H5 - 5.1 Karel en zijn leenmannen

2. De koning en zijn leenmannen
2. Karel en zijn leenmannen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. De koning en zijn leenmannen
2. Karel en zijn leenmannen

Slide 1 - Tekstslide

Vroege
Middeleeuwen

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 4 - Tekstslide

Raad en daad
(Achter)Leenmannen moesten:
  • Trouw zweren aan de leenheer
  • Advies geven en besturen
  • Helpen bij oorlog
  • Belasting betalen

Slide 5 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 7 - Quizvraag

Horigen
Leenman
Achterleenman
Leenheer

Slide 8 - Sleepvraag

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Het gebied wordt voor altijd zijn eigendom.
C
Hij moet helpen bij het bestuur en de rechtspraak
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 9 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenman van de leenheer
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding is een primaire bron over Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Bij welk kenmerk van de geschiedenis sluit het leenstelsel aan? Waarom
A
Economie
B
Sociaal
C
Cultuur
D
Politiek

Slide 12 - Quizvraag

Het Frankische Rijk valt uiteen

  • Karel de Grote had maar 1 zoon die het hele rijk erfde, maar deze zoon had weer meer zonen die allemaal een stuk kregen....
  • Leenmannen gedroegen zich steeds meer als zelfstandige heren en leken vaak te vergeten dat er een leenheer was

  • Of leenden hun gebied weer verder uit aan achterleenmannen...

Slide 13 - Tekstslide

Stelling: ''Een leenman kan een leenheer zijn voor iemand anders''
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek 
Leenheer
Provincie besturen voor koning
Autarkisch
Pacht voor de heer
Herendiensten
Eed van trouw

Slide 16 - Sleepvraag