Thema 8

Welkom
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Voorraadbeheer

Dagvoorraad = werkvoorraad = de voorraad die je elke dag moet bijvullen = voorraad materialen, dranken en producten op de werkplek (achter de bar).

Magazijnvoorraad = voorraad die in het magazijn ligt opgeslagen (nodig voor bijvullen dagvoorraad)

Ijzeren voorraad = de voorraad die minimaal en altijd aanwezig moet zijn in het bedrijf.

Slide 2 - Tekstslide

Taken

- Aanvullen dagvoorraad volgens het fifo systeem.

- Opgeslagen dranken, producten en non-foodartikelen regelmatig te controleren op kwaliteit, houdbaarheid en aantallen.

- Verloop van producten en artikelen analyseren.

- Behoeften en tekorten doorgeven aan de leidinggevende.

- Soms zelf bestellijsten invullen en bestellen.

Slide 3 - Tekstslide

First in, first out (FIFO)
  • De eerst binnengekomen producten worden als eerst verkocht.
  • Je houdt rekening met de vervaldatum van producten.
  • Nieuwe producten worden achter geplaatst en oudere producten naar voren geschoven.
  • HACCP regel.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Controle op ontvangst
  1. Juiste producten volgens de bestellijst.
  2. Juiste aantallen volgens de bestellijst.
  3. Producten in goede, onbeschadigde staat.
  4. Verpakking in goede staat (ongeopend, onbeschadigd).
  5. Producten op juiste tempratuur controleren en opslaan.
  6. Opslaan volgens Fifo.

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde van opslaan
  1. Rolcontainer in ontvangst nemen en tekenen.
  2. Uitpakken n.a.v de bestelbon.
  3.  Diepvries artikelen afvinken, controleren en opslaan.
  4. Koeling artikelen afvinken, controleren en opslaan.
  5. Non-food artikelen afvinken, controleren en opslaan.
  6. Klopt het niet? Leverancier bellen.
  7. Emballage en rolcontainer opruimen.
  8. Bonnen opslaan (moeten 2 maanden worden bewaard)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kijkopdracht:
Wat zijn de 3 belangrijkste nadelen van teveel voorraad?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

NVWA
De Keuringsdienst van Waren (KvW) is een voormalige Nederlandse overheidsinstantie die toezicht hield op de veiligheid van producten. In 2002 is de Keuringsdienst van Waren opgegaan in de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (VWA).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hygiënecode

Een hygiënecode is een gids voor bedrijven die met voedsel omgaan, waarin regels staan om de voedselveiligheid en de hygiëne te bewaken.

Inhoud van de hygiënecode: Een bedrijf dat werkt volgens de hygiënecode voldoet aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid. De hygiënecode geeft aandacht aan HACCP en aan de basisvoorwaarden zoals hygiëne, bouwkundige zaken, plaagdierbestrijding en opleiding.   

Slide 13 - Tekstslide

Hygiënecode

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht: kijkvragen
  1. Welke 4 regels gelden er bij opslag in het magazijn?
  2. Welke tempratuur geldt er bij opslag in het magazijn?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Omloopsnelheid


De omloopsnelheid van de voorraden geeft aan hoelang de voorraden in het magazijn liggen opgeslagen. Hoe sneller de omloop des te korter liggen de voorraden opgeslagen en hoe meer er besteld moet worden.

Slide 17 - Tekstslide

DERVING

is iets wat ervoor zorgt dat je het product NIET MEER kunt verkopen.... Dit kan gebeuren doordat producten dus b.v. over de datum zijn gegaan, maar ook wanneer b.v. een pot augurken op de grond valt, of wanneer iemand iets uit de winkel heeft gestolen (kunnen klanten zijn, maar ook personeel)...


Slide 18 - Tekstslide

Oorzaken derving
  • diefstal (criminele derving)
  • verkeerd ingevulde voorraadkaart (administratieve fout)
  • bederven (niet criminele-derving)
  • kapot vallen (niet-criminele derving)
  • pakbon die niet gecontroleerd is (administratieve fout)

Slide 19 - Tekstslide

Criminele derving

Slide 20 - Tekstslide

niet-criminele derving

Slide 21 - Tekstslide

Goederen:
  1. Dranken
  2. Producten
  3. Non-food

Slide 22 - Tekstslide

Leveranciers
  • Groothandel
  • Slijter
  • Slager
  • Groenteboer
  • Poelier


Slide 23 - Tekstslide

Bestellen

1. Via de site van de groothandel.

2. Op de dag van je bestelling ontvang je de bestelbon.

Hierop staat wat en hoeveel je hebt besteld.

3. Op de dag van de levering ontvang je de leveringsbon.

Hierop staat wat en hoeveel er is geleverd. 

WORDT OOK WEL PAKBON GENOEMD.

Deze 2 moeten qua inhoud dus overeen komen.


Slide 24 - Tekstslide

Beantwoord de vragen over:


- De bestelbon


- De leveringsbon

Slide 25 - Tekstslide

Emballage

Dranken worden geleverd in flessen, kratten of fusten.

Na gebruik worden deze door de leverancier weer hergebruikt.

Daarom wil hij ze graag terug.

Om zeker te weten dat hij deze flessen, kratten en fusten weer terug krijgt rekent hij statiegeld.


Emballage = verpakkingsmateriaal waar statiegeld op zit.

Slide 26 - Tekstslide

Retour

Retour is Frans voor terug.


Emballage gaat retour en producten

die verkeerd geleverd zijn gaan ook

retour.


Zorg bij emballage dat het juiste flesje in het juiste krat komt!

Slide 27 - Tekstslide

Controleren (volgens Hygiënecode) op:
  1. Aflevertemperatuur en temperatuur van de opslagruimte.
  2. Productkwaliteit.
  3. Verpakking van de producten.
  4. Etiketinformatie -> houdbaarheidsdatum.

Slide 28 - Tekstslide

Temperatuur

- Steekproefgewijs:

opslagruimte, producten

- thermometer: ijken


Slide 29 - Tekstslide

Archiveren

De bestel- en leveringsbonnen moeten minimaal 2 maanden worden bewaard.


Bewaren = archiveren.

Archief = het búreaubakje of de

map waarin deze bewaard worden.

Slide 30 - Tekstslide

Stocken van de voorraad

kwaliteit = of het goed is

kwantiteit = hoeveelheid



Stocken = controleren op

de kwantiteit!

Slide 31 - Tekstslide

Bewaakt de voorraad
“De Manager/ondernemer horeca bewaakt de voorraad door deze regelmatig te controleren op aantallen en afwijkingen door breuk, beschadiging of criminele derving. Hij registreert de voorraad in de verkoopruimte en/of in het magazijn. Hij neemt zo nodig maatregelen om afwijkingen in producten te corrigeren. Eventueel delegeert hij het controleren en registreren van de voorraad, waarbij hij de betrokkenen instructies geeft. Hij vult bestellijsten van artikelen in.” 

Slide 32 - Tekstslide

Rolcontainer

De leverancier levert de

bestelling op een

rolcontainer.

Slide 33 - Tekstslide

Steekwagen

Kun je gebruiken om

zware dingen van de

grond te tillen

Slide 34 - Tekstslide

Pallet

Houten onderdeel waar je

veel op kunt zetten en tegelijk

kun verplaatsen

Slide 35 - Tekstslide

Transpallet

Gaat op elektriciteit

om zware pallets te

tillen/verplaatsen


of heftruck

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Transportkar

= serveerwagen.

Om snel en makkelijk

kleine, maar veel

onderdelen te verplaatsen

Slide 38 - Tekstslide

Waarom hulpmiddelen?

4 redenen:

omdat het in de Arbowet staat

om gezondheidsklachten te voorkomen


om het vervoer te vereenvoudigen

om het vervoer te versnellen

Slide 39 - Tekstslide

Eenheden =

Hoeveel verpakkingen zijn besteld

 = eenheden


tray

doos

kist

folie

Slide 40 - Tekstslide

Colli =

de individuele verpakkingsenheid

waaruit een lading bestaat.


Colli = 24 flesjes

Slide 41 - Tekstslide


















- aantal colli



- aantal eenheden



- artikelnummer



- omschrijving





Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Opdracht

1. Zoek een recept met minimaal 6 ingrediënten.

2. Bestel deze ingrediënten via Slimis.

3. www.slimis.nl

4. gebruikersnaam = 481540

5. ww = jans

timer
1:00

Slide 44 - Tekstslide