Mentorles - vooroordelen

1 / 20
volgende
Slide 1: Link
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Stereotypen - Vooroordelen
MCU - V2D

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn vooroordelen?

Slide 3 - Tekstslide

Vooroordelen
Wanneer je een vooroordeel hebt over een persoon, dan heb je een oordeel oftewel een mening voordat je die persoon hebt leren kennen. Op basis van iemands uiterlijk en / of gedrag bepaal je je mening over diegene. Deze mening kan zowel positief als negatief zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe snel maken mensen een inschatting van een ander?
A
In 0,25 seconde
B
In iets minder dan een seconde
C
Binnen 3 seconden
D
In 0,001 seconden.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe worden vooroordelen gevormd?
A
Opvoeding
B
Ervaringen

Slide 6 - Quizvraag

1. Ga naar de volgende website:
www.hokjestest.nl

Beantwoord 10
vragen over 10 willekeurige mensen en je ziet direct of je ze juist had ingeschat of niet. 

Klaar met de test? Telefoon op tafel leggen...

Slide 7 - Tekstslide

2. Vragenlijst
Vul zelf 1 lijst in en laat je klasgenoot tegelijkertijd ook de lijst invullen.

- Vergelijk jullie antwoorden... 
> Hoe goed ken je de ander? 
> Bespreek waarom je voor een bepaald antwoord hebt gekozen. 

Slide 8 - Tekstslide

Nabespreken
Het is belangrijk om na te gaan voor jezelf waarom je de ander ‘verkeerd’ hebt ingeschat.
- Is het een gevoel?
- Heb je iets gezien of ervaren waardoor je die keuze maakt?
- Hoe ben jij aan je vooroordeel gekomen?  

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn stereotypen?

Slide 10 - Tekstslide

Stereotypen: 
- Algemene beelden van groepen mensen. 
- Herkennen van bepaalde eigenschappen (bijvoorbeeld: geslacht, afkomst, leeftijd, religieuze kenmerken). 
- Kenmerken koppelen aan een hokje (hokjes-denken) 

Slide 11 - Tekstslide

???

Slide 12 - Tekstslide

Mogelijke antwoorden
- Etniciteit (joden, Arabieren, Aziaten);
- Leeftijd (jongeren met typerende kleren, ouderen);
- Geslacht (vrouwen in ieder geval niet in kantoorkleding);


Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van stereotypering
1. Jongetje in spiderman pak > Boef (aanslagen Parijs en Syrië) 
2. Blond jongetje  > Terrorist Breivik 
3. Jongetje met muts > Dader aanslagen Parijs
4. Twee Marokkaanse jongens > Boeven – aanslagen Parijs en
Syrië 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ga ik met vooroordelen en stereotypen om?
Filmpje
Volgens Devine (onderzoekster) zijn er drie voorwaarden die belangrijk zijn om van een verandering te kunnen spreken.

Opdracht: Benoem de drie voorwaarden die door de professor worden opgenoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Wees je bewust van je eigen vooroordelen.
2. Je moet gemotiveerd zijn om iets aan je vooroordelen te doen.
3. Je moet de mogelijkheid hebben om er iets aan te doen.

Slide 16 - Tekstslide

Dus niet:

Slide 17 - Tekstslide

Maar wel:

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide