spreekwoorden 3gt NE

spreekwoorden quiz
gemaakt door Anouk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

spreekwoorden quiz
gemaakt door Anouk

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • ik leer wat meer over spreekwoorden;
  • ik ken de betekenis van enkele spreekwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

wat betekent ''ieder huisje heeft zijn kruisje"'
A
dat je als gezin elkaar begrijpt
B
iemand iets wijs maken
C
in ieder gezin of iedere familie is (ook) narigheid
D
het gedrag van kinderen lijkt vaak op die van de ouders

Slide 3 - Quizvraag

wat betekent ''alles loopt op rolletjes''
A
je moet alles zelf oplossen
B
alles gaat vanzelf
C
het zit hem erg mee
D
alle dingen die kunnen veranderen

Slide 4 - Quizvraag

wat betekent ''iemand de mond snoeren''

Slide 5 - Open vraag

wat betekent ''er zit een schroefje bij hem los''
A
een slechte indruk maken
B
iemand iets wijs maken
C
weten waar je mee bezig bent
D
hij is niet helemaal goed wijs

Slide 6 - Quizvraag

welk spreekwoord hoort bij de betekenis ''veel geld uitgeven''
A
iemand afschepen
B
dweilen met de kraan open
C
een gat in de hand hebben
D
op grote voet leven

Slide 7 - Quizvraag

wat betekent ''dweilen met de kraan open''

Slide 8 - Open vraag

wat betekent ''hij moet even stoom afblazen''
A
iemand expres kwaad maken
B
het zit hem erg mee
C
goed opletten
D
even tot rust komen

Slide 9 - Quizvraag

wat betekent ''je moet op tijd aan de bel trekken''
A
je bent te laat
B
je moet op tijd vragen stellen
C
je vind het moeilijk
D
alle dingen kunnen veranderen

Slide 10 - Quizvraag

welk spreekwoord hoort bij de betekenis ''opnieuw beginnen, alles vergeten en vergeven''

Slide 11 - Open vraag

welk spreekwoord hoort bij de betekenis ''hulpeloos zijn, geen kant meer uit kunnen''
A
Beter een half ei dan een lege dop
B
Met je rug tegen de muur staan
C
het oog is groter dan de maag
D
Dat gaat je niet in de koude kleren zitten

Slide 12 - Quizvraag

wat betekent ''een wig drijven tussen twee personen''
A
excuses aanbieden
B
iemand kwaad maken
C
ervoor zorgen dat ze ruzie krijgen
D
zelf voor ruzie zorgen

Slide 13 - Quizvraag

wat betekent ''Met de deur in huis vallen''

Slide 14 - Open vraag

wat betekent ''hij neemt het heft in eigen handen''
A
je laat het iemand anders oplossen
B
je wilt het zelf oplossen
C
het word nooit opgelost
D
het is al opgelost

Slide 15 - Quizvraag

welk spreekwoord hoort bij de betekenis ''iemand met een smoesje wegsturen''

Slide 16 - Open vraag

Ik ken (en gebruik) spreekwoorden en uitdrukkingen
0100

Slide 17 - Poll