2.1 - 2.3 herh. 2kgt

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

programma

• 2.3 nakijken
• kahoot
• werken aan herhaling 

2.3 nakijken

• zelf 2.3 nakijken blz. 42 + 43 in het werkboek.
• antwoorden staan op magister -> berichten.
• vraag? vinger opsteken.
• klaar? begrippen leren blz. 51 leerboek. 

zelf werken

• werken aan herhaling blz. 44
• eerst 5 min alleen. Daarna overleggen in tweetallen.
• vraag? vinger opsteken.
• klaar? maken herhaling blz. 45

programma

• nakijken herhaling
• herhaling 2.1 t/m 2.3
• 30 seconds 

nakijken

• nakijken herhaling blz. 44
• antwoorden staan op magister -> berichten.
• vraag? vinger opsteken.
• klaar? begrippen leren blz. 51 leerboek.  

4 kenmerken stad

veel mensen

veel en hoge gebouwen 

werk vooral in industrie en dienstensector

veel voorzieningen

soorten steden

megastad = meer dan 10 miljoen inwoners

wereldstad = veel inwoners + heel belangrijk voor de wereld

hoofdstad = meestal grootste stad van een land en er zit vaak ook de regering. 

goede ligging voor steden

vlak gebied

dicht bij rivier of zee

dicht bij grondstoffen en vruchtbare grond

stedelijk netwerk

steden zijn goed met elkaar verbonden. Door bijvoorbeeld wegen en sporen.

Hierdoor groeit economie in hele land.

primate city

er is in een land maar een superstad.

veel groter dan 2e stad in het land

verstedelijkingsgraad

hoeveel procent woont in de stad.

steeds hoger door urbanisatie:

1 mensen verhuizen vooral naar de stad voor beter leven

2 jonge mensen trekken naar de stad en zij krijgen kinderen.

suburbanisatie

doordat mensen auto kunnen betalen zoeken ze rust en ruimte op.

mensen gaan in suburbs wonen. Woonwijken buiten het centrum.

In het centrum hoge kantoorgebouwen: CBD.

krottenwijken

slechte huizen

geen riolering, elektriciteit, water

vaak dicht bij spoorlijn, vliegveld of vuilnisbelt.

planning

stadsplanning = plannen voor waar wat gebouwd mag worden.

infrastructuur = wegen, sporen, riolering, waterleiding

segregatie

in megasteden wonen rijke en arme mensen vaak in aparte wijken. 

armen -> krottenwijk

rijken -> wijk met hekken, camera's en beveiliging

werken

in rijke stad in formele sector. -> belasting betalen

in arme stad in informele sector. -> zwart werk

30 seconds

per rij gaat er iemand begrippen omschrijven. de rest van de rij raad het begrip. 

Je mag het begrip niet noemen!

1 minuut per leerling.