5.1 Leenheren en leenmannen

5. Monniken en ridders
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5. Monniken en ridders
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 3 - Tekstslide

In dit hoofdstuk
5.1 Leenheren en leenmannen
5.2 Europa wordt christelijk
5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
5.4 De opkomst van de islam

Slide 4 - Tekstslide

Introductie
Op een bewolkte zomerdag in 808 staat een boodschapper klaar voor vertrek op het terras voor het paleis van koning Karel de Grote in Aken. Van de koning krijgt hij een pak met brieven om naar een ver gelegen deel van zijn rijk te brengen. Rondom het tweetal staan beschermers en adviseurs van de koning. Op de achtergrond is de stenen kerk te zien die Karel in 796 heeft laten bouwen.

Slide 5 - Tekstslide

5.1 Leenheren en leenmannen

Slide 6 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je:
  • Hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk
  • Op welke manier Karel zijn rijk bestuurde

Slide 7 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je:
  • Waardoor in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had
  • Welke plaats ridders hadden in de samenleving

Slide 8 - Tekstslide

Het Frankische rijk
De Franken waren een Germaans volk dat na de ondergang van het West-Romeinse rijk in 476 een koninkrijk had gesticht in België en Frankrijk
In de daaropvolgende eeuwen hadden Frankische koningen hun rijk steeds verder uitgebreid
In 768 werd Karel de Grote koning van het Frankische rijk
Hij veroverde met zijn legers grote delen van Europa
Toen Karel in 814 stief, bestond zijn rijk uit een groot deel van Europa
Veroveringen door Karel de Grote vanaf 768

Slide 9 - Tekstslide

Bestuur
Het besturen van het enorme Frankische rijk was niet eenvoudig
De oude Romeinse wegen waren vervallen, het land was moeilijk begaanbaar en van de steden uit de Romeinse tijd was nog maar weinig over
Vanwege de lange afstanden in het rijk was het moeilijk om te overleggen en politieke zaken te regelen
Karel reisde daarom zelf rond en liet op die manier zijn gezag (macht, overwicht) zien
Op verschillende plekken liet hij paleizen bouwen om in te verblijven, zoals zijn paleis in Nijmegen. Zijn belangrijkste paleis stond in Aken
Karel de Grote in Aken in 808

Slide 10 - Tekstslide

Leenstelsel
Karel bestuurde zijn rijk met hulp van hertogen en graven
Dit waren hoge edelen die door Karel waren benoemd om een gebied te besturen: een hertogdom of een graafschap
Als een graaf of hertog benoemd werd sprak, sprak hij een eed van trouw uit
Hij beloofde de koning met raad en daad bij staan
De edelman was van nu leenman of vazal en de koning was zijn leenheer
Karel gaf het gezag over een gebied wel aan de leenman, maar dat gebied werd niet het bezit van de leenman
De leenman kreeg het gebied in leen

Slide 11 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 12 - Tekstslide

Leenstelsel
1. De leenman mocht in het gebied belasting innen
2. Hij moest rechtspreken namens de koning en zorgen voor de veiligheid
3. En hij moest militairen leveren voor het leger van de koning
Als Karel in een paleis verbleef, riep hij leenmannen uit de omgeving bijeen om te overleggen, conflicten op te lossen en wetten bekend te maken
Ook stuurde hij boodschappers met brieven naar leenmannen die ver weg woonden
Dit bestuursysteem met leenheren een leenmannen heet het leenstelsel of feodalisme

Slide 13 - Tekstslide

Politieke verdeeldheid
Na de dood van Karel in 814 werd hij opgevolgd door een aantal zwakkere vorsten
Er ontstond verdeeldheid en het rijk viel uiteen in twee rijken: het West- en Oost-Frankische rijk
Onder de zwakke koningen veranderde de verhouding tussen leenheren en leenmannen
Hertogen en graven behandelden hun gebied steeds meer als hun eigen bezit, terwijl ze het in leen hadden
De zwakke koningen stonden toe dat het gezag over een gebied erfelijk werd


Verdeling van het Frankische rijk na de dood van Karel

Slide 14 - Tekstslide

Politieke verdeeldheid
De hoge edelen gingen bovendien zelf leenmannen benoemen
Deze achterleenmannen waren trouw aan hun eigen leenheer en bestuurden namens hem een kleiner gebied
Ook deze achterleenmannen gingen zich steeds minder aantrekken van hun leenheer en hun gebieden zelfstandig besturen
Door deze politieke verdeeldheid waren er veel conflicten en oorlogen tussen koningen, hoge edelen en lage edelelen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een onveilige tijd
In de 9e en 10e eeuw werd Europa minder veilig door invallen van Vikingen
Vikingen waren Germanen uit Scandinavië die met hun boten langs de Europese kusten en rivieren kerken en stadjes aanvielen
Door de groeiende onveiligheid gingen edelen kastelen bouwen om zichzelf en hun volk te beschermen
De eerste kastelen waren van hout en later van steen
Edelen namen voetsoldaten en ridders (militairen te paard) in dienst om te zorgen voor orde en veiligheid in hun gebied
Het muiderslot
Een kasteel van hout uit de vroege middeleeuwen

Slide 19 - Tekstslide

Ridders
  • In de middeleeuwen (500-1500) waren ridders het krachtigste onderdeel van van de legers in Europa
  • De eerste ridders waren soldaten uit de legers van de edelen
  • Vanaf 1100 konden alleen edelen nog ridder worden
  • Zij moesten zich ridderlijk gedragen: moedig, trouw en rechtvaardig
  • Vorsten organiseerden toernooien waarin ridders zich konden bewijzen
Ridders droegen een helm ter berscherming
Op hun lichaam droegen ridders een ijzeren harnas
Ridders streden te paard

Slide 20 - Tekstslide

Lindisfarne 793


Slide 21 - Tekstslide

Denengeld

Slide 22 - Tekstslide

Vestigen
De Vikingen vestigden zich ook in gebieden. Ze gingen wonen in bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk. De Engelse stad York was vroeger een Vikingstad. 
Het gebied Danelaw op de kaart hiernaast, was vroeger van de Vikingen.

Slide 23 - Tekstslide

Normandie
In Frankrijk ligt een gebied genaamd Normandie. Dit is afgeleid van Noormannen. De Vikingen werd gevraagd om er te komen wonen en de bewoners daar te beschermen tegen andere Vikingen.

Slide 24 - Tekstslide

Kolonien
De Vikingen vestigden zich in gebieden waar geen mensen woonden. Ze trokken eerst naar IJsland en daarna verder naar Groenland. De Vikingen hebben zelfs een dorpje gehad in Noord-Amerika. 
De lichtgroene gebieden laten zien waar de Vikingen vroeger hebben gewoond.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Lezen 5.1 (blz.88) en maken opdracht 1, 2, 3, 5, 6, 9 (online methode)

Slide 27 - Tekstslide