Examenonderwerp Reageren op prikkels

Welkom klas 4
Ben jij klaar voor de les?
- jas uit, tas op de grond..
- bundel BIO, aantekeningenschrift, etui ...
- oordoppen in je tas..
- kauwgom/snoep in de prullenbak...
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 4
Ben jij klaar voor de les?
- jas uit, tas op de grond..
- bundel BIO, aantekeningenschrift, etui ...
- oordoppen in je tas..
- kauwgom/snoep in de prullenbak...

Slide 1 - Tekstslide

Domein D:Reageren op prikkels

Slide 2 - Tekstslide

Deze les leer je...
* Wat gedrag is
* Wat een prikkel en een impuls is
* Wat er bij het centrale zenuwstelsel hoort
* Hoe de zenuwen werken
* Wat een reflex is.

Slide 3 - Tekstslide

Elk organisme( bacteriën, schimmels, planten en dieren) kan prikkels waarnemen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Prikkels en impulsen

Slide 5 - Tekstslide

Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 6 - Tekstslide

Bewuste reactie
Reflex

Slide 7 - Tekstslide

Reflexen
Reflex = Een onwillekeurige (automatische) reactie van spieren op een prikkel om je lichaam te beschermen.

Voorbeeld:
Pupilreflex

Slide 8 - Tekstslide

Bij een reflex
A
moet je goed nadenken
B
denk je pas na een reactie
C
reageer je nadat je hebt nagedacht

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Impulsen
Impulsen = een elektrisch signaal dat door de zenuwen en het ruggenmerg naar de hersenen gaat.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn impulsen?
A
Invloed van buitenaf
B
Prikkel
C
Elektrisch signaal
D
Een stofje in je lichaam

Slide 12 - Quizvraag

Onthouden
  1. Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op en zetten de prikkel om in een impuls
  2. Een impuls is een elektrisch stroompje dat 
  3. door zenuwen gaat van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.

Slide 13 - Tekstslide

elektrische signaaltjes
informatie uit de omgeving
1. prikkels  2.impulsen 
zenuwceluitlopers die impulsen door kunnen geven 
hersenen
Prikkels zijn....
Impulsen zijn..
Zintuigen zetten ...... om in ........
Zenuwen zijn bundels van lange......
Impulsen gaan via zenuwen naar je ........ .

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls?

Slide 15 - Open vraag

Het centraal zenuwstelsel
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit:
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg
Het perifere zenuwstelsel bestaat 
uit de zenuwen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
perifeer zenuwstelsel

Slide 18 - Quizvraag

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 19 - Sleepvraag

In welke volgorde gaat waarnemen?
A
impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
B
prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

Slide 20 - Quizvraag

De grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft.
Bewust gedrag wordt vanuit de grote hersenen gestuurd.

Slide 21 - Tekstslide

De kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren (= regelen) bewegingen, het evenwicht en de spraak (= praten).

Slide 22 - Tekstslide

De hersenstam
De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen en het ruggenmerg.
De hersenstam regelt o.a.:
  • de bloeddruk
  • de hartslag
  • de ademhaling

Slide 23 - Tekstslide

De zenuwcel
De zenuwcel vangt impulsen op en geeft die door aan delen van het centraal zenuwstelsel.
Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam.
Hierin zit de celkern.
De zenuwcel heeft korte uitlopers en één lange uitloper.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe maakt een zenuwcel contact met een andere zenuwcel?
A
er springt een stroompje over
B
ze zitten aan elkaar vast met tentakels
C
er gaan stoffen van de ene naar de andere
D
de zenuwcel neemt boodschappen ui zijn celkern op

Slide 26 - Quizvraag

spiercel

zenuwcel
huidcel

Slide 27 - Sleepvraag

Drie soorten zenuwcellen (KB)
1. bewegingszenuwcel (motorische)
2. gevoelszenuwcel (sensorische)
3. schakelzenuwcel

Slide 28 - Tekstslide

soorten zenuwcellen

Slide 29 - Tekstslide

sensorische zenuwcel
motorische zenuwcel
schakelcel

Slide 30 - Sleepvraag

Oefenen
Oefen de examenvragen bij de onderwerpen:
  • Zenuwstelsel
  • Hormonen



Slide 31 - Tekstslide

Nog meer oefenen
Bekijk het filmpje over de werking van het zenuwstelsel
(https://schooltv.nl/video/bio-bits-afl-9-zenuwstelsel/)

Slide 32 - Tekstslide

Heb jij een les gemist?
Bekijk dan de herhaling via het filmpje.
Kopieer de link: https://biologiepagina.nl/34mavo/Waarnemen/video.htm

Slide 33 - Tekstslide

Zijn er nog vragen????
Bedankt voor jouw aandacht en tot de volgende les!!!

Slide 34 - Tekstslide

Je ziet een bonbon.
Leg uit hoe de prikkel wordt verwerkt tot en met het moment
dat je de bonbon pakt.

Slide 35 - Open vraag