niet telbaar
bijna geen + telbaar
Een beetje + niet telbaar
Een paar + telbaar
veel + niet telbaar
veel + telbaar
many
much
a few
A little
few
little

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Link

I'd like .......... pancakes
A
few
B
a few
C
little
D
a little

Slide 35 - Quizvraag

I'd like .......... pancakes
A
few
B
a few
C
little
D
a little

Slide 36 - Quizvraag

I'd like .......... bit of milk.
A
few
B
a few
C
little
D
a little

Slide 37 - Quizvraag

There is ......... coffee
for all of us.
A
little
B
a little
C
too little

Slide 38 - Quizvraag

There are ........ tomatoes
in the salad. Just perfect.
A
few
B
a few
C
too few

Slide 39 - Quizvraag

Finish lesson 2
Do the excercises 14,15, 17, 18 and 20. 20 you do on a piece of paper and hand in next lesson!

Slide 40 - Tekstslide