Toetsvoorbereiding

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een geleider laat stroom door
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Steen is een geleider
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Kunststof is een goede isolator
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Koper is een isolator
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Een batterij levert energie
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een lampje vervoert energie
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Een spanningsbron levert energie
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Een lampje is een spanningsbron
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Een dynamo is een spanningsbron
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Als je twee batterijen aan elkaar doet moet de minpool tegen de minpool
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Dit is een symbool voor een batterij
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Bij een serieschakeling gaan alle lampen tegelijk aan als je de schakelaar aan zet
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Dit is een serieschakeling
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Als schakelaar 1 dicht gaat
brand alleen lamp A.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Als schakelaar 2 dicht gaat
brand alleen lamp A.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Op een stopcontact staat 100 Volt
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Als iemand onder stroom staat moet je zo snel mogelijk de stroom uitschakelen
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

De gevolgen van onder stroom staan hangt af van de weg die de stroom neemt
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Als je handen nat zijn gaat de stroom en minder goed doorheen dan als je handen droog zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Als je in aanraking komt met stroom trekken je spieren zich plotseling samen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide