Evolutie_B4_2021

Planning
  • Veel oefenen met vergelijkbare (toets)vragen
  • Pak je boek en binas erbij, in groepjes van 2 leerlingen
  • 15:35-15:45 pauze 
  • 15:45 weer terug in de les
  • vragen over huiswerk?
  • 16:05 afsluiting
  • Tussentoets 15 februari fysiek op school: 
  • thema 4 evolutie bs 1, 2, 4 en 5. 

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Planning
  • Veel oefenen met vergelijkbare (toets)vragen
  • Pak je boek en binas erbij, in groepjes van 2 leerlingen
  • 15:35-15:45 pauze 
  • 15:45 weer terug in de les
  • vragen over huiswerk?
  • 16:05 afsluiting
  • Tussentoets 15 februari fysiek op school: 
  • thema 4 evolutie bs 1, 2, 4 en 5. 

Slide 1 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk begrippen die met het thema evolutie te maken hebben

Slide 2 - Woordweb

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie

Slide 3 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met "Survival of the fittest"?
A
De best aangepaste organismen overleven
B
Als je te weinig sport ga je dood
C
De snelste organismen overleven
D
De best aangepaste organismen overleven en planten zich voort.

Slide 4 - Quizvraag

Eivlekken
Bij bepaalde vissoorten, zoals de zebracichlide Pseudotropheus zebra, ontwikkelen de eieren zich in de bek van het vrouwtje. Tijdens de paringsdans neemt het vrouwtje de door haar geproduceerde eieren in haar bek. Vervolgens spreidt het mannetje zijn anale vin en produceert sperma. Op zijn anale vin bevindt zich een aantal opvallende geeloranje vlekken die een sterke gelijkenis vertonen met de eieren. Het vrouwtje hapt naar de ’eivlekken’ op de vin waarbij een deel van het geproduceerde sperma wordt opgehapt. Door dit gedrag is de kans op bevruchting van de eieren groot.
Sommige biologen menen dat deze eivlekken in de loop van de evolutie ontstaan zijn uit kleine parelvormige vlekjes die bij veel soorten cichliden voorkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe in drie stappen een cichlidesoort ontstaat met vlekken die op eieren lijken.

Slide 6 - Open vraag

Ernst Haeckel
Ernst Haeckel (1834-1919) was een Duitse bioloog. Op de dag dat 
hij een belangrijke onderscheiding kreeg, stierf zijn jonge vrouw 
Anna Sethe (afbeelding boven) aan een koortsaanval. Haeckel was 
ontroostbaar. Een jaar later ontdekte hij een nieuwe kwallensoort 
(afbeelding onder). Hij schreef: 'Deze soort is een van de meest fraaie 
onder de holtedieren. Haar tentakels hangen als de blonde haren 
van een prinses. Ik noem deze soort ter nagedachtenis naar mijn 
onvergetelijke vrouw, Anna Sethe.

Slide 7 - Tekstslide

Heckelmvernoemde de soort naar zijn vrouw.

Welke binaire naamgeving past hierbij?
A
Annasethe desmonema Haeckel.
B
Desmonema haeckel Annasethe.
C
Desmonema annasethe haeckel.
D
Haeckel desmonema Annasethe.

Slide 8 - Quizvraag

Ernst Haeckel
Bij een latijns wetenschappelijke naam van een organisme zegt
het eerste woord iets over het geslacht van het organisme,
de tweede naam iets over de soort

Ernst Haeckel heeft een nieuwe soort ontdekt, waardoor hij een
naam mag geven aan de nieuwe soort.
De naam van het geslacht moet altijd als eerste, met hoofdletter:
Desmonema.
De soort benaming moet als tweede, zonder hoofdletters:
annasethe haeckel.

Slide 9 - Tekstslide

Lees onderstaande bron
Het lijkt erop dat het ecosysteem in Siberië aan het einde van de laatste ijstijd is overgegaan van een grassteppe naar een toendra.
Onderzoekers in Lapland vonden dat de toendra door een langdurige hoge begrazingsdruk door rendieren veranderde in een meer productieve grasvlakte.
Russische onderzoekers willen in Siberië een soortgelijke invloed aantonen. Zij introduceerden in 1986 kuddes grote grazers op de toendra van Siberië. Zij wilden onderzoeken of grote grazers zoals paarden en bizons al grazend en poepend de grasvlakte weer terug kunnen brengen, zelfs in het barre Siberische klimaat. De eerste resultaten lijken dat idee te bevestigen. Dit experiment moet het uitsterven van de mammoet verklaren met de ecologische graastheorie, die stelt dat de grasvlakte aan het eind van de ijstijd in toendra is veranderd, omdat de kuddes met grote grazers uitstierven. Zonder bemesting en begrazing en bij toegenomen neerslag zou het gras verdwijnen. Door een dikker pak sneeuw in de winter werd het gras voor grazers onbereikbaar. Bejaging gaf de doodsklap.
Met de grazers verdween de grassteppe en zo raakte ook de mammoet in de problemen door voedselgebrek.

Slide 10 - Tekstslide

Noem een lichaamskenmerk van de mammoet en leg uit dat het dier daardoor langer op de steppe in leven kon blijven dan andere grote grazers.

Slide 11 - Open vraag

Mammoetsoorten
Er bestaan twee ideeën over de verwantschap van de nu nog levende olifantensoorten met de wolharige mammoet (Mammuthus primigenius). De ene groep (P) veronderstelt dat het dier het meest verwant is aan de Aziatische olifant (Elephas maximus), de andere groep (Q) ziet vooral de meeste overeenkomsten met de Afrikaanse olifant (Loxodonta africana).
In de afbeelding is de ontwikkeling van de olifanten weergegeven.

Slide 12 - Tekstslide

De ene groep (P) veronderstelt dat het dier het meest verwant is aan de Aziatische olifant (Elephas maximus), de andere groep (Q) ziet vooral de meeste overeenkomsten met de Afrikaanse olifant (Loxodonta africana).

Kun je op grond van deze afbeelding zeggen welke groep gelijk heeft?
A
Nee, dat is op grond van deze afbeelding niet te zeggen
B
Ja, groep P heeft gelijk
C
Ja, groep Q heeft gelijk

Slide 13 - Quizvraag

Menselijke naaktheid
Nadat Charles Darwin zijn boek 'the origin of species' uitbracht werd deze spotprent van hem gemaakt. 

De mens is echter de enige primaat zonder lichaamsbeharing. De oorsprong daarvan is eigenlijk altijd een raadsel gebleven. Er werd zelfs op enig moment gespeculeerd dat de voorouder van de mens in het water leefde.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe noemt men in de wetenschap een veronderstelling die nog niet is bevestigd, zoals de gedachte dat menselijke voorouders een tijdje als zeedieren hebben geleefd?

Slide 15 - Open vraag

– Leg uit waardoor in een zonnig gebied een donkere huidskleur voor de mens voordeel heeft ten opzichte van een lichte huidskleur.

– Leg uit waardoor in datzelfde gebied een donkere huidskleur geen voordeel oplevert voor de chimpansee.

Slide 16 - Open vraag

Blauwgroene algen (gebruik je Binas)

Blauwgroene algen (cyanobacteriën) worden niet tot het plantenrijk gerekend. Om welke reden?

Slide 17 - Open vraag

Organisme in het bodemslib (gebruik je Binas)

In het slib op de bodem van een ondiepe vijver wordt een organisme gevonden. Bij onderzoek blijkt dat dit organisme geen mitochondriën heeft.

Tot welk rijk kan dit organisme behoren?
A
Alleen tot het rijk der bacteriën.
B
Alleen tot het rijk der planten of tot het rijk der schimmels
C
Alleen tot het rijk der bacteriën of tot het rijk der planten
D
Tot het rijk der bacteriën, tot het rijk der planten, tot het rijk der schimmels of tot het rijk der dieren

Slide 18 - Quizvraag

Micro-organismen en de mens

Twee leerlingen doen beweringen over toepassingen van micro-organismen bij productieprocessen door de mens.
Jette zegt: 'Bacteriën worden gebruikt bij het maken van wijn.'
Lene zegt: 'Schimmels worden gebruikt bij het maken van brood.'
Wie doet (doen) een juiste bewering?
A
Geen van beide
B
Alleen Jette
C
Alleen Lene
D
Beide hebben gelijk

Slide 19 - Quizvraag

Zwemmerseczeem
Zwemmerseczeem is geen eczeem, maar een infectie van (meestal) een of beide voeten. De aandoening wordt veroorzaakt door een parasiet die zich graag nestelt in vochtige huid. Men kan dit eczeem oplopen op plaatsen waar vaak vochtige blote voeten voorkomen, zoals in zwembaden of in gemeenschappelijke douches. Vandaar de naam 'zwemmerseczeem'.
Tot welke groep van organismen hoort de veroorzaker van dit eczeem?
A
Tot de archaea
B
Tot de bacteriën
C
Tot de schimmels
D
Tot de eencellige dieren

Slide 20 - Quizvraag

Stamboom van mensachtigen en mensapen
In de afbeelding is een cladogram (stamboom) van mensachtigen en mensapen weergegeven.

Slide 21 - Tekstslide

Met welke letter wordt de laatst levende gemeenschappelijke voorouder van de chimpansee en de mens aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
E

Slide 22 - Quizvraag

                                              De evolutietheorie gaat uit van:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en het    ..........................       van bestaande soorten
Bij evolutie spelen ..................................   in het genotype een rol. Dit noemen we mutaties.
In elke populatie van een soort kunnen daardoor  ................................     verschillen voorkomen. 
Als de omgeving verandert kan dit handig zijn om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

veranderingen

verdwijnen

genotype

toevallige

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is niet juist over rudimentaire organen?
A
ze duiden op een gemeenschappelijke voorouder
B
ze hebben geen functie meer
C
ze komen niet of nauwelijks tot ontwikkeling
D
ze ontstaan door genetic drift

Slide 24 - Quizvraag

Deze organen hebben hetzelfde bouwplan
A
rudimentaire organen
B
homologe organen
C
analoge organen
D
recessieve organen

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met "the fittest" bij survival of the fittest?
A
de best aangepaste
B
met de meeste nakomelingen
C
de sterkste
D
de oudste

Slide 26 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor evolutie?
A
reproductieve isolatie
B
natuurlijke selectie
C
geslachtelijke voortplanting
D
genetische variatie

Slide 27 - Quizvraag

Welke is onjuist? de allelfrequentie of genfrequentie kan veranderen door
A
gelijke overlevingskansen
B
genetic drift
C
selectiedruk
D
mutaties

Slide 28 - Quizvraag

Voedingswijze kan heterotroof of autotroof zijn... wat is het verschil?

Slide 29 - Open vraag

Wat heeft dit met evolutie te maken?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Prokaryoten
Eukaryoten
Bacteriën
Archaea
Eencelligen
Schimmels
Planten
Dieren
gisten
cyanobacterien

Slide 32 - Sleepvraag

Ga nu naar deze website: https://biologiepagina.nl/Oefeningen/cellen4rijken/cellen4rijken.htm, maak de oefening en voer je score in. Neem je tijd en gebruik je boek erbij.

Slide 33 - Open vraag

Organisch
Anorganisch
CO2
Glucose
Eiwit
N2
H2O
DNA
Zetmeel

Slide 34 - Sleepvraag

In welke Binas tabel kan je informatie vinden over de kenmerken van de verschillende rijken?

Slide 35 - Open vraag

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.). Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
alleen tot hetzelfde genus
B
alleen tot dezelfde soort
C
zowel tot hetzelfde genus als tot dezelfde soort

Slide 36 - Quizvraag

                                              De evolutietheorie gaat uit van:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en    ..........................       van soorten
Bij evolutie speelt ook  de     ..................................   in het genotype bij een soort een rol.
                        In elk soort komen in het genotype  ................................     verschillen voor. 

Soms is zo'n verschil handig om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

verandering

verdwijnen

genotype

toevallige

Slide 37 - Sleepvraag

biologie 4.4 - evolutietheorie

Slide 38 - Tekstslide

Evolutie

  • Natuurlijke selectie
  • Voorbeeld: berkenspanners 
    (peper en zoutvlinder)

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video