CH3 - Food talk (getting started + B)

                       CH3: What do you see?
                       What is your favourite food? 
timer
1:30
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                       CH3: What do you see?
                       What is your favourite food? 
timer
1:30

Slide 1 - Tekstslide

Missions

1. You can link at least 3 words to the theme of this chapter

2. You know how to form the plural

3. You can match the quantities to the product
(a slice of bread etc.)

4. You can talk about your favourite food. 

5. You can have a conversation in a supermarket

Slide 2 - Tekstslide

What does plural mean?

Slide 3 - Open vraag

Plural = meervoudsvorm
Basisregel: om de meervourdsvorm van een woord te maken zet je er een +S achter.  

NOOOOOOOIT 'S !!

Er zijn een aantal uitzonderingen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering 1:
woorden die eindigen op een sis-klank (s, ch, x etc.) krijgen +es

kiss = three kisses
box = five boxes

Slide 6 - Tekstslide

uitzondering 2

Slide 7 - Tekstslide

uitzondering 3

Slide 8 - Tekstslide

uitzondering 4

Slide 9 - Tekstslide

Uitzondering 5
sterke woorden veranderen van vorm en doen niet mee aan de basisregel

1 child = 10 children 
1 mouse = 3 mice
1 woman = 5 women 

Op de volgende dia staan nog meer van deze sterke woorden. Deze leer je uit je hoofd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting meervoudsvormen:
Meestal +s
  • Dog - Dogs
  • Teacher - teachers

Woorden met een sis-klank +es
  • Coach - Coaches
  • Box - Boxes

Woorden die eindigen op een medeklinker - y veranderen in -ies
  • Party - Parties
  • Boy - Boys
  • Let op medeklinker!





Woorden die eindigen op f/fe =ves
  • Leaf - Leaves
  • Wife - Wives

Woorden die eindigen op een -o + es
  • Tomato = tomatoes

Woorden die niet mee doen aan de regel: 
  • Child = children 
  • Woman = Women 
  • Mouse = Mice 
  • etc.

Slide 12 - Tekstslide

1 glass - 2 .....

Slide 13 - Open vraag

1 dish - 2 ......

Slide 14 - Open vraag

1 hero - 2 .......

Slide 15 - Open vraag

1 country- 2

Slide 16 - Open vraag

1 apple - 2 .....

Slide 17 - Open vraag

1 child - 2 .....

Slide 18 - Open vraag

write down fruit and vegetables
IN ENGLISH

Slide 19 - Woordweb

At the supermarket

Work in pairs. One of you is a customer in a supermarket and the other one is a salesman. The customer begins the conversation. Switch roles.

– The customer asks where to find three items + their price
– The sales person explains where to find them + the prices.
– The customer writes down the prices and thanks the sales person



timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

How do you form the plural?

Slide 21 - Open vraag