NE Lezen Blok 5 Tekstsoorten: overtuigende tekst (KB2) (1)

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Let op 
Het eerste deel over overtuigende teksten en feiten en meningen is alleen voor BASIS 

Het deel over de hoodgedachte is voor KADER


Slide 2 - Tekstslide

doel
aan het einde van deze les:
herken je overuigende teksten
kun je feiten en meningen onderscheiden

Slide 3 - Tekstslide

Overtuigende tekst

Slide 4 - Tekstslide

overtuigende tekst
Doel: iemand overhalen
Mening is belangrijk
Standpunt goed onderbouwen met argumenten
Voorbeeld: recensie/ sollicitatiebrief/ klachtenbrief

Slide 5 - Tekstslide

Overtuigende tekst
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening
-> Het doel is dat de lezer die mening overneemt.
-> De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn gelijk.

Voorbeelden: ingezonden brief, column, recensie

Slide 6 - Tekstslide

Bij een overtuigende tekst let je
goed op feiten en meningen.

Slide 7 - Tekstslide

Een overtuigende tekst 

Slide 8 - Tekstslide

Geef bij de overtuigende tekst hiervoor aan of dit feiten zijn of een mening.

Slide 9 - Open vraag

Deze tekst is een ...
A
Uitleggende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Aansporende tekst

Slide 10 - Quizvraag

Deze tekst is een ...
A
Uitleggende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Aansporende tekst

Slide 11 - Quizvraag

Deze tekst is een ...
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Aansporende tekst

Slide 12 - Quizvraag

Een sollicitatiebrief is een:
A
amuserende tekst
B
informatieve tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst

Slide 13 - Quizvraag

De lezer iets nieuws vertellen
A
Uitleggende tekst
B
Informerende tekst
C
Amuserende tekst
D
Overtuigende tekst

Slide 14 - Quizvraag

Een instructie is een
A
Informerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Amuserende tekst
D
Activerende tekst

Slide 15 - Quizvraag

Een advertentie van Coca Cola is een:
A
amuserende tekst
B
informatieve tekst
C
overtuigende tekst
D
activerende tekst

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort tekst is een 'ingezonden brief'?
A
overtuigende tekst
B
activerende tekst

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort tekst is een 'advertentie'?
A
overtuigende tekst
B
activerende tekst

Slide 18 - Quizvraag

In deze tekst wordt een standpunt onderbouwd met argumenten
A
instruerende tekst
B
amuserende tekst
C
overtuigende tekst
D
informerende tekst

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk BASIS 
Blok 5 lezen: maken opdrachten 1 t/m 4 

Slide 20 - Tekstslide

Hoofdgedachte

Slide 21 - Tekstslide

Wat is volgens jou een 'hoofdgedachte'?

Slide 22 - Open vraag

Theorie (hoofdgedachte)
Hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Onderwerp zoeken.
2. Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt? Antwoord in één zin. 


Slide 23 - Tekstslide

Theorie (hoofdgedachte)

Waar kan de hoofdgedachte in de tekst staan?


- inleiding
- slot
(- titel)

Soms staat hij er letterlijk in, maar soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 25 - Quizvraag

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot

Slide 26 - Quizvraag

De hoofdgedachte staat meestal...
A
aan het begin of einde van de tekst
B
in de titel of in het midden van de tekst
C
in het midden van de tekst
D
aan het begin van de tekst of in de titel

Slide 27 - Quizvraag

De hoofdgedachte is...
A
waar de tekst over gaat
B
wat in de titel staat
C
wat de schrijver over het onderwerp zegt

Slide 28 - Quizvraag

De hoofdgedachte is altijd...
A
een woord
B
een zin
C
een woord of een zin

Slide 29 - Quizvraag

De hoofdgedachte...
A
kan een vraag zijn
B
is altijd een vraag
C
is nooit een vraag

Slide 30 - Quizvraag

Huiswerk KADER 
Blok 5 lezen: maken opdrachten 1 t/m 3 

Slide 31 - Tekstslide