Persoonsvorm in samengestelde zin

DOELEN


- je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden

- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed spellen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

DOELEN


- je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden

- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed spellen

Slide 1 - Tekstslide

PV in SAMENGESTELDE ZINNEN

Je hebt geleerd dat in samengestelde zinnen 

meer dan één persoonsvorm staat. 


Om werkwoorden goed te kunnen spellen moet je eerst ontdekken welke werkwoorden in een samengestelde zin persoonsvorm zijn.



Slide 2 - Tekstslide

PV in SAMENGESTELDE ZINNEN

Kijk of de werkwoorden van tijd kunnen veranderen.

De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, 

zijn persoonsvorm.


De fietser wil graag doorrijden, maar de weg is geblokkeerd.


                                                   



pv
pv
geen pv
geen pv

Slide 3 - Tekstslide

Is de zin een samengestelde zin?

Je kunt te allen tijde bij je mentor studieadvies vragen.
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

Ik kan het bedrag wel contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

Jetta krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

PV in SAMENGESTELDE ZIN

Zo vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin:

  • zet de zin in een andere tijd:

je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom.

De werkwoorden die veranderen, zijn persoonsvormen.



Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.
Tom schreeuwde, omdat hij zijn arm had gebroken.

Slide 8 - Tekstslide

Noteer de persoonsvormen:

Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 10 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.

Slide 11 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.

Slide 12 - Open vraag

PERSOONSVORMEN

IN EEN SAMENGESTELDE ZIN

Zet de zin in een andere tijd:

Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. 

De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.


VOORBEELD:

Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.


Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.

Slide 13 - Tekstslide

PERSOONSVORMEN

 IN SAMENGESTELDE ZINNEN

Juist spellen van de persoonsvormen:

- Controleer of het werkwoord een persoonsvorm is

- Kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat

- Kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is

- Vul de juiste vorm van het werkwoord in


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

OPDRACHT

Zet de persoonsvormen in de
tegenwoordige tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!

Slide 16 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).

Slide 17 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Omar (geloven) bijna alles wat Patrick (vertellen).

Slide 18 - Open vraag

OPDRACHT

Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!

Slide 19 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:

Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.

Slide 20 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Gisteravond (koken) mijn vader soep voor ons, terwijl mijn moeder en ik samen (sporten).

Slide 21 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:

Kiki (schrijven) een gedicht voor Pieter, maar hij (lezen) het niet.

Slide 22 - Open vraag

GELEERD?


- je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden

- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed spellen

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 24 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag