Het spijsverteringsstelsel deel II

Het spijsverteringsstelsel deel II
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het spijsverteringsstelsel deel II

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg kennis checken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door peristaltische beweging (spierwerking)
wordt het voedsel naar de maag gebracht.
Wat is de benaming van nr.1


A
Opspanning
B
Inspanning

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door peristaltische beweging (spierwerking)
wordt het voedsel naar de maag gebracht.
Wat is de benaming van nr.2


A
Pharinx
B
Ontspanning
C
Oesofagus
D
Opspanning

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door peristaltische beweging (spierwerking)
wordt het voedsel naar de maag gebracht.
Wat is de benaming van nr. 3


A
Pharinx
B
Ontspanning
C
Oesofagus
D
Opspanning

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door peristaltische beweging (spierwerking)
wordt het voedsel naar de maag gebracht.
Wat is de benaming van nr. 4


A
Keelholte
B
Voedselbrij
C
Slokdarm
D
Voedsel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor de maag?

Slide 8 - Open vraag

Gaster
Waar dient de maag voor?

Slide 9 - Open vraag

De maag dient als tijdelijk reservoir van de maaltijd die we net hebben gegeten.
In de maag wordt het eten vermengd met maagsap, dat een heel sterk zuur is.
Wat is de functie van maagsap?

Slide 10 - Open vraag

Het doden van micro-organismen
Het bewerken van van de eiwitten, zodat ze makkelijker afgebroken kunnen worden.
Daarnaast bevat maagsap de intrinsic factor. Wat doet zo'n intrinsic factor?
A
Dit is een stof die zich bindt aan eiwitten voor opname in de dunne darm
B
Dit is een stof die zich bindt aan vit. B12, zodat de vit. de darmwand kan passeren
C
Dit is een stof die zich bindt aan vit. B12 voor opname in de dunne darm
D
Dit is een stof die zich bindt aan eiwitten, zodat de vit. de darmwand kan passeren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom bevat het maagsap veel slijm?

Slide 12 - Open vraag

Om de maagwand zelf voor het sterke zuur van het maagsap te beschermen.
 
Wat is een pyrosis?

Slide 13 - Open vraag

Zuurbranden in de keel. 

Terugvloeien van wat maagsap naar de slokdarm.
Dit gebeurt bij misselijkheid of als de maag te vol is.
Bij braken heb je geen last van pyrosis. Leg uit wat er dan gebeurt?

Slide 14 - Open vraag

Bij braken gebeurt er wat anders, dan gaat de peristaltiek van de maag de andere kant op. De maaginhoud wordt door maagperistaltiek naar de slokdarm gedreven.
Twaalfvingerige darm
Kronkel darm
Nuchtere darm
1
2
3

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander naam voor de twaalfvingerige darm?
A
duodenum
B
jenjunum
C
ileum

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander naam voor de kronkeldarm
A
duodenum
B
jejunum
C
ileum

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander naam voor de nuchtere darm?

Slide 18 - Open vraag

Jenunum
Wat mondt uit in de twaalfvingerige darm?

Slide 19 - Open vraag

Galbuis en alvleesklierbuis
De galbuis levert gal af aan de twaalfvingerige
darm. Wat is de functie van de gal?

Slide 20 - Open vraag

Gal maakt het vet kleiner waardoor
 de enzymen nog beter de vetten kunnen
 verteren.

De alvleesklierbuis levert aan de twaalfvingerige
darm alvleeskliersap af. In deze sap zitten enzymen. wat doen deze enzymen?

Slide 21 - Open vraag

Deze enzymen verteren vetten, koolhydraten en eiwitten. 
In het
alvleeskliersap zit ook bicarbonaat. Wat is de functie hiervan?

Slide 22 - Open vraag

Om het zuur uit de  maag te neutraliseren.

Wat is de functie van de kronkeldarm?

Slide 23 - Open vraag

Hier wordt het voedsel uiteindelijk verteerd en worden de verteerde stoffen via de darmwand in het bloed opgenomen.

In de dunne darm wordt ook darmsappen
aan het voedselbrij toegevoegd. Wat gebeurt er dan met de inhoudt van de dunne darm?

Slide 24 - Open vraag

Dit maakt
 de inhoud van de dunne darm erg waterig.
  • De wand van de dunne darm is sterk geplooid.
  • Die plooien noemen we darmvlokken
  •  In de darmvlokken lopen onder meer bloedvaatjes.
  • De slijmvliezen van de darmwand nemen de verteerde stoffen op en dragen die stoffen over aan de kleine bloedvaatjes (de aders). 
  • Alle aders komen samen en vormen de poortader.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de poortader?

Slide 26 - Open vraag

De poortader brengt alle verteerde
 voedingsstoffen naar de lever.

onderste holle ader
lever
galblaas
dunne darm
aorta
poortader
alvleesklier
galwegen
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lever ontvangt alle verteerde voedingstoffen via de poortader en verwerkt deze stoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle meervoudige suikers worden in de lever omgezet in glucose
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Alle enkelvoudige suikers worden omgezet in glucose

Glucose wordt via het bloed van de poortader afgevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Glucose wordt via het bloed van de onderste holle ader afgevoerd

Het te veel aan glucose wordt in de lever omgezet in glucophage en daarna in vet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Het te veel aan glucose wordt in de lever omgezet in glycogeen en daarna in vet

Glucose dat omgezet is in vet wordt opgeslagen in de huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Dit vet wordt via het bloed naar andere opslagplaatsen vervoerd, bijvoorbeeld het onderhuidse vetweefsel

Lever maakt ook cholesterol
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor alvleesklier?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Via de pancreasbuis wordt het alvleeskliersap in
de twaalfvingerige darm gebracht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hormonen (insuline en glycageen) worden
direct aan het bloed afgegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

De hormonen (insuline en glucagon) worden  direct aan het bloed afgegeven.

Insuline zorgt voor het verlagen van de bloedsuiker
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het
 bloed wordt gehaald en in de cellen terecht  komt (dit verlaagt de bloedsuiker).

De lever werkt ook ontgiftend. Leg uit wat dit inhoudt.

Slide 38 - Open vraag

Stoffen die ontstaan tijdens de afbraak van voedingsstoffen of giftige stoffen die met het voedsel zijn meegekomen, worden door de lever ongevaarlijk gemaakt, zodat de nieren ze kunnen uitscheiden. 
anus
sigmoïd
coecum
colon transversum
colon descendens
rectum
colon ascendens
appendix
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Via de dunne darm komen de verteerbare voedselresten in de dikke darm.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Via de dunne darm komen de onverteerbare voedselresten in de dikke darm.

 

De ontlasting dikt in de dikke darm in. Leg uit hoe dit komt.

Slide 41 - Open vraag

De ontlasting is bovenin de darm erg waterig.
In de dikke darm wordt water en zouten onttrokken aan de ontlasting. Daardoor dikt de ontlasting in.

De bacteriën in de dikke darm verteren de onverteerbare voedselresten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

In de dikke darm leven bacteriën die nog een deel van de onverteerbare voedselresten verteren.

Sommige bacteriën in de darm maken in bij de vertering vitaminen aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het laatste stukje van de dikke darm?
A
blindedarm
B
anus
C
rectum
D
endeldarm

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De functie van de appendix is...
A
giftige stoffen opvangen en vernietigen
B
zoutopvangen en teruggeven aan het lichaam
C
het is nog niet bekend wat voor functie het heeft
D
ontsteking in de darmen tegengaan

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

http://www.youtube.com/watch?v=1l4dwAWYavo

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Week 7 en 8: Uitscheidingsstelsel
Doorlezen en termen die hierbij horen bestuderen:
  • Voorbereiding week 7 & 8 
  • Verdieping: uitscheiding
  • Verdieping: nieren en de urinewegen
  • Verdieping: werking van de nieren (filmpje)
Volgende week gaan we weer vragen beantwoorden gerelateerd aan bovenstaande onderdelen!

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies