LOB: motivatie en doelen






Ik kan het!
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesStudievaardigheden+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les






Ik kan het!

Slide 1 - Tekstslide

Module inzicht: Je kunt invloed uitoefenen op je eigen gedrag.

Les inzicht: Je wilskracht kan op raken. Daarom is het handig om dingen voor elkaar te krijgen zonder dat deze veel wilskracht kosten. Iets wat weinig wilskracht kost is een gewoonte. Van onze gewoontes kunnen we leren hoe we dingen met minder wilskracht kunnen doen. 
Waarom kom jij naar school?
Doe je het omdat je het leuk vindt, of omdat het moet?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je invloed uitoefenen op je eigen gedrag?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie hebben is de basis om aan de slag te gaan met een doel, of het nu voor school is of voor andere dingen...

De reden waarom jij iets doet



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intrinsieke Motivatie


Extrinsieke motivatie


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intrinsieke Motivatie

Komt vanuit jezelf
Je wilt iets zelf, bijv. omdat je het heel leuk vindt!
Extrinsieke motivatie


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intrinsieke Motivatie

Komt vanuit jezelf
Je wilt iets zelf, bijv. omdat je het heel leuk vindt!
Extrinsieke motivatie

Ontstaat vanuit de omgeving. Dingen van buiten motiveren je iets te doen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van:

Intrinsieke Motivatie


Noem een voorbeeld van:

Extrinsieke motivatie


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intrinsieke motivatie of extrinsieke motivatie?
Je wilt supergraag profvoetballer worden
Je moet van je ouders hoge cijfers halen!
Je vrienden dragen een bepaald merk waardoor jij deze kleding ook wil!
Je doet extra je best bij het vak Engels, omdat je later een reis door Amerika wilt maken!
Je doet mee aan een sport omdat je prijzen wilt winnen!

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

EENS - ONEENS

“Ik kom naar school omdat ik later een goed salaris wil.”

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EENS - ONEENS
“Ik vind het leuk om nieuwe dingen te leren.”

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EENS - ONEENS
“Ik werk harder als iemand mij complimenten geeft.”

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EENS - ONEENS
“Ik doe alleen mijn best als het cijfer meetelt.”

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe houd je de motivatie vast als het even niet vanzelf gaat?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het brein
Beloningssysteem --> reageert op dingen die goed voelen zoals complimenten. (Goed gevoel = vaker willen doen)

Ons brein is ingesteld om doelen te bereiken
(Hoe belangrijker een doel voor je is, hoe meer je brein gemotiveerd raakt om iets te doen.)

Externe invloeden --> Door jouw omgeving kun je ook gemotiveerd raken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geloof je dit experiment?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tip kun je jezelf geven na het kijken van dit filmpje?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het brein & motivatie
Focus van je brein = 1 taak tegelijk.
Bij meerdere dingen tegelijk moet je brein schakelen.
Dit kost energie en zorgt ervoor dat je sneller fouten maakt. 

Conclusie: Ons brein werkt beter (meer motivatie) als het zich op 1 ding focust.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw doel en hoe ga jij je hiervoor motiveren?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Voordelen van intrinsieke motivatie
 
  • Je voelt je gelukkiger en trots.
  • Het houdt je motivatie langer aan. 
  • Je concentratie en creativiteit worden gestimuleerd.
  • Je leert sneller en beter. 

Slide 21 - Tekstslide

  • Lees de informatie op de slide voor. 
Extra informatie
Intrinsieke motivatie kent een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van extrinsieke motivatie. Uit onderzoek is gebleken dat intrinsieke motivatie samenhangt met het algemeen welzijn van het individu. Wanneer iemand meer doelen najaagt vanuit intrinsieke motivatie is het algemeen welzijn hoger. Daarnaast blijkt ook dat intrinsieke motivatie langer aanhoudt dan extrinsieke motivatie. Dit wordt ook wel verklaart door "hedonistische adaptatie". Je raakt gewend aan de beloningen, waardoor ze minder waarde voor je krijgen en je je minder gemotiveerd voelt. Ook is gebleken dat dingen doen vanuit intrinsieke motivatie, creativiteit stimuleert en leerlingen in staat stelt om effectiever dingen te leren.  
Opdracht
  1. Maak een schilderij dat laat zien wat jou motiveert of waar je van droomt.
  2. Gebruik kleuren, vormen of symbolen
  3. Het hoeft niet perfect te zijn.
  4. Geef je gevoel of motivatie een plek op het doek.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Word jij positief of negatief beïnvloed door je omgeving ?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voor jou motivatie?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind jij vaak lastig om
te doen?
op tijd komen
mijn telefoon in de kluis leggen
Vroeg wakker worden
huiswerk maken
te luisteren naar de docent
mij te concentreren op mijn schoolwerk
mijn spullen meenemen naar school
vroeg slapen
niet te praten met mijn vrienden als ik werk

Slide 26 - Poll

  • Wijs de leerlingen erop dat er maar één antwoord kan worden gegeven, dus dat ze het antwoord aanklikken dat ze het lastigst vinden.
Kun je aan meerdere dingen op hetzelfde moment werken?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

multitasken
= 2 dingen samen doen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat helpt bij het behalen van dat/ die doel/ doelen? Noem zoveel mogelijk dingen!

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat helpt NIET bij het behalen van je doel?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Tip 1: herinner jezelf

Een docent helpt maar
je zal zelf moeten gaan lopen.





Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Tip 2: Maak het 'leuk'

sommige dingen worden nooit echt leuk!

Maar wat helpt ook niet?
Duizend keer tegen jezelf zeggen
 dat het niet leuk is!

Slide 33 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Denk terug aan het voorbeeld van tandenpoetsen. Het zien van je tandenborstel herinnert je eraan dat het poetsen van je tanden zorgt voor een lekkere frisse adem. Die gedachte maakt het makkelijker om het ook echt te gaan doen. Wanneer je iets moet doen waarbij de actie langer duurt, minder leuk is of de beloning nog niet zo duidelijk en direct is helpt het om wat je wilt of moet doen zo leuk mogelijk te maken voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Wanneer je je huiswerk gaat maken met lekkere snacks erbij en leuke muziek is dat vooruitzicht al een stuk fijner en vergroot je de kans dat je het ook echt gaat doen.

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou voor jou een
goede beloning zijn?

Slide 35 - Woordweb

  • Brainstorm met de klas over beloningen.
  • Laat de leerlingen zoveel mogelijk beloningen voor zichzelf bedenken en delen.
Extra informatie
Er zijn twee dingen belangrijk bij het bedenken van een goede beloning. Ten eerste is het belangrijk dat de beloning op korte termijn gegeven kan worden na het gedrag. Als tweede is het belangrijk dat de beloning speciaal voelt en niet iets is wat de leerling toch al zou doen/krijgen.

Alle tips:
  1. Herinner jezelf (waarom)
  2. Maak het 'leuk' (klagen helpt niet)
  3. Doe het snel
  4. Geef jezelf een kado

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies



2 dingen hoe jij
makkelijker kan werken.

Slide 39 - Open vraag

  • Leg uit dat het dus gaat om 3 dingen die je kunt doen om het makkelijker te maken om je gewoonte uit te voeren.
Extra informatie
Belangrijk hierbij is dat de leerlingen dingen opschrijven die de drempel zo laag mogelijk maken. Het zorgt er dus voor dat ze nog minder stappen hoeven te zetten om hun gewoonte uit te voeren.
Enkele voorbeelden:
  • Je sportkleding helemaal klaar leggen, zodat je het alleen nog hoeft aan te trekken om te gaan sporten.
  • Je leesboek op je hoofdkussen leggen, zodat je het al in je handen hebt om naar bed te kunnen gaan en nog een stukje kan lezen. 
  • Een stofzuiger klaarzetten in je kamer, zodat je hem alleen nog maar aan hoeft te zetten om te gaan schoonmaken.
  • Je schoolboeken al helemaal op de juiste pagina open leggen op je bureau met pen en papier erbij.
Waar begint motivatie mee?





Met het hebben van een doel

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie

Motivatie = drijfveer om in beweging te komen, iets te doen

2 soorten motivatie:
  • Intrinsieke motivatie (van binnenuit)
  • extrinsieke motivatie (van buitenaf)

Voorbeeld: Een beroep uitoefenen omdat je het leuk vindt = Intrinsiek. Een beroep uitoefenen omdat je er veel geld mee verdiend = Extrinsiek

Slide 42 - Tekstslide

Zelf nog voorbeelden om toe te voegen?

In de volgende dia's moeten de studenten aangeven of iets intrinsieke motivatie is of extrinsieke motivatie