Observeren Signaleren en Rapporteren- les 4 - Observatieplan en Observatiegegevens ordenen/Jitta

Observeren Signaleren en Rapporteren
Observatieplan en Observatiegegevens ordenen



1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Observeren Signaleren en Rapporteren
Observatieplan en Observatiegegevens ordenen



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gedachte maakt jou blij vandaag?
en welke juist niet?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer
Wat zie jij?

Slide 3 - Tekstslide

Moonwalking bear - leuk om de les mee te starten!
Programma
1. Lesdoelen
2. Terugblik vorige les
3. Theoretische gedeelte over:
  •  Observatieplan
4. Verwerkingsopdracht BOOM
5. pauze
6. zelfonderzoek
7. aan de slag met het observatieplan
8. afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
3 min. lesdoelen
10 min Terugblik vorige les
2 min. Programma
20 min  Theoretische gedeelte
20  min  Leeropdrachten 6
15 min Nabespreken opdracht
10 min Afsluiting les en huiswerk

90 min. totaal




Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- een observatieplan ontwerpen


- observatiegegevens  ordenen



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 observatiemethoden zijn er?

Slide 6 - Woordweb

  1. vrije observatie
  2. gestructureerde observatie
  3. intervalobservatie
  4. contextuele observatie
  5. protocollaire observatie
Observatietechnieken:
Wat hoort er NIET bij een participerende observatie?

A
kan altijd
B
informatie verzamelen
C
doel duidelijk krijgen
D
collega nodig

Slide 7 - Quizvraag

Participerend observeren:
- Intern observeren
- lastig begeleider - 2 dingen tegelijkertijd
- valkuil; beïnvloeden situatie
- vooral handig als vraagstelling/ doel niet concreet is/ informatie verzamelen.
- vaak ook doordat er niet voldoende collega's zijn om te observeren.
Observatietechnieken:

Welke uitspaak is correct als het gaat om een
niet participerende observatie?
A
Is tijdrovend
B
Is niet afleidend voor de cliënt
C
Is niet nauwkeurig
D
Is tijdbesparend

Slide 8 - Quizvraag

Niet - Participerend observeren:
- Extern observeren
- Begeleider observeert alleen, je kunt observatie nauwgezet uit te voeren
- Geen invloed op de situatie
- Vooral handig als complexe observatievraag hebt
- Valkuil: Observeren kan de cliënt afleiden
- Spiegelwand
- voldoende collega's nodig/ voldoende tijd nodig
Deel A eindopdracht
Je maakt een observatieplan

wel stage; je maakt deze gericht op de cliënt die jij wilt gaan observeren

geen stage; je maakt deze gericht op een medestudent
(bespreek met de docent wie dit zal zijn)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toestemming en AVG
- Vaak al getekend voor toestemming / check dit bij stagebegeleider!
- Bij cliënten met een beperking kunnen nabestaanden geïnformeerd worden
- Gebruik initialen en geen volledige namen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan


Stappenplan voor je observatie!

Formulier kun je ook vinden op 
ItsLearning!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 1 Algemene gegevens
Omschrijving van de persoon die je gaat observeren. Denk aan:​
  •  Achtergrond​
  •  Scholing/ werk ​
  •  Leefsituatie​
  •  Lichamelijke- en geestelijke gezondheid. ​
  •  Overige gegevens die van belang zijn voor je observatie (omstandigheden binnen de groep, aanwezigheid etc.) ​





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 2 De aanleiding
Wat ga je observeren? ​

Van welke situatie of welk probleem ga je uit? Wat is de aanleiding/ reden? ​
Beschrijf de situatie waar je vragen over hebt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 3 Doel observatie
Doel van de observatie & observatievragen:
  • Op welke vraag moet je observatie antwoord geven? 
  • Duidelijk & concreet, mag geen vragen oproepen! 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 4 Observatievragen
Hoofd- en deelvragen; concreet gedrag
 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 5 Observatiemethode en technieken
Observatietechnieken: Participerend - niet-participerend

Observatiemethode: Vrije observatie, gestructureerde observatie, contextuele observatie, protocollaire observatie en interval observatie.

Slide 17 - Tekstslide

Herhaal gelijk een stukje theorie van de vorige les. Weten de studenten nog wat de technieken en methode zijn?
Observatieplan
Stap 6 Manier van registeren

Vandaag, verder op in de les, bespreken we de theorie van de verschillende manieren van registeren. Tellen/ turven, beschrijven en verbanden leggen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 7 Plan van Aanpak

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan
Stap 8 tot 10

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht Boom
Boek Methodisch begeleiden, 
Thema 3. Signaleren en observeren, 
Maak voor jezelf - verwerkingsopdracht 11. Observeren. 
Gebruik het observatieformulier wat net is uitgelegd!







timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfonderzoek

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen en verwerken van gegevens 
Thema 3.6 uit methodisch begeleiden
Als je een observatiemethoden hebt gekozen en weet hoe je gaat observeren:
 bijvoorbeeld tijdens een kookactiviteit waarin je participeert dan is de volgende stap dat je gaat vastleggen in je plan hoe je dit gaat verwerken. 

In de theorie- Methodisch begeleiden 3.6- spreken we van een aantal manieren: 
  • Beschrijven (ook wel ''continue observatie''genoemd)
  • Tellen en turven (ook wel ''time''/''event'' sampling genoemd) 
  • Verbanden leggen 

    Lees de komende 10 minuten thema 3.6 door en maak aantekeningen. De aantekeningen gebruik je bij het maken van het observatieplan.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is handig om te doen bij het beschrijven van de informatie
A
gelijk een verslag maken
B
steekwoorden gebruiken

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is het nadeel van beschrijven?
A
tijdrovend
B
je gaat selectief waarnemen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tellen en turven doe je door
A
Objectief op te schrijven wat je hebt geobserveerd.
B
Aantallen bijhouden/streepjes zetten

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het bij tellen/turven een nadeel dat je alleen het gedrag kunt vastleggen?
A
Je bent dan niet kritisch genoeg
B
Het is geen nadeel; het is juist handig!
C
Op die manier kan informatie verloren gaan
D
Je kunt geen verbanden leggen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat wordt er bedoeld met "verbanden leggen" ?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 

Maak een start met je observatieplan!
(zie ItsLearning/ bronnen/eindopdracht/eindopdracht deel A; observatieplan)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting les - check doelen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen check

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies