par 4 Over gedichten

par. 4 Over gedichten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

par. 4 Over gedichten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie al over gedichten?

Slide 2 - Open vraag

Teksten hebben alinea's, maar hoe heet dat bij gedichten?
A
blokken
B
ook alinea's
C
strofen
D
coupletten

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn strofen?
Een strofe is een groepje regels in een gedicht.
Tussen twee strofen zit meestal een lege regel.
In één strofe staan vaak zinnen die goed bij elkaar passen.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld:


De zon komt op, de lucht wordt rood,
ik hoor het ritselen van het riet.
De vogels fluiten hoog in de bomen,
de ochtend voelt als een nieuw lied.

Ik fiets alleen over stille wegen,
de wind waait zachtjes langs mijn oor.
De wereld is nog aan het slapen,
maar ik voel vrijheid, keer op keer.

Dit gedicht heeft twee strofen:
De eerste vier regels horen
bij elkaar, de eerste strofe.
De volgende vier regels vormen de tweede strofe.

Slide 5 - Tekstslide

tekst 1 - zwanen
1. Zwanen zien er altijd zo nieuw uit
zo zondags, zo pas in bad geweest.
Maar spelen of spetteren in het water,
dat doen ze niet. Zwanen zijn niet vrolijk.


2. Zij willen ook altijd weg. Daarom wiegen zij
met hun lange hals als met een witte zakdoek
en zo droevig dat zij kijken.
Zwanen kunnen geen tranen laten.


3. Maar zwemmen, dat kunnen zij, statig drijven
altijd recht vooruit als witte bootjes
met onzichtbare roeispanen.


4. En opeens verandert alles van kleur
als zij hun vleugels openslaan
en zich languit rekken in de spiegel
van de vijver. Dan kraait het water
van plezier en klapt in zijn handen.

timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Zwanen
Waar denk je dan aan?

Slide 7 - Woordweb

Waarmee worden zwanen in de derde strofe vergeleken?

Slide 8 - Open vraag

In strofe 4 zit een personificatie. Neem over en vul in: Het water kan twee dingen die mensen ook kunnen, namelijk … en …

Slide 9 - Open vraag

Als je goed leest, kun je nog een vergelijking zonder de woorden als of zoals in strofe 4 vinden.

Slide 10 - Open vraag

Vind je dat de dichter anders naar zwanen kijkt dan jij? Ja / Nee, want

Slide 11 - Open vraag

wegstreepgedicht
Je mag de woorden herschikken of het gedicht achteraf iets aanpassen.

Kies woorden die samen een gevoel oproepen of een verhaal lijken te vertellen.

Minder is meer! Liever 8 sterke woorden dan 25 die niks zeggen.

Slide 12 - Tekstslide

wegstreepgedicht
  1. Open het Word-document met het artikel over het graf van de Egyptische farao. In Magister
  2. Lees de tekst één keer rustig door.
  3. Kies 8–15 woorden of korte zinnen die je mooi, krachtig of bijzonder vindt.
  4. Bijvoorbeeld woorden die gaan over emotie, verwondering, geschiedenis of mysterie.
  5. Maak de rest zwart:
  6. Selecteer de zinnen die je niet wilt gebruiken.
  7. Ga naar Start > Tekstmarkeringskleur en kies zwart.
  8. Zorg dat alleen jouw gekozen woorden leesbaar blijven.
  9. Je hebt nu een black-out poem!
  10. Sla je bestand op als: jouwnaam_wegstreepgedicht.docx en verstuur naar je docent
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide


Ik vond het leuk om een gedicht te maken
Ik vond het lastig om een gedicht te maken

Slide 14 - Poll