Les I grof taalgebruik

Grof taalgebruik
Les wensen en grenzen I Leerpark
In deze les...
  • Praten we over grof taalgebruik. 
  • Leren we over schelden, vloeken en uitschelden.
  • Heb je jouw eigen grenzen bepaald m.b.t. grof taalgebruik. 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grof taalgebruik
Les wensen en grenzen I Leerpark
In deze les...
  • Praten we over grof taalgebruik. 
  • Leren we over schelden, vloeken en uitschelden.
  • Heb je jouw eigen grenzen bepaald m.b.t. grof taalgebruik. 

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiding Docent: 
  • Lees de presentatie goed door. Het spreekt in algemene zin voor zich. 
  • Het is veel, red je het niet qua tijd, sla dan een stukje over. Voor de afsluiting zijn slide 29 & 30 wel belangrijk! 
  • Sta bij de stellingen niet al te veel stil, deze zijn puur om het e.e.a. te triggeren. 
Voordat we beginnen
  • We roepen geen scheldwoorden of vloeken door het lokaal, schoolregel! 
  • Blijven we respectvol naar elkaar. 
  • Scheldwoorden worden in deze les alleen als voorbeeld gebruikt. 

We starten met een aantal stellingen! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheld of vloek jij dagelijks?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voelt het (achteraf) goed om te schelden / vloeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou je minder willen schelden / vloeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij wel eens uitgescholden?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij wel eens uitgescholden?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheld jij wel eens iemand uit?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom grof taalgebruik?
Soms ben je gefrustreerd, en dan gebruik je een woord dat niet beschaafd is. Dit noem je een krachtterm.
Krachttermen gebruik je om iets duidelijk te maken naar jezelf (als je pijn hebt, dan verlicht een krachtterm de pijn) of naar anderen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van
schelden?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van
vloeken?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten grof taalgebruik
Schelden = lelijke taal om iemand anders te kwetsen, dit kunnen allerlei woorden zijn met een negatieve lading (ziektes, seksuele woorden)

Vloeken = religieuze woorden misbruiken, woorden met God of Jezus erin.

Scheld je naar iemand toe, dan heet dit uitschelden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vloeken 
Vloeken kwetst niet alleen jezelf, maar ook anderen.
Hier op school vloeken wij niet! 


Bastaardvloeken zijn scheldwoorden die op vloeken lijken, maar een andere klank hebben: ''Jeetje,  gossie & getsie''. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik je wel eens bastaardvloeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitschelden
Uitschelden is iemand doelbewust kwetsen met lelijke woorden. 

  • Pesten. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom schelden we volgens het filmpje?
A
Omdat het mag.
B
Om de pijn te verlichten.
C
Om extra duidelijk te maken dat iets fout is.
D
Om iemand anders doelbewust te kwetsen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend het woord ''gay'' officieel?
A
Blijdschap
B
Kerstfeest
C
Vrolijk
D
Ouderwets

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik jij het woord Gay om iemand te kwetsen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schelden
Schelden doet bijna iedereen, jong en oud. Schelden wordt met veel soorten woorden gedaan. Denk aan ziektes, sekswoorden of geslachtsdelen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is schelden met
''kanker'' erg?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schelden met ziektes
Schelden met ziektes kan anderen enorm kwetsen. Ook als je iemand niet uitscheld. 

Hier op school schelden wij niet met ziektes! 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
- Je kunt verschillende soorten grof taalgebruik onderscheiden. 
- Heb je ontdekt waar jij vaak mee scheld. 
- Ken je het verschil tussen schelden, uitschelden en vloeken. 

Als laatste onderdeel een aantal vragen waarin je jouw wens en/of grens bepaalt: 




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind je dat je te veel
grof taalgebruik zegt?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ga jij jezelf verbeteren
op dit gebied?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden gebruik
je niet meer?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt jouw grens?
A
Ik gebruik geen grof taalgebruik.
B
Het schelden met onschuldige woorden, zoals chips, potverdorie of jemig.
C
Het schelden met krachttermen zoals geslachtsdelen ,sekswoorden en woorden zoals ''klote''
D
Ik scheld en vloek met alle woorden, mij maakt het niets uit.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips
  • Probeer grof taalgebruik altijd te voorkomen. 
  • Wil je toch grof taalgebruik zeggen, kies dan voor onschuldige termen of bastaardvloeken. 
  • Probeer iemand anders aan te spreken wanneer het volgens jou te ver gaat. 
  • Heb het er met elkaar over. 
  • Ga iemands grof taalgebruik niet na-praten. 




Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies