13 id oorlog, afl 10, hongerwinter

13 in de oorlog, aflevering 10.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13 in de oorlog, aflevering 10.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij nog van de vorige aflevering?

Slide 2 - Woordweb

Het doel van de les:
- Erachter komen wat er is gebeurt in de "hongerwinter" 

Slide 3 - Tekstslide

13

Slide 4 - Video

00:58
Welk deel van ons land is eind 1944 al bevrijd?

Slide 5 - Open vraag

01:10
Je kunt zeggen dat Nederland in tweeën wordt gedeeld door de gevechten tussen twee "groepen". Welke twee groepen bedoelen we?

Slide 6 - Open vraag

01:10

A
Bezetters en bevrijders
B
Joden en Zigeuners
C
Duitsers en Belgen
D
Nederlanders en Engelse

Slide 7 - Quizvraag

01:57
Waarom gaan mensen tuinhekken, trapleuningen slopen en bomen omhakken?

Slide 8 - Open vraag

03:03
Wanneer was de hongerwinter?
A
Winter 1943-1944
B
Winter 1944-1945
C
Winter 1971-1972
D
Winter 1940-1941

Slide 9 - Quizvraag

03:33
Wat was naast de honger/kou nog meer een groot probleem?
(2 antwoorden)
A
Er was geen vuilnisophaaldienst meer
B
De vuilnis werd niet netjes opgehaald
C
De winkels hadden veel te veel goederen
D
De winkels hadden geen goederen meer.

Slide 10 - Quizvraag

04:13
In welk deel van Nederland heerste de hongerwinter?
A
In het oosten
B
In het zuiden
C
In het noorden
D
In het westen

Slide 11 - Quizvraag

04:50
Waarom wordt het brood opgevuld met zaagsel?

Slide 12 - Open vraag

05:11
Hoe noemen we de grote keukens waar maaltijden worden uitgedeeld?

Slide 13 - Open vraag

05:11
Hoe noemen we de grote keukens waar maaltijden worden uitgedeeld?
A
Boerderij
B
Gaarkeukens
C
Horecakeukens
D
Bakkerij

Slide 14 - Quizvraag

06:15
De aanvoer van eten en brandstof stopt helemaal. Hoe komt dat?

Slide 15 - Open vraag

06:15
De aanvoer van eten en brandstof stopt helemaal. Hoe komt dat?
A
De brandstoffen zijn op
B
Er is geen geld meer
C
De Duitsers willen geen eten
D
Er rijden helemaal geen treinen meer door een spoorwegstaking

Slide 16 - Quizvraag

08:33
Welke twee dingen worden in het filmpje genoemd die mensen uit nood gingen eten?

Slide 17 - Open vraag

9

Slide 18 - Video

01:46
In welke provincies was wel genoeg te eten? Noem er minimaal 3.

Slide 19 - Open vraag

02:35
Er is geen geld. Hoe proberen de mensen dan toch voor eten te "betalen"?

Slide 20 - Open vraag

06:16
Wie gingen er voornamelijk dood tijdens de hongerwinter.
A
Moeders en vaders
B
Volwassenen
C
Jonge kinderen en oude mensen
D
Kinderen en ouders

Slide 21 - Quizvraag

06:37
Soms worden jonge kinderen begraven in kartonnen dozen of in een koffer....waarom doen ze dit?

Slide 22 - Open vraag

07:50
Wanneer werden de drie noordelijke provincies bevrijd?

Slide 23 - Open vraag

08:38
Hoe kwamen de Westerlingen uiteindelijk aan voedsel?

Slide 24 - Open vraag

09:21
Hoeveel voedsel werd naar beneden geworpen?
A
600 ton
B
60 ton
C
6000 ton
D
6 ton

Slide 25 - Quizvraag

09:27
ER werd op vier plaatsen voedsel gedropt. Waar werd géén voedsel gedropt?

A
De renbaan bij Den Haag
B
Vliegveld Waalhaven bij Rotterdam
C
Vliegveld Schiphol
D
Vliegveld Iepenburg

Slide 26 - Quizvraag

10:01
Het voedsel moest tegen een grote klap kunnen. In welk materiaal werd het voornamelijk verpakt?

Slide 27 - Open vraag

Wat is er gebeurt in de "hongerwinter"?

Slide 28 - Woordweb