Je leest de vraag bij fragment A goed door. Tijdens het afspelen/lezen van een fragment is het muisstil in het lokaal. Als je het antwoord hebt gehoord, noteer je het meteen.
Het fragment A wordt herhaalt.
Je krijgt tijd om fragment B goed door te lezen. Na het eerste afspelen/lezen wordt ook dit herhaalt.
Je krijgt tijd om de tekst bij fragment C te lezen. Bij opdracht C omcirkel je het juiste woord op het stencil.
Je krijgt tijd om de opdracht van fragment D te lezen.
Slide 8 - Tekstslide
Fragment A
klas 2 luistertoets 1 fragment A
Slide 9 - Tekstslide
Fragment B
klas 2 Luistertoets 1 gragment B
Slide 10 - Tekstslide
Fragment C
klas 2 Luistertoets 1 fragment C
Slide 11 - Tekstslide
Fragment D
klas 2 Luistertoets 1 fragment D
Slide 12 - Tekstslide
AAN DE SLAG 2
Open je 3 boek blz. 140-141
Lees de uitleg (1A, 1B, 1F) van de persoonsvormen (tt) na haben, sein, melden/arbeiten.
Maak oefening: blz. 130 no. 1 en blz. 134 no. 12
timer
8:00
Slide 13 - Tekstslide
Terugblik - hebben wij dit bereikt?
Je weet, hoe de nieuwe docent haar lessen zal opbouwen.
Je kent het doel van de docente: Duits begrijpen is niet zo moeilijk.
Herhaling van de persoonsvormen van hebben & zijn.