1hv4 donderdag
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Het doel van globaal lezen is ....
A
de hoofdzaken uit de tekst halen
B
de tekst helemaal begrijpen
C
gericht zoeken naar een antwoord in de tekst
D
de tekst beoordelen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is globaal lezen?
A
Je bekijkt de tekst en leest het eerste stukje van de tekst
B
Je leest de eerste en de laatste zin van alle alinea's
C
Je leest de eerste en de laatste alinea en de kernzinnen
D
Je leest de hele tekst en bekijkt hoe de tekst is opgebouwd.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer zou intensief lezen van pas komen?
