zelfstandige naamwoorden Latijn

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

zelfstandige naamwoorden

Noteer zoveel mogelijk verschillende zelfstandige naamwoorden in het Nederlands.

het geslacht

• Zelfstandige naamwoorden kunnen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn.
• Je weet van sommige woorden het geslacht al zonder de regels van het Latijn te kennen.

Het woord "servus" slaaf is:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig

De woorden regina (koningin), puella (meisje) en mater (moeder) zijn:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig

Het geslacht 

• We kunnen niet van alle woorden zien dat ze mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn:

mensa= tafel  (vrl)

gladius= zwaard (mnl)

bellum = oorlog (onz)

Verbuigingsgroepen

• In het Latijn zijn de zelfstandige naamwoorden ingedeeld in groepen.
• Deze noemen we verbuigingsgroepen (declinaties).
• Er zijn 5 groepen in het Latijn. We beginnen met de eerste drie groepen.

verbuigingsgroep 1

• In deze groep zitten de zelfstandige naamwoorden die eindigen op een  -a.
• Ze zijn (bijna) allemaal vrouwelijk.

Welke woorden zijn vrouwelijk?

1. filia en regina
2. donum en bellum
3. filia en donum
4. filius en murus

Verbuigingsgroep 2

• In deze groep zitten twee subgroepen.
• De woorden in deze groep eindigen op -us of -um.
• Ze zijn mannelijk, als ze op -us eindigen.
• Ze zijn onzijdig, als ze op -um eindigen. 

Welke woorden zijn mannelijk?

1. matrona en mensa
2. consilium en bellum
3. filius en gladius
4. consilium en matrona

Welke woorden zijn onzijdig?

1. filius en gladius
2. donum en bellum
3. mensa en puella
4. mensa en filius

verbuigingsgroep 3

• In deze groep zitten woorden die of mannelijk of vrouwelijk of onzijdig zijn.
• Je moet bij de meeste van deze woorden leren wat het geslacht is.
• Ze eindigen allemaal op verschillende letters.

Kijk op p. 17 van je tekstboek en noteer alle zelfstandige naamwoorden van de woordenlijst in het Latijn.