Plannen: introductie

• Future Skills
• MBO
• Studiejaar 1

Introductie plannen

Doelen

• Je weet wat prioriteiten zijn
• Je weet waarom een planning maken belangrijk is
  
• Je hebt een weekoverzicht gemaakt
  

Wat is plannen en wat moet je ervoor kunnen? 

Plannen = ordenen van wat je wilt bereiken

Organiseren = het ordelijk bewaren en regelen van alles dat je doet

Vaardigheden:

overzicht

concentratie

flexibiliteit

prioriteren

Het stellen van prioriteiten

Voordat je gaat plannen moet je prioriteiten stellen.

Prioriteiten stellen betekent: keuzes maken en bezig zijn met de zaken die belangrijk zijn. Hoe kun je efficiënt met je tijd omgaan en afronden wat je gedaan wilt krijgen.

  

Eerst moet je vaststellen: wat is belangrijk en wat is urgent, wat is niet belangrijk en wat is niet urgent.

Belangrijk

Bedenk of het echt belangrijk is

Leren voor een toets of gamen?

Chillen met je vrienden of huiswerk maken?

Op tijd in de les komen of uitslapen?

Hoe urgent is het?

Urgentie

Een tweede wegingsfactor is urgentie. De vraag is dus: moet het nu of hoe dringend is het? De een zegt: urgent is, dat het vandaag klaar moet. De ander stelt het wat ruimer: urgent is, dat het deze week klaar moet zijn.

Prioriteitenschema

Prioriteiten stellen

1) Urgent & Belangrijk: NU & IK

2) Urgent & niet belangrijk: NU, iemand anders

3) Niet Urgent & Belangrijk: plannen & IK

4) Niet Urgent & Niet belangrijk: NIET DOEN!!

Welke prioriteiten heb jij deze maand?

Welke stelling past het meest bij jou?

1. Ik kan moeilijk onderscheid maken in wat belangrijk is en minder belangrijk
2. Ik heb geen overzicht van wat er moet gebeuren
3. Ik gun mezelf er geen tijd voor om prioriteiten te stellen dus ik begin maar gewoon
4. Ik heb geen moeite met prioriteiten stellen

Prioriteiten stellen en dan?

Wanneer je de lijst met prioriteiten klaar hebt, kun je overgaan tot de planning van taken. Eerder niet! Plannen betekent: je probeert de taken weg te zetten in de tijd!

Wanneer je alle taken hebt geprioriteerd, heb je inzicht hoe je er werkelijk voor staat. Eerder niet!

Waarom moet je leren plannen?

Stelling: ik vind het belangrijk om gemaakte afspraken na te komen

1. ja, vaak wel
2. ja, soms
3. nee, meestal niet
4. nooit

Stelling: ik kom vaak tijd tekort om alles te doen wat ik wil doen

1. ja, vaak wel
2. ja, soms
3. nee, meestal niet
4. nooit

Maak jij wel eens een planning voor de indeling van je dag?

1. altijd
2. meestal
3. soms
4. nooit

Aan de slag

Maak de opdracht weekplanning