Werken in een leefstijlcentrum quiz alles

Werken in een leefstijlcentrum
quiz
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werken in een leefstijlcentrum
quiz

Slide 1 - Tekstslide

Tekstbronnen
1.6 Werken in een leefstijlcentrum                                  3.16 Bezoekers ontvangen 
2.27 Een gezonde leefstijl                                                   4.22 Feedback geven en ontvangen 
4.17 Communicatiemiddelen en reclame                    4.23 Objectief en subjectief 
3.15 Communiceren kun je leren                                      5.1 Basisregels van EHBO 
4.18 Emoties                                                                               
4.18 Omgaan met emoties van de ander
4.10 Een activiteit organiseren 
4.7 Spelen van jong tot oud
4.20 Ontwikkeling van jongeren 
2.28 Stoornissen en ziekten
4.21 Vrijwilligerswerk 
2.29 Gezonde leefstijl en gehoor
2.30 Genotmiddelen en verslaving 
4.2 Een sociale kaart maken 


Slide 2 - Tekstslide

Wat is educatie?
A
lezen
B
vorming van onderwijs
C
schrijven
D
vorming van thuiszorg

Slide 3 - Quizvraag

Welke 4 doelgroepen komen er in een leefstijlcentrum?

Slide 4 - Open vraag

Wat is levensloop?

A
leren leven
B
In je leven verdiepen
C
leren lopen
D
Hoe je leven zich ontwikkeld

Slide 5 - Quizvraag

Wat is rolstoelvriendelijk?
A
veel trappen
B
veel drempels
C
geen drempels en weinig tot geen trappen
D
de rolstoel kan overal makkelijk overheen en doorheen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld fijne motoriek?
A
Voetballen
B
verstoppertje spelen
C
rennen
D
Knippen en plakken

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je een persoon die in nederland woont maar ergens anders is geboren
A
autochtoon
B
allochtoon
C
immigrant
D
emmigrant

Slide 8 - Quizvraag

Als je iemand leert kennen geef je diegene een hand. Dit noem je een
A
norm
B
waarde

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je een communicatiemiddelen waarmee je een grote groep mensen kunt bereiken, zoals internet, radio, televisie, kranten en tijdschriften.
A
sociale media
B
massamedia
C
individuele media
D
personal media

Slide 10 - Quizvraag

Manier van communiceren waarbij je niet praat noem je
A
verbaal
B
non verbaal
C
acteren
D
poseren

Slide 11 - Quizvraag

Met welke problemen kun je bij het Riagg terecht?
A
relatieproblemen
B
lichamelijke problemen
C
psychische problemen
D
opvoedingsproblemen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de meeste voorkomende soa?
A
Chlamydia
B
Gonnoroe
C
Hiv aids
D
Syflis

Slide 13 - Quizvraag

Je hebt een kamer optisch schoongemaakt. Wat heb je gedaan

A
Je kamer ontsmet
B
Je kamer gepoets
C
Je kamer gedweild
D
losliggend vuil weggehaald

Slide 14 - Quizvraag


'Een dieet waarbij de hoeveelheid zout beperkt is.'
Hoe noem je dit?
A
Calcium beperkt dieet
B
Natrium dieet
C
Eiwit dieet
D
energiebeperkt dieet

Slide 15 - Quizvraag

Welk punt is een vast de 5 regels van EHBO
A
koel het slachtoffer
B
verwijder kleding en sieraden
C
stel het slachtoffer gerust
D
blijf tegen het slachtoffer praten

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een harddrugs?
A
wiet
B
xtc
C
alcohol
D
hasj

Slide 17 - Quizvraag

Voor een activiteit moet je voor 36 personen koffie zetten.
Er gaan 6 kopjes uit 1 liter.

Hoeveel liter koffie moet je zetten om elke persoon 1 kopje koffie aan te bieden?

A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 18 - Quizvraag

Je werkt in een leefstijlcentrum.
In welke sector werk je dan?
A
in de zorg
B
in het onderwijs
C
in de marketing
D
in het welzijnswerk

Slide 19 - Quizvraag

De patiënt is 24 uur per dag bezig met verantwoord en gezond voedsel en weigert om 'ongezond' te eten.
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
A
Anorexia Nervosa
B
Binge Eating Disorder
C
Boulima Nervosa
D
Orthorexia Nervosa

Slide 20 - Quizvraag

Smetvrees is een
A
ziekte
B
stoornis

Slide 21 - Quizvraag

Succes met leren!

Slide 22 - Tekstslide